Sinds Eva er Adam mee verleidde in het paradijs, hoort de appel bij de mens. Hij houdt wellicht de dokter buiten de deur, maar is de doorsnee appel ook lekker? Eten we over enkele jaren nog steeds Elstar en Jonagold of veroveren nieuwe rassen als Rubens, Pink Lady, Kanzi, Wellant of Santana onze fruitmanden? Of komen de oude weer terug? Hoe zit het met de duurzame innovaties in appelland? Op 1 november kiezen Urgenda en Foodlog, met een smaakpanel onder leiding van journalist Felix Wilbrink (Telegraaf), de ‘beste appel van Nederland’.
Urgenda en Foodlog organiseren deze wedstrijd om duidelijk te maken dat Nederland bergen appels produceert,waaronder een stel die er echt bovenuit steken. We moeten ervoor zorgen dat die in Nederland geteeld kunnen blijven worden, want de appelteelt in ons land wordt economisch steeds minder rendabel.
Vanuit het platform NieuwVers organiseren we, steeds per productcategorie, een serie wedstrijden om de aandacht van het publiek te vestigen op lekkerder en beter eten.
Appeltelers die zich onderscheiden op smaak en ras, zuinig zijn met bestrijdingsmiddelen, water en energie of op andere manieren het landschap, milieu of de biodiversiteit sparen, nodigen we van harte uit om mee te doen. In een open gesprek op www.foodlog.nl kiezen we, in samenspraak met een vakjury, vervolgens de finalisten. Live op TV laten we de opvallendste vernieuwers op 1 november proeven aan een breed publiek. De winnaar, goed én lekker dus, mag zich met recht ‘de beste appel van Nederland noemen’.
Wat cijfers
Verspreid over 19.200 hectare telt Nederland zo'n 27 miljoen appelbomen. Ze leveren 300 à 400 miljoen kilo appels per jaar op, ruim veertig procent van de totale Nederlandse fruitproductie. Per huishouden in Nederland kopen we jaarlijks 22 kilo appels, vooral Elstar (9,3 kilo) en Jonagold (4,4 kilo). Importappels eten we vooral in de periode april tot juli, als de voorraad in onze koelingen afneemt of de kwaliteit ervan terugloopt. Maar vreemd genoeg zijn appels uit Chili en Nieuw- Zeeland ook in ons eigen appelseizoen te verkrijgen. Daarginder worden ze namelijk vaak goedkoper geproduceerd.
In de appelsector is vaak sprake van overaanbod, zeker in de oogstperiode. Ook heeft de sector te maken met concurrentie uit het buitenland dat goedkoper kan produceren. Telers oogsten daarom soms vroeg, ten koste van smaak en houdbaarheid, om de bulk voor te zijn en een hogere prijs te beuren. Anderen verkopen hun appels als ze al lang over de piek van hun kwaliteit zijn, om de restanten maar kwijt te raken. Veel telers proberen de kosten per kilo appels zoveel mogelijk terug te brengen. Soms met slimme technologische innovaties, zoals opslagmethodes met minder derving als resultaat of door eigen energiewinning via zonnepanelen of groenafval van het bedrijf. Daarnaast zijn er telers die nieuwe rassen telen met een betere resistentie tegen ziektes en schimmel. Dat bespaart niet alleen kosten, maar komt ook tegemoet aan de vraag naar gifvrij fruit en een gezondere en mooiere leefomgeving. Een groeiende stroom telers kiest voor zogenaamde clubrassen met een onderscheidende smaak en afspraken waarmee de kwaliteit van deze 'merkappels' in stand wordt gehouden. Volgens velen hebben smaakvolle en goed resistente clubrassen de toekomst.
Oproep
Wie zijn over de gehele linie de echte innovatoren? Welke telers lopen vóór op de rest en waarin onderscheiden zij zich precies van anderen? Kortom, met welke appels kunnen we in Nederland voor de dag komen? Meld je hier aan of per mail bij dorine.ruter@urgenda.nl en vertel hier op Foodlog over het wel en wee in Nederland appelland.
NieuwVers staat voor onverkloot eten maar het hoeft niet uit oma's tijd te zijn. De modernste, verbeterende en verduurzamende technieken worden toegejuicht door NieuwVers als ze de voedingswaarde van plantaardige en dierlijke oorsprong van de producten zo goed mogelijk voor mensen beschikbaar maken en de milieudruk verminderen door dat slim en innovatief te doen. NieuwVers staat ook voor de 9 principes van de Food Revolution. Regionale, gesloten kringlopen, korte ketens tussen consument en producent, gebruik van hernieuwbare energie en grondstoffen, behoud van biodiversiteit en een mooi landschap, gedeeld eigenaarschap van consument en producent zijn daarin essentieel.
Fotocredits: Kat...
Dit artikel afdrukken
Vanuit het platform NieuwVers organiseren we, steeds per productcategorie, een serie wedstrijden om de aandacht van het publiek te vestigen op lekkerder en beter eten.
Appeltelers die zich onderscheiden op smaak en ras, zuinig zijn met bestrijdingsmiddelen, water en energie of op andere manieren het landschap, milieu of de biodiversiteit sparen, nodigen we van harte uit om mee te doen. In een open gesprek op www.foodlog.nl kiezen we, in samenspraak met een vakjury, vervolgens de finalisten. Live op TV laten we de opvallendste vernieuwers op 1 november proeven aan een breed publiek. De winnaar, goed én lekker dus, mag zich met recht ‘de beste appel van Nederland noemen’.
Wat cijfers
Verspreid over 19.200 hectare telt Nederland zo'n 27 miljoen appelbomen. Ze leveren 300 à 400 miljoen kilo appels per jaar op, ruim veertig procent van de totale Nederlandse fruitproductie. Per huishouden in Nederland kopen we jaarlijks 22 kilo appels, vooral Elstar (9,3 kilo) en Jonagold (4,4 kilo). Importappels eten we vooral in de periode april tot juli, als de voorraad in onze koelingen afneemt of de kwaliteit ervan terugloopt. Maar vreemd genoeg zijn appels uit Chili en Nieuw- Zeeland ook in ons eigen appelseizoen te verkrijgen. Daarginder worden ze namelijk vaak goedkoper geproduceerd.
In de appelsector is vaak sprake van overaanbod, zeker in de oogstperiode. Ook heeft de sector te maken met concurrentie uit het buitenland dat goedkoper kan produceren. Telers oogsten daarom soms vroeg, ten koste van smaak en houdbaarheid, om de bulk voor te zijn en een hogere prijs te beuren. Anderen verkopen hun appels als ze al lang over de piek van hun kwaliteit zijn, om de restanten maar kwijt te