Vanwege Thanksgiving op 22 november draaide het allemaal om kalkoen, het traditionele Thanksgiving-gerecht. Kun je als verantwoordelijke en duurzaamheidsbewuste consument eigenlijk niet beter iets anders eten? Ja, oesters!
Elisabeth Kwak-Hefferan onderzocht een aantal alternatieven in Grist. Uiteraard neemt ze het traditionele Amerikaanse hoofdgerecht als uitgangspunt. Kalkoen is in de Verenigde Staten nu eenmaal onlosmakelijk verbonden met de feestdagen: het verhaal gaat dat de Pilgrim Fathers in Amerika wilde kalkoen vingen en aten voor het oorspronkelijke 'thanksgiving' maal.
Kwak's criteria luiden als volgt: 'Het gerecht moet duurzaam zijn - geteeld, gejaagd of verzameld op een manier die vervuiling en andere schadelijke milieu-effecten zoveel mogelijk beperkt, en de populatie van het betreffende voedsel in stand houdt. Het moet diervriendelijk zijn. Het moet lokaal zijn, met zo min mogelijk transport-gerelateerde CO2. Het moet zo gezond mogelijk zijn. De kosten en smaak beschouw ik als secundaire factoren. En het gerecht moet een laag risico hebben dat ik mezelf in mijn voet schiet - dus dat betekent dat wild, zoals wilde kalkoen, hert, lynx, elk en berggeit (die allemaal in de staat Washington waar ik woon te bejagen zijn) niet in aanmerking komen.'
Ze komt tot een intrigerend (lokaal) lijstje.
Op de onderste plaats staat de traditionele 'plofkalkoen', doorgefokte snelgroeiers die in weinig diervriendelijke omstandigheden zo snel mogelijk groot moeten worden.
Iets hoger staan lokaal geplukte paddenstoelen - met alle risico's van giftige soorten, de rit die je moet maken om ze te vinden en de relatief lage voedingswaarde.
Daarboven komen een obsceen uitziend lokaal schelpdier (de geoduck, je snapt waarom dat geen aantrekkelijk hoofdgerecht is, ondanks z'n uitstekende voedingswaarde en smaak) en zalm. De zalm scoort laag omdat lokaal geviste zalm te lijden heeft onder vervuiling, overbevissing en PCB-gehaltes.
Op een gedeelde tweede plaats komen Dungeness krabben en toch ..... weer kalkoen - 'heritage' wel te verstaan, dus van oude rassen en biologisch gehouden.
Maar bovenaan de lijst staan oesters.
Oesters worden over het algemeen in weinig milieu-belastende omstandigheden gekweekt - ze dragen zelfs bij aan verbetering van de waterkwaliteit. Het opvissen van de oesters hoeft geen beschadiging van de zeebodem te betekenen als de oesterkooien vrij van de bodem zijn verankerd. Bovendien zijn oesters rijk aan eiwitten, ijzer, vitaminen en mineralen, dus behoorlijk gezond. Veel ruimte hebben ze niet nodig om gelukkig in hun schelp te zijn.
Dat wordt slikken met Kerst, 'onze' Thanksgiving.
Fotocredits: Kent Wang
Dit artikel afdrukken
Kwak's criteria luiden als volgt: 'Het gerecht moet duurzaam zijn - geteeld, gejaagd of verzameld op een manier die vervuiling en andere schadelijke milieu-effecten zoveel mogelijk beperkt, en de populatie van het betreffende voedsel in stand houdt. Het moet diervriendelijk zijn. Het moet lokaal zijn, met zo min mogelijk transport-gerelateerde CO2. Het moet zo gezond mogelijk zijn. De kosten en smaak beschouw ik als secundaire factoren. En het gerecht moet een laag risico hebben dat ik mezelf in mijn voet schiet - dus dat betekent dat wild, zoals wilde kalkoen, hert, lynx, elk en berggeit (die allemaal in de staat Washington waar ik woon te bejagen zijn) niet in aanmerking komen.'
Ze komt tot een intrigerend (lokaal) lijstje.
Op de onderste plaats staat de traditionele 'plofkalkoen', doorgefokte snelgroeiers die in weinig diervriendelijke omstandigheden zo snel mogelijk groot moeten worden.
Iets hoger staan lokaal geplukte paddenstoelen - met alle risico's van giftige soorten, de rit die je moet maken om ze te vinden en de relatief lage voedingswaarde.
Daarboven komen een obsceen uitziend lokaal schelpdier (de geoduck, je snapt waarom dat geen aantrekkelijk hoofdgerecht is, ondanks z'n uitstekende voedingswaarde en smaak) en zalm. De zalm scoort laag omdat lokaal geviste zalm te lijden heeft onder vervuiling, overbevissing en PCB-gehaltes.
Op een gedeelde tweede plaats komen Dungeness krabben en toch ..... weer kalkoen - 'heritage' wel te verstaan, dus van oude rassen en biologisch gehouden.
Maar bovenaan de lijst staan oesters.
Oesters worden over het algemeen in weinig milieu-belastende omstandigheden gekweekt - ze dragen zelfs bij aan verbetering van de waterkwaliteit. Het opvissen van de oesters hoeft geen beschadiging van de zeebodem te betekenen als de oesterkooien vrij van de bodem zijn verankerd. Bovendien zijn oesters rijk aan eiwitten, ijzer, vitaminen en mineralen, dus behoorlijk gezond. Veel ruimte hebben ze niet nodig om gelukkig in hun schelp te zijn.
Dat wordt slikken met Kerst, 'onze' Thanksgiving.
Fotocredits: Kent Wang
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
En er zijn oesters, geboren in een afwasteiltje en gevoed met algen die zich eerst zelf dik aten in afvalwater van een patatfabriek waardoor dat water kraakschoon werd. De oesters groeien sneller dan wilde en worden lekkerder gevonden. Zo lekker, dat proevers op de visvakbeurs in Brussel ze een hoge onderscheiding gaven.
Naam: Claresse. Leverancier, Prins & Dingemandse.
Maar nu. Zie het andere heikele onderwerp op Foodlog, over het snoeren van journalistenmonden. Mag ik bovenstaande gewoon beweren of krijg ik nu boete van de VWA met goedkeuring van Foodlogcorrespondent De Heij?
Wouter, je hebt toch geen gezondheidsclaim neergelegd?
Flipse, bij deze.
Van oesters wordt de mens nog slimmer. Als soort. Dus niet morgen al, Flipse, maar in de loop der tijd.
Volgens mij kan je dat wel beweren. Het wordt wat twijfelachtiger/verboden als je aan oesters kwaliteiten toekent zoals: ter verhoging van uw viriliteit
Flipse, je hangt. Je mag niet zeggen wat ik niet zeggen mag want dan zeg je het.