Vanuit de maatschappij en op Foodlog wordt Aalt Dijkhuizen, bestuursvoorzitter van de WUR, uitgedaagd om directer met het publiek in gesprek te gaan over zijn standpunten ten aanzien van duurzaamheid en intensieve dierhouderij.
Foodlog vond Aalt Dijkhuizen bereid om met het publiek in gesprek te gaan op basis van zijn jongste column voor de vereniging van diervoederfabrikanten Nevedi. Omdat hij druk bezet is en niet voortdurend aan de discussie kan deelnemen, zal hij tweemaal antwoorden op de vragen die lezers hier opwerpen. Via een poll wordt gestemd over de drie belangrijkste vragen die het lezerspubliek opwerpt. Foodlog zal door middel van moderatie de vragen vanuit van hun feitelijke en rationele onderbouwing zo helder en eenduidig mogelijk maken. Daarover zal de discussie hier gaan. De drie vragen die het publiek het belangrijkst vindt, zullen door de heer Dijkhuizen worden beantwoord. Op die manier ontstaat - zo hopen we - een gestructureerd debat.
Stelt u dus vooral uw vragen en ga daarover in debat! De meest zinvolle en best onderbouwde vragen kunnen rekenen op het antwoord van Dijkhuizen.
Voorzover zijn antwoorden aanleiding geven tot zinvolle vervolgvragen wordt nog een ronde met dezelfde spelregels ingebouwd.
Onderstaand de integrale tekst van Dijkhuizens Nevedi-blog dat in dagblad De Telegraaf werd samengevat onder de kop 'Bio schaadt milieu':
De keus is aan de consument
Dit jaar zijn er nieuwe acties tegen pluimveevlees uit de gangbare veehouderij, bestempeld als plofkip. Actiegroepen willen supermarkten dwingen te kiezen voor minder intensieve productiemethoden. Dat vind ik een merkwaardige ontwikkeling. De Nederlandse veehouderij is de meest productieve en daarmee de schoonste ter wereld. Die moet je niet af willen breken. De landbouw moet wereldwijd juist hoogproductiever en intensiever worden, anders sturen we aan op een tekort aan voedsel.
De vraag naar voedsel neemt de komende decennia enorm toe. De schattingen lopen uiteen van anderhalf tot twee keer de huidige productie in 2050. De wereldbevolking groeit sterk en voor veel mensen in opkomende economieën groeit de welvaart snel en daarmee de koopkrachtige vraag naar vlees, eieren en zuivel. Natuurlijk kunnen we nog het nodige winnen met het ontwikkelen van bijvoorbeeld nieuwe bronnen van eiwit (algen, insecten) en ook met minder verspilling, maar dat alles zal nooit genoeg zijn om de extra vraag naar voedsel mee af te dekken. Met de toename van het aantal mensen kunnen we verder niet verwachten dat er evenredig veel landbouwgrond bij komt. We lopen nu al tegen de grenzen aan. Die extra mensen hebben allemaal ruimte nodig om te leven, te werken en te recreëren. De enige conclusie die je daarom kunt trekken is dat de productie per hectare (en per dier) hoe dan ook omhoog moet.
In termen van duurzaamheid scoort hoogproductief en intensief het best. Dat blijkt uit de Life Cycle Analyses, onderzoek van Wageningen UR waarbij de hele keten van grondstof tot het bord van de consument wordt geanalyseerd en doorgerekend. Bij een hogere productie per dier, heb je minder grondstoffen per kilo product nodig. Een koe die 10.000 liter melk produceert heeft per kg melk 30% minder energie nodig dan twee koeien van 5.000 kilo. Ook de uitstoot van broeikasgassen als CO2 is daardoor per kg product veel lager.
Toch is er veel discussie. Dierenwelzijn is een gevoelig punt, vooral voor varkens en kippen in Nederland. Vaak wordt ‘biologisch’ gezien als het meest duurzaam. Dat is wat betreft het gebruik aan grondstoffen en uitstoot van broeikasgassen per kg product aantoonbaar onjuist. Dat komt primair doordat de productiviteit lager ligt dan bij ‘gangbaar’. In productiesystemen met meer aandacht voor welzijn hebben dieren meer ruimte, maar groeien langzamer en produceren minder. Dan heb je meer voer nodig, dat betekent meer grond en grondstoffen per eenheid melk, vlees of eieren en ook meer uitstoot aan broeikasgassen.
Het één is dus strijdig met het ander. Je moet kiezen. Ik vind aandacht voor dierlijk welzijn belangrijk, laat daar geen misverstand over bestaan. De afweging tussen meer welzijn enerzijds of minder aanslag op grond en grondstoffen en minder uitstoot aan broeikasgassen anderzijds, moet iedereen voor zichzelf maken. Keuzevrijheid van mensen is een groot goed. Ik zou graag ruimte zien voor een informed choice, gebaseerd op eerlijke informatie. Het hoeft toch niet door een paar mensen van Wakker Dier bepaald te worden? Big Brother die wel zal bepalen wat goed voor ons is? Wat mij betreft hoort het laatste woord aan de consument!
