"Volgens bestuurder Leo van Beekum van FNV Bondgenoten voeren Lidl en de andere ketens voortdurend de prijsdruk op. De werknemers bij de bakkerijen merken dat dagelijks. Ze worden steeds meer opgejaagd (door de eisen van de afnemers) en de productietijd neemt af (omdat het brood niet te lang van te voren gebakken mag worden). Ook de leveranciers van de bakkerijen moeten steeds meer inboeten op hun marge. Bijvoorbeeld omdat supermarkten in toenemende mate de grondstoffen inkopen waarmee de bakkerij moet bakken. Ook dit heeft gevolgen voor de werknemers daar.
De toenemende concurrentiedruk tussen leveranciers en de sterke onderhandelingspositie van supermarkten en inkoopcentrales pakken slecht uit voor de werkers.
"

Dat schrijft Rob Bleijerveld, die er onze aandacht voor vroeg, op de website Supermacht. Het totale bericht is op de website te lezen.

Op dit moment wordt er in de politiek overlegd over een Gedragscode die zou moeten voorkomen dat leveranciers moeten werken tegen kortingen die ze niet vol kunnen houden. Het stuk stelt de vraag of zo'n code gaat werken en suggereert dat de grootte van de afnemer altijd in zijn voordeel zal uitwerken. Leveranciers van m.n. huismerken en versproducten zijn immers vrijwel altijd aanmerkelijk kleiner en afhankelijker dan supermarktketens. De facto gaat de vraag dus over een politieke wens: kleine winkels en kleinere leveranciers moeten kunnen blijven bestaan omdat ze ons leven verrijken. Zorgen we daar niet voor dan ontstaat naast grote retailers een handjevol grote toeleveranciers.

De vraag is wiens probleem dat is: dat van de supermarkt of dat van de consument? Als het dat van de consument is - en daar lijkt het op - dan is de gedragscode noch de uitdaging noch het probleem. De kleinere producent en winkelier zullen de consument meer waarde moeten leveren dan de super. Als ze dat niet overtuigend kunnen, redden ze het niet. Tenzij we het een overheidstaak vinden om economisch onhaalbaar aanbod geholpen in de benen te houden. Dat leidt tot de kernvraag waar dit alles om draait: welke redenen zouden we daar maatschappelijk voor kunnen verzinnen? Kunnen we die niet verzinnen, dan moet geconstateerd worden dat de bakker te dom is om zich een verdedigbare marktpositie te verwerven.

Fotocredits: Reeperbahn, uitsnede, Rauter25
Dit artikel afdrukken