Begin dit jaar ontstond opschudding over de metingen van de ammoniakuitstoot in Nederland. Een studente zou hebben aangetoond dat de Wageningse Universiteit jarenlang met foute modellen het mestbeleid op het verkeerde been heeft gezet. De WUR ontkent vooralsnog. Toch zijn er vreemde feiten.
De Boerderij van afgelopen weekend bericht over het emissie-onderzoek van Ciska Nienhuis. Onder begeleiding van universitair hoofddocent Egbert Lantinga ontdekte zij dat het uitrijden van mest - een bron van ammoniak - minder ongunstige effecten heeft dan de injectie daarvan in de bodem zoals het beleid vereist. Daarmee ligt haar onderzoek in lijn met de kritiek die de Zwitserse onderzoeker Jorg Sintermann in 2011 formuleerde op de Nederlandse modellen. Die zouden zelfs in natuurgebieden grote ammoniakemissies laten zien, terwijl daarvan geen sprake kan zijn omdat daarin geen intensieve dierhouderij plaatsvindt.
Natuur- en milieubewuste kringloopboeren verzetten zich tegen de in Nederland verplichte bodeminjectie van mest om de ammoniakuitstoot te beperken. Het zou juist niet goed voor de bodem en het milieu zijn. Niettemin vereist de wet het, op basis van mogelijk fout beleid en foute aannames en dito meetmethoden van de WUR.
Het onderzoek zorgde voor opschudding en Kamervragen van Helma Lodders. Zij stelde dat de meetmethoden mogelijk jarenlang tot het verkeerde beleid hebben geleid. Nienhuis' onderzoek leidde bovendien tot intensief overleg binnen de top van Wageningen UR. Mede onder druk van staatsscretaris Sharon Dijksma is besloten tot vervolgonderzoek.
Professor Oene Oenema is verantwoordelijk voor de geldende modellen die Wageningen hanteert. Hij verklaarde dit weekend vooralsnog geen uitspraken te kunnen doen over het onderzoek omdat het te vroeg naar buiten gebracht zou zijn. Er is zelfs nog geen studentenverslag, merkt hij op in De Boerderij. Oenema noemt de opwinding dan ook 'voorbarig'.
De redactie bekeek de tabellen die de Boerderij bij de artikelen afdrukte. Uit één van de tabellen blijkt dat mesttoediening tot beduidend meer ammoniakemissie leidt dan stallen en dieren. Dat is onverklaarbaar en zelfs logisch onmogelijk, als landbouwhuisdieren dieren gezien worden als de bron. Daarnaast blijkt dat de halvering van de ammoniakemissie tussen 1990 en 1998 niet heeft gezorgd voor een daling van de ammoniakconcentratie in de lucht. Ook dat is logischerwijs een onmogelijkheid, tenzij niet de mest maar iets anders in Nederland voor ammoniakuitstoot zorgt.
Hebben Foodloglandbouwexperts een uitleg voor deze fenomenen die nu zowel de politiek als de top van Wageningen UR zullen moeten verklaren?
Fotocredits: Gratis mest, uitsnede, Lezzles
Dit artikel afdrukken
Natuur- en milieubewuste kringloopboeren verzetten zich tegen de in Nederland verplichte bodeminjectie van mest om de ammoniakuitstoot te beperken. Het zou juist niet goed voor de bodem en het milieu zijn. Niettemin vereist de wet het, op basis van mogelijk fout beleid en foute aannames en dito meetmethoden van de WUR.
Het onderzoek zorgde voor opschudding en Kamervragen van Helma Lodders. Zij stelde dat de meetmethoden mogelijk jarenlang tot het verkeerde beleid hebben geleid. Nienhuis' onderzoek leidde bovendien tot intensief overleg binnen de top van Wageningen UR. Mede onder druk van staatsscretaris Sharon Dijksma is besloten tot vervolgonderzoek.