Welke vragen wilt u Aalt Dijkhuizen naar aanlediing van dit stuk stellen? We filteren ze hier uit naar mate van feitelijke onderbouwing en rationele plausibiliteit. Daarna leggen we de relevante aan het publiek voor en zal Aalt Dijkhuizen de drie door het publiek gekozen vragen beantwoorden.
Oorspronkelijk bron van deze column: website Nevedi
Fotocredits: antiplofkipcampagne, Utrecht CS, Foodlog Media
Dit artikel afdrukken
Stelt u dus vooral uw vragen en ga daarover in debat! De meest zinvolle en best onderbouwde vragen kunnen rekenen op het antwoord van Dijkhuizen.
Voorzover zijn antwoorden aanleiding geven tot zinvolle vervolgvragen wordt nog een ronde met dezelfde spelregels ingebouwd.
Onderstaand de integrale tekst van Dijkhuizens Nevedi-blog dat in dagblad De Telegraaf werd samengevat onder de kop 'Bio schaadt milieu':
De keus is aan de consument
Dit jaar zijn er nieuwe acties tegen pluimveevlees uit de gangbare veehouderij, bestempeld als plofkip. Actiegroepen willen supermarkten dwingen te kiezen voor minder intensieve productiemethoden. Dat vind ik een merkwaardige ontwikkeling. De Nederlandse veehouderij is de meest productieve en daarmee de schoonste ter wereld. Die moet je niet af willen breken. De landbouw moet wereldwijd juist hoogproductiever en intensiever worden, anders sturen we aan op een tekort aan voedsel.
De vraag naar voedsel neemt de komende decennia enorm toe. De schattingen lopen uiteen van anderhalf tot twee keer de huidige productie in 2050. De wereldbevolking groeit sterk en voor veel mensen in opkomende economieën groeit de welvaart snel en daarmee de koopkrachtige vraag naar vlees, eieren en zuivel. Natuurlijk kunnen we nog het nodige winnen met het ontwikkelen van bijvoorbeeld nieuwe bronnen van eiwit (algen, insecten) en ook met minder verspilling, maar dat alles zal nooit genoeg zijn om de extra vraag naar voedsel mee af te dekken. Met de toename van het aantal mensen kunnen we verder niet verwachten dat er evenredig veel landbouwgrond bij komt. We lopen nu al tegen de grenzen aan. Die extra mensen hebben allemaal ruimte nodig om te leven, te werken en te recreëren. De enige conclusie die je daarom kunt trekken is dat de productie per hectare (en per dier) hoe dan ook omhoog moet.
In termen van duurzaamheid scoort hoogproductief en intensief het best. Dat blijkt uit de Life Cycle Analyses, onderzoek van Wageningen UR waarbij de hele keten van grondstof tot het bord van de consument wordt geanalyseerd en doorgerekend. Bij een hogere productie per dier, heb je minder grondstoffen per kilo product nodig. Een koe die 10.000 liter melk produceert heeft per kg melk 30% minder energie nodig dan twee koeien van 5.000 kilo. Ook de uitstoot van broeikasgassen als CO2 is daardoor per kg product veel lager.
Toch is er veel discussie. Dierenwelzijn is een gevoelig punt, vooral voor varkens en kippen in Nederland. Vaak wordt ‘biologisch’ gezien als het meest duurzaam. Dat is wat betreft het gebruik aan grondstoffen en uitstoot van broeikasgassen per kg product aantoonbaar onjuist. Dat komt primair doordat de productiviteit lager ligt dan bij ‘gangbaar’. In productiesystemen met meer aandacht voor welzijn hebben dieren meer ruimte, maar groeien langzamer en produceren minder. Dan heb je meer voer nodig, dat betekent meer grond en grondstoffen per eenheid melk, vlees of eieren en ook meer uitstoot aan broeikasgassen.
Het één is dus strijdig met het ander. Je moet kiezen. Ik vind aandacht voor dierlijk welzijn belangrijk, laat daar geen misverstand over bestaan. De afweging tussen meer welzijn enerzijds of minder aanslag op grond en grondstoffen en minder uitstoot aan broeikasgassen anderzijds, moet iedereen voor zichzelf maken. Keuzevrijheid van mensen is een groot goed. Ik zou graag ruimte zien voor een informed choice, gebaseerd op eerlijke informatie. Het hoeft toch niet door een paar mensen van Wakker Dier bepaald te worden? Big Brother die wel zal bepalen wat goed voor ons is? Wat mij betreft hoort het laatste woord aan de consument!
