InterChicken heeft twee jaar geleden al de steven richting Roemenië gewend, toen het in Nederland bijna onmogelijk bleek om over te stappen op diervriendelijke vleeskuikenhouderij. In Roemenië kan voor een lage kostprijs geproduceerd worden: "De kostprijs is onder meer laag door het integratiemodel (van fok tot vork), de goedkope grond, de lage arbeidskosten, de eigen voerproductie en de efficientie van productie." Hierdoor is het mogelijk het één-ster-kippenvlees goedkoper in de schappen te krijgen dan in Nederland geproduceerd sterrenvlees.

De Roemeense directeur van Agroli, Rami Ghazari, kijkt wat bevreemd naar de kritiek in Nederland op de stap van InterChicken: "Waarom in Nederland zoveel scepsis heerst tegen Roemeense kippenvleesproductie snapt de Agroli-directeur niet zo goed. De Nederlandse vleeskuikenindustrie noemt hij 'backyard-farming'. "In Nederland bevinden vleeskuikenbedrijven zich altijd in dorpen of aan de randen ervan. Uitbreiden is in verband met vergunningen en onwillige buren moeilijk. In Roemenië heb je dit probleem niet. Vleesproductie is hier industrieel."

Het volledige artikel met de bijbehorende foto´s verscheen in de printeditie van Nieuwe Oogst, dat het aan Foodlog ter beschikking stelde. Het artikel is in PDF-formaat op Foodlog opgenomen: Kippenvlees in Roemenië. Rond het artikel is tevens een vraaggesprek te lezen met voorzitter Erik Hubers van de pluimveehouders van LTO/NOP. Volgens hem vertraagt het goedkope vlees uit Roemenië de omschakeling in Nederland naar betere kip.

Fotocredits: Nieuwe Oogst en Agroli Group
Dit artikel afdrukken