Professor Oene Oenema is verantwoordelijk voor de geldende modellen die Wageningen hanteert. Hij verklaarde dit weekend vooralsnog geen uitspraken te kunnen doen over het onderzoek omdat het te vroeg naar buiten gebracht zou zijn. Er is zelfs nog geen studentenverslag, merkt hij op in De Boerderij. Oenema noemt de opwinding dan ook 'voorbarig'.
De redactie bekeek de tabellen die de Boerderij bij de artikelen afdrukte. Uit één van de tabellen blijkt dat mesttoediening tot beduidend meer ammoniakemissie leidt dan stallen en dieren. Dat is onverklaarbaar en zelfs logisch onmogelijk, als landbouwhuisdieren dieren gezien worden als de bron. Daarnaast blijkt dat de halvering van de ammoniakemissie tussen 1990 en 1998 niet heeft gezorgd voor een daling van de ammoniakconcentratie in de lucht. Ook dat is logischerwijs een onmogelijkheid, tenzij niet de mest maar iets anders in Nederland voor ammoniakuitstoot zorgt.
Hebben Foodloglandbouwexperts een uitleg voor deze fenomenen die nu zowel de politiek als de top van Wageningen UR zullen moeten verklaren?
Fotocredits: Gratis mest, uitsnede, Lezzles
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Onze onvolprezen WUR heeft een helder bericht over deze controverse de wereld ingestuurd, waarin ze stellen dat de in 1990 gemeten emissies bij bovengronds uitrijden aan de hoge kant waren en dat er internationaal onderzoek moet komen om de methodes van mesttoediening te vergelijken.
Het zou voor mij als boer een behoorlijke kostenbesparing kunnen opleveren, maar met een andere pet op moet ik er persoonlijk niet aan denken dat alle varkens-, kippen- en kalvermest weer vrijelijk de Nederlandse voorjaarslucht verziekt.
Dit begint een aardige mediahype te worden (vergelijkbaar met vleesonderzoek [wat betreft bespelen media], maar dan hier wel harde data). Probleem is dat je met niet peer-review onderzoek weining kan zeggen, hooguit is het te gebruiken om een vervolgonderzoek los te weken, wat nu ook lijkt te gebeuren.
Al met al een goede les om de integriteit rond wetenschapscommunicatie weer even tegen het licht te houden.
Daarnaast zijn metingen volgens mij verricht op één bedrijf met een afwijkende bedrijfsvoering (niets ten nadele van Klaas Wolters overigens) getuige de grote reportage in het blad Melkvee afgelopen weekend. Hierin kwam naar voren dat koeien op stro liggen in de boxen, wat volgens mij ook invloed heeft op gehalten in de mest en daardoor alleen al niet vergelijkbaar met 'gangbare' melkveebedrijven. In het artikel werd overigens, geheel terecht , aangegeven dat het niet om de achterkant van het bedrijf gaat (de mest) maar om de voorkant.
Logisch gevolg op dit onderzoek zou mijn inziens zijn om nu eens een ruraal-socioligisch onderzoek uit te voeren naar hoe boeren koeien houden en wat voor een invloed dit heeft op de uiteindelijke emissie (hier zouden wel eens heel grote verschillen kunnen liggen) en er zijn tegenwoordig nog al wat nieuwe huisvestigingssystemen. (Denk bijvoorbeeld aan de compoststal).
Dat ammoniakconcentratie in de lucht niet is gedaald is interessant gegeven. (Heeft er misschien mee te maken dat gassen zich heel snel verplaatsen en op zoek gaan naar nieuwe evenwichtspunten ; wet van Boyle?)
Anyhow kan een interesant draadje worden.
Okay het mestdebacle,
Welke factoren hebben er invloed bij bijvoorbeeld koeien op de ammoniakuitstoot?
1: Het rantsoen van de koeien.
De hoeveelheid eiwit en de kwaliteit ervan (OEB voor kenners), verhouding tussen snelle en tragere energie en structuur (ruigte van het gras) Hebben invloed op de samenstelling van de mest. De uitstoot veranderd daardoor ook.