Welke vragen wilt u Aalt Dijkhuizen naar aanlediing van dit stuk stellen? We filteren ze hier uit naar mate van feitelijke onderbouwing en rationele plausibiliteit. Daarna leggen we de relevante aan het publiek voor en zal Aalt Dijkhuizen de drie door het publiek gekozen vragen beantwoorden.
Oorspronkelijk bron van deze column: website Nevedi
Fotocredits: antiplofkipcampagne, Utrecht CS, Foodlog Media
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Twee vragen:
Waarom zouden prof Piersma en prof Olff ongelijk hebben?
Waarom heeft de WUR nog steeds niet in de gaten hoe het met het klimaatprobleem gesteld is? Kassen dicht als je daar in de landbouw iets wilt betekenen bijvoorbeeld. Dat gemillimeter op LCA tussen bio (stelt getalsmatig niks voor) en gangbaar lijkt mij even zinloos dan belastingmaatregelen bij zgn. zuinige auto's. Alle maatregelen dienen zich op het totale CO2 bedrag te richten.
Dit is opníeuw geen discussie. Laf!
Wanneer is de heer Dijkhuizen eindelijk bereid om écht in discussie te gaan?
Al is het maar één keer?
""Druk bezet""?
Waarmee?
En wél tijd om telkens in de media propaganda te maken voor zijn "duurzame" intensieve landbouw?
Belderbos, zou je eens uit willen leggen waarom dit geen discussie zou zijn?
Aalt Dijkhuizen gebruikt LCA -specifiek CO2 uitstoot- argumenten om voor de plofkip te zijn. Nu moet je onderscheid maken tussen de korte en de lange CO2 cyclus. Doe je dat dan vermoed ik dat een biologische kip er toch beter uitkomt. Voorzover ik weet heeft de WUR overigens helemaal geen LCA publicaties (en betwijfel ik zelfs of ze LCA modellen hebben die gevalideerd zijn). Blonk heeft wel LCA rapportages, en ook nog gewoon openbaar. Verwijst dhr Dijkhuizen dus eigenlijk naar onderzoek van een private partij? Mijn eerste vraag heeft hebben met LCA te maken:
1a. Heeft de WUR zelf LCA's uitgevoerd? Zo ja, waar staan deze rapporten? En wordt er wel netjes onderscheid gemaakt tussen 'kort CO2' en 'lang CO2'.
1b. Waarom verwijst Aalt zo graag naar CO2? Landgebruik, waterverbruik, maar zeker ook de gemiddelde consumptie per consument (ik vermoed dat een consument die biologisch eet, minder weggooit en minder eet, een EKO consument heeft over het algemeen een duurzamere lifestyle), eerlijkheid, etc etc tellen ook mee.
1c. Snapt Aalt dat de verschillende duurzaamheidskenmerken niet met elkaar vergeleken mogen worden? En dat dus de enige juiste democratische weg is om als individu zelf deze afwegingen te mogen maken
Mijn tweede vraag gaat over de rol van een CEO van een universiteit. Ik verwacht van een universiteit goed -methodologische en in uitvoering- onderzoek. En ik verwacht van een universiteit dat het wetenschappelijk debat aangegaan wordt met andere wetenschappers. Wat ik niet verwacht van een universiteit -en dus ook niet van haar CEO- is dat er politiek wordt bedreven. Mijn tweede vraag gaat hier over:
2. Door zo nadrukkelijk in de pers zijn mening te blijven geven, bedrijft dhr Dijkhuizen politiek (en kiest kant). Ziet (of voelt hij) dat hij inderdaad politiek aan het bedrijven is door zo nadrukkelijk persoonlijke wilskeuzes tot 'het ideaal' te bestempelen? En voelt Dijkhuizen aan dat het totaal niet gepast is om als CEO van een universiteit dat te doen?
Kortom een inhoudelijke vraag, en een vraag die meer met moraliteit van zijn functie als bestuurder van een Universiteit te maken heeft. Ik wacht af.
1) Uw visie is sterk bepaald door de Nederlandse landbouw. Er zijn heel veel plaatsen en omstandigheden in de wereld die vragen om andere aanpak van de voedselproductie: Denk aan bergachtige gebieden, kwetsbare delta's of ecosystemen, gebrekkige logistiek, beperkte middelen? Erkent u dat vanuit de omgeving gekeken moet worden wat ter plaatste de beste manier van voedselproductie is? Soms EKO, soms kleine schaal en soms grootschalig?
2) moet je niet kijken naar de lange termijn kringlopen van de belangrijke nutrienten N,P, K en C? Daarin horen lucht, water, bodem meegenomen te worden. De hoeveelheid voer per kg product is niet maatgevend, maar het beschikbaar houden van mineralen en vruchtbaarheid.