Er vond iets bijzonders plaats tijdens de hearing 'Stimulating Innovation in Organic Greenhouse Cultivation’ van de Europese Commissie eind januari. In het enthousiasme over de aanwezigheid van 'real farmers' en hun innovatieve teeltmethode, oefende de Hongaarse Europarlementariër Csaba Tabajdi als voorzitter een bijna bezwerende invloed op zijn toehoorders uit.

De zaal was tot de laatste plek gevuld voor een onderwerp dat zowel controversieel als vooruitstrevend is. Binnen de biologische familie is de high-tech glastuinbouw een vreemde eend in de bijt. Niet alle biologische geteelde vruchtgroente voldoet aan de eis die het ook vertegenwoordigde IFOAM ter plekke nog eens onderstreepte. Alleen vruchten van een plant gegroeid en geteeld in de grond, de bovenste laag van de aarde, verdienen het predikaat 'organic'.

Deze stellingname blijkt haaks op de praktijk te staan. In een aantal Europese lidstaten en Noord-Amerika krijgen producten geteeld op (natuurlijk) substraat wel het predikaat “organic”.

Dat hier ergens de schoen wringt, lijkt inmiddels wel doorgedrongen tot de Europese besluitvormers. Sommigen, zoals Europarlementariërs Esther de Lange (CDA) en de Hongaarse socialist Tabajdi stellen dat innovatie en het doorbreken van grenzen onontbeerlijk zijn om een oplossing te vinden voor dilemma's op wereldschaal. In 2050 moeten naar verwachting immers zo'n 9 miljard monden gevoed worden. Beiden zien kansen in de innovatieve aanpak van PuraNatura, dat bij monde van directeur Peter Jens suggesties deed aan de Europese Commissie.

Als Klein Duimpje in Zevenmijlslaarzen, vroeg PuraNatura vooral om meer keuzevrijheid van de biologische tuinder in het algemeen. “Daarmee ontstaat de mogelijkheid de bovenste laag van de aarde juist beter te beschermen en zorgvuldiger om te gaan met hulpmiddelen voor deze intensieve manier van telen.” Toegankelijkheid, keuzevrijheid en het voorkomen van rechtsongelijkheid zijn de norm voor de nieuwe wetgeving, stelde Jens, door uit te gaan van een Europees organic gebaseerd op gelijkwaardigheid op alle fronten. “Daarbinnen staat het iedere lidstaat vrij haar eigen organic vorm te geven met aanvullende eisen.”

Hoewel niemand ontkent dat de huidige regelgeving rondom biologisch geteelde kasproducten allerminst eenduidig uitlegbaar is en zelfs leidt tot ongelijkheid op de markt, lijkt een duidelijke stellingname van Europa vooralsnog niet aan de orde. De huidige wetgeving laat ‘hydrocultuur’ niet toe, maar het is aan de lidstaten hoe de definitie daarvan toe te passen.

De gevolgen van een oordeel in het voordeel van natuurlijk substraat zijn aanzienlijk. Biologisch bedekte teelt zou onmiddellijk booming business worden en daarmee de innovatie versnellen. Gevolg is een sterke toename van biologisch gewas geteeld onder glas.

Bovendien is daar de groeiende populariteit van de stelling dat in the end het de Europese burger en consument is die wat te zeggen heeft over het biologische eten dat hij in zijn mond stopt. Mede daarom biedt de Europese Commissie middels een online enquête burgers de unieke kans zich uit te spreken over de toekomst van de biologische productie in Europa.

Eind dit jaar komt de EC met een wetsvoorstel. De vorig jaar getekende equivalentie-overeenkomsten met de Verenigde Staten en Canada branden in de zakken van de besluitvormers in Brussel en Washington. De nieuwe wetgeving voor biologische productie en keurmerken moet op z’n minst de daarmee ontstane ongelijkwaardigheid op de markt oplossen. Daarnaast moet het beantwoorden aan de toenemende vraag naar biologisch voedsel (met een jaarlijkse groei tussen de 10 en 15%) en helderheid in regels verschaffen voor biologische producenten in alle lidstaten. Heel zwart-wit gesteld staat Europa voor een beslissing van formaat. In hoeverre zet het de deur open voor (grootschaliger) innovatie?

Of zoals Peter Jens het omschreef: “Europe has now a unique chance to turn the exclusive good into the inclusive better.”

Bekijk ook:
Presentatie PuraNatura voor het Europees Parlement.
Patrick Holden, voormalig directeur van de invloedrijke Soil Association spreekt zich in een interview op de BioFach uit voor ‘inclusive organic’. (Vanaf 18.20min. Let niet op de ondertiteling)

Ellen Klapwijk werkt als freelancer werk ik op het snijvlak van communicatie, pr en journalistiek. Voor de Stichting PuraNatura brengt zij actuele zaken voor het voetlicht die prikkelen tot een dialoog met het publiek.


Fotocredits: Crusty Bred, uitsnede, Mathew Kirkland
Dit artikel afdrukken