2: De zuurtegraad van de mest.
Een hoge PH zorgt voor meer uitstoot. Je kunt sturen door de PH te verlagen met bacterieën zoals bijvoorbeeld EM
3: De koolstofcomponent in het mengsel. Ook wel C/N ratio.
Dit kun je sturen door het rantsoen of de toevoeging van koolstof. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de compoststal of de potstal.
[http://www.mestportaal.nl/29/?no_cache=1&tx;_ttnews[tt_news]=8121]Compostmest heeft minder uitstoot[/url]
http://www.mestportaal.nl/29/?no_cache=1&tx;_ttnews[tt_news]=8121
4: Mengen of laten neerslaan met water.
Het toevoegen van water of na toediening er overheen spuiten heeft invloed op de uitstoot bij ongunstig weer kan water spuiten na meestrijden een groot verschil maken.
Klaas wolters gebruikt water
5: De menging van urine en vaste delen.
Op het grasland scheidt de koe haar mest en urine zelf. Meng je dit in de stal toch dan krijg je ongewenste processen. Daarbij onstaan zelfs dodelijke gassen.
mestgassen
6: Het contactoppervlak met lucht en de luchtverversing.
Dit is op dit moment het aspect waar de regering het meest op stuurt. De mest onder de grond op streepjes. Mestkelders zo gesloten mogelijk. Dit zijn allemaal verplichtingen om de vervluchtiging van ammoniak te beperken. Alleen niet zoveel effect op de hoeveelheid die kan ontstaan. Daarnaast heeft het in de bodem toedienen van mest van mindere kwaliteit verschillende nare neveneffecten op het leven in de bodem. Als je het stukje over de gassen hierboven leest is dat ook niet zo verwonderlijk. En een verzwakt bodemleven heeft geen positief effect op de uitspoeling en de kwaliteit van het gewas wat er op groeit.
Als ik wat meer tijd heb ga ik er wat uitgebreider op in, want het is natuurlijk één van de belangrijkste zaken waar ik me momenteel mee bezighoud binnen LTO.
Om dit lijntje te faciliteren alvast een paar punten:
- Het landelijke ammoniakbeleid valt uiteen in twee onderdelen en twee ministeries.
- Via Besluit Huisvesting wordt de maximale emissie per dierplaats uit stallen gereguleerd. Systemen worden alleen toegelaten door de Technische Adviescommissie RAV indien er gemeten is aan de emissie volgens een meetprotocol. Deze regelgeving wordt feitelijk getoetst door de gemeente bij bouwaanvragen.
- Via het Besluit Gebruik Meststoffen (BGM) zijn er voorschriften hoe de mest moet worden aangewend. Hierbij zijn geen machines of technieken voorgeschreven (wel een aantal, zoals bovengronds zijn niet toegestaan), maar is het werkresultaat leidend. Machine en chauffeur hebben namelijk beide invloed. De emissies zijn vastgesteld op basis van met name het onderzoek van Jan Huijsmans e.a.
- Via de Meststoffenwet is bovendien voorgeschreven hoeveel mest er aangewend (N en P) per hectare. Hiermee is ook een soort maximale mestaanwending over Nederland geborgd in landelijk beleid.
In de chemie is het gebruikelijk dat meer of minder (atmosferische) druk invloed heeft op chemische processen. Volgens mij kan dat met ammoniakvorming in de mest ook van toepassing zijn. WUR mag van mij ook wel eens onderzoeken of zowel het vacuumtrekken als het onder druk zetten van mest (of beide), invloed heeft op meer of minder ammoniakvorming. Boerenpraktijk is dat er bij mestverspreiden gebruik wordt gemaakt van vacuumpomp of wormpomp op gierton, of zoals vroeger met schepemmer giertankje vullen en dan al rijdend dat tankje op het land leeg laten lopen. Ben er wel benieuwd naar of bij gelijke mest die verschillende werkwijzen van mestverspreiden een verschillende ammoniakuitstoot geeft.