De Australische super Coles and Woolworths vechten in de Noord-Westelijke staat Queensland een altijd-lage-prijzenslag tegen elkaar. Dat heeft ertoe geleid dat de prijzen dalen, zonder zicht op verbetering. Volgens boerenbron AgTrends zouden inmiddels 50 boeren in Queensland hun bedrijf wegens uitzichtloze financiële perspectieven hebben gestaakt. Voor het einde van het jaar zullen vermoedelijk nog 40 boeren stoppen.

Door de stoppende boeren kan niet meer aan de vraag naar melk worden voldaan. Inmiddels moet dan ook melk worden geïmporteerd van elders op het grote Australische continent.

In Nederland kost een liter halfvolle melk €0,84. In Australië houden de boeren het definitief gezien bij de prijs van 1 Australische dollar, die op dit moment €0,81 waard is.

Nederlandse boeren kunnen hun lage prijzen realiseren omdat ze zich gespecialiseerd hebben in het produceren van veel melk, zodat de kostprijs daalt en Nederlandse consumenten het goedkoop kunnen kopen. Het overschot dat ontstaat, wordt geëxporteerd in de vorm van melkpoeder over de gehele wereld. Volgens berekeningen van adviesbureau Boerenverstand exporteert het kleine Nederland 89% van zijn melk. Niettemin morren Nederlandse boeren regelmatig dat de prijs die zij ontvangen te laag is.

De Australische situatie laat zien wat er kan gebeuren als boeren hun kostprijzen niet meer goed kunnen maken als gevolg van te lage prijzen. Dan valt productie weg. Als gevolg daarvan zullen de prijzen op termijn sterk stijgen.

Landbouwsociologen wijzen erop dat boeren die stoppen, nooit meer beginnen. Dat betekent dat de nieuwe landbouw die over het gat van de bestaande onrendabele boerenlandbouw naar de industriële toekomst heen zal springen, zal bestaan uit op handel gerichte bedrijven die beter zullen weten om te gaan met hun productie en prijsvorming. Het Australische melkvoorbeeld is mogelijk een interessante case om een idee te krijgen van de contouren van de toekomstige landbouw.

Fotocredits: Daily Telegraph
Dit artikel afdrukken