In en op mensen huizen heel veel 'beestjes'. Sinds de ontdekking van antibiotica vallen we zowel bewust als onbewust die beestjes en hun genen aan. Toch horen ze bij ons. Zouden al die aanvallen een verklaring kunnen zijn voor de opkomst van onze welvaartsziekten?
Sinds Alexander Flemings ontdekking van antibiotica in de jaren 40 van de vorige eeuw, gebruiken we het op twee manieren. We geven het aan zieke mensen en mensenkinderen om infecties te bestrijden. Longontstekingen en wondinfecties zijn dankzij antibiotica bijna niet meer levensbedreigend. Onze kinderen krijgen van jongsaf aan regelmatig een kuurtje voorgeschreven, voor hun oorontsteking, bronchitis of keelontsteking. In veel gevallen eigenlijk overbodig, omdat het geen bacteriële maar virale infecties betreft. En daar doen antibiotica niets tegen. In de (Europese en Noord-Amerikaanse) praktijk hebben kinderen voor hun 18e verjaardag al zo'n 10 tot 20 antibioticakuren achter de kiezen.
Daarnaast hebben boeren ontdekt dat lage doses antibiotica in het diervoeder dieren aanzetten tot snelle groei en betere voerconversie. Kippen en varkens die voor hun vlees worden gefokt, worden sneller groot en leveren meer vlees met een antibioticadieet, reden voor de intensieve landbouw om veel met antibiotica te werken. Antibiotica werken niet alleen als ziektebestrijders, maar ook als groeibevorderaars.
Maar antibioticagebruik heeft een keerzijde. Bacteriestammen bouwen resistenties op. Zo waren er inmiddels infecties rond waar geen enkel antibioticum meer tegen werkt (denk aan de MRSA-bacterie). We weten al lang dat een antibioticakuur bijwerkingen heeft in het menselijk lichaam, zoals diarree, schimmelinfecties en verminderde werking van de anticonceptiepil. Maar omdat na het stoppen van een kuur ook de bijverschijnselen verdwijnen, leek het allemaal wel mee te vallen. Daar denkt Martin J. Blaser inmiddels heel anders over. In de Transactions of the American Clinical and Climatological Association stelt hij de hypothese dat de obesitasepidemie en andere welvaartsziekten samenhangen met ons antibioticagebruik. Preciezer nog: de antibiotica die we gebruiken verstoren het evenwicht tussen de mens en zijn microbioom in het lichaam.
Wat was dat 'microbioom' ook alweer? Het is het geheel van al die beestjes die ins ons lichaam wonen. Het zijn geen parasieten en ook geen passagiers. Het zijn eigenlijk volledig betaalde leden van een gemeenschap waar de menselijke 'gastheer' mee samenwoont in een soort hecht huwelijk. De beestje en de gastheer horen bij elkaar zoals de zee en het strand. De één kan niet bestaan zonder de ander.
Blaser denkt dat antibiotica de woongemeenschap die ons lichaam dus eigenlijk is, verstoort. Om zijn hypotheses te testen, doet hij momenteel twee onderzoeken: STAT en PAT. In STAT krijgen muizen lage doses antibiotica toegediend via hun drinkwater (te vergelijken met de doses in de dierhouderij). In het PAT onderzoek krijgen jonge muizen steeds een paar dagen antibiotica toegediend en dan weer een tijdje niet - te vergelijken met kinderen die verschillende kuurtjes krijgen. De onderzoeken lopen nog, maar de voorlopige resultaten laten zien dat de blootstelling aan antibiotica het microbioom beïnvloeden op cruciale momenten in de ontwikkeling van de muizen. Het gaat dan om veranderingen in het metabolisme, de hormoonhuishuiding, het immuunsysteem en in lichaamsmaten en -afmeting.
Blaser besluit: "Ik maak me zorgen over de gevolgen voor de gezondheid van de mens ten gevolge van de door antibiotica veroorzaakte veranderingen in ons oeroude, overgeleverde en interactieve microbioom en het daaraan verbonden metagenoom. Het is mogelijk dat deze gevolgen zich over generaties heen opstapelen, net als het microbioom dat moeders aan hun babies meegeven bij de geboorte. [...] Onze voorlopige onderzoeken lopen, en als alles goed gaat, zullen we binnenkort de onderliggende hypotheses kunnen bevestigen of weerleggen."
We gaan het volgen.
Fotocredits: "S. aureus bacteria escaping destruction by human white blood cells", Microbe World
Dit artikel afdrukken
Daarnaast hebben boeren ontdekt dat lage doses antibiotica in het diervoeder dieren aanzetten tot snelle groei en betere voerconversie. Kippen en varkens die voor hun vlees worden gefokt, worden sneller groot en leveren meer vlees met een antibioticadieet, reden voor de intensieve landbouw om veel met antibiotica te werken. Antibiotica werken niet alleen als ziektebestrijders, maar ook als groeibevorderaars.
Maar antibioticagebruik heeft een keerzijde. Bacteriestammen bouwen resistenties op. Zo waren er inmiddels infecties rond waar geen enkel antibioticum meer tegen werkt (denk aan de MRSA-bacterie). We weten al lang dat een antibioticakuur bijwerkingen heeft in het menselijk lichaam, zoals diarree, schimmelinfecties en verminderde werking van de anticonceptiepil. Maar omdat na het stoppen van een kuur ook de bijverschijnselen verdwijnen, leek het allemaal wel mee te vallen. Daar denkt Martin J. Blaser inmiddels heel anders over. In de Transactions of the American Clinical and Climatological Association stelt hij de hypothese dat de obesitasepidemie en andere welvaartsziekten samenhangen met ons antibioticagebruik. Preciezer nog: de antibiotica die we gebruiken verstoren het evenwicht tussen de mens en zijn microbioom in het lichaam.
Wat was dat 'microbioom' ook alweer? Het is het geheel van al die beestjes die ins ons lichaam wonen. Het zijn geen parasieten en ook geen passagiers. Het zijn eigenlijk volledig betaalde leden van een gemeenschap waar de menselijke 'gastheer' mee samenwoont in een soort hecht huwelijk. De beestje en de gastheer horen bij elkaar zoals de zee en het strand. De één kan niet bestaan zonder de ander.
Blaser denkt dat antibiotica de woongemeenschap die ons lichaam dus eigenlijk is, verstoort. Om zijn hypotheses te testen, doet hij momenteel twee onderzoeken: STAT en PAT. In STAT krijgen muizen lage doses antibiotica toegediend via hun drinkwater (te vergelijken met de doses in de dierhouderij). In het PAT onderzoek krijgen jonge muizen steeds een paar dagen antibiotica toegediend en dan weer een tijdje niet - te vergelijken met kinderen die verschillende kuurtjes krijgen. De onderzoeken lopen nog, maar de voorlopige resultaten laten zien dat de blootstelling aan antibiotica het microbioom beïnvloeden op cruciale momenten in de ontwikkeling van de muizen. Het gaat dan om veranderingen in het metabolisme, de hormoonhuishuiding, het immuunsysteem en in lichaamsmaten en -afmeting.
Blaser besluit: "Ik maak me zorgen over de gevolgen voor de gezondheid van de mens ten gevolge van de door antibiotica veroorzaakte veranderingen in ons oeroude, overgeleverde en interactieve microbioom en het daaraan verbonden metagenoom. Het is mogelijk dat deze gevolgen zich over generaties heen opstapelen, net als het microbioom dat moeders aan hun babies meegeven bij de geboorte. [...] Onze voorlopige onderzoeken lopen, en als alles goed gaat, zullen we binnenkort de onderliggende hypotheses kunnen bevestigen of weerleggen."
We gaan het volgen.
Fotocredits: "S. aureus bacteria escaping destruction by human white blood cells", Microbe World
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Las hier vorig jaar al een artikel over in de Daily Mail. Het meest verbazingwekkende hieraan vind dat er in de veehouderij al decennia lang grootschalig gebruik wordt gemaakt van groeibevorderende effect van antibiotica bij varkens en kippen, terwijl niemand zich blijkbaar afvroeg hoe dit precies kwam en wat hier de implicaties van zouden kunnen zijn:
"The treatment altered the composition of gut bacteria in the mice which in turn led to metabolic changes, such as increased production of fatty acids. [....]
Although it was known that antibiotics could fatten up animals, previously the mechanism involved was unclear."
Hier een link naar een andere studie in Nature over dit onderwerp (o.a van dezelfde Blaser). Dit betrof geen expirimenteel onderzoek met muizen maar een zeer grootschalig bevolkingsonderzoek. Er werd een consequente correlatie gevonden tussen antibioticagebruik op zeer jonge leeftijd (>6mnd) en een verhoogde Body Mass Index op latere leeftijd (laatste gewichtdata betreffen 7e levensjaar).
Als het verhaal klopt zou je in Frankrijk, bijvoorbeeld, een grotere toename van welvaartsziekten moeten kunnen zien dan bij ons. Daar krijg je voor iedere diarree een anti-bioticum.
We hebben de keuze gemaakt om agressieve schimmels te gaan gebruiken in de strijd tegen bacteriën. En die oneigenlijk in te zetten (in de vlees-industrie en bij virusinfectie/ onschuldige ziekte) . Dit mondiale oneigenlijke gebruik gaat gewoon door. Wie dit kan stoppen? Ik zie het voorlopig niet gebeuren...
De vraag is of we met een andere techniek - bacteriofagen - beter af waren geweest. Het meest frappante is echter dat we vertrouwen op een gezondheidskunde, die al veel langer bestaande geneeskundige 'wetenschap' negeert terwijl er alle reden is die verder uit te diepen en gebruiken. Onze 'wetenschap' die nu gericht is op 'genezen' met een pilletje, mes en spuit. Pas de laatste tijd komt daar mondjesmaat verandering in - aangezwengeld door nieuwe onderzoeksresultaten.
Maar wanneer dat gaat doordringen in de geneeskundige opleiding en praktijk?
Overigens is het na een antibioticakuur noodzakelijk om je darmflora weer een boost te geven met verschillende soorten yoghurt en rauwkost. Ook om dat de rest van je leven vol te houden is een goed voedingsadvies... dat de huisarts je niet snel zal geven.
Jeroen, de Fransen consumeren en leven anders... en wat je zegt geldt voor bijna de hele wereld... voor wie het kan betalen. Pas de laatste tijd is dit in ons land anders. Weet je de exacte cijfers?
@Frank. Ik heb geen cijfers uit Frankrijk. Maar als anders consumeren en leven een rol spelen kunnen anti-biotica dus nooit de enige verklaring voor toename van welvaartsziekten zijn.
Ik denk niet dat er een mono-causale verklaring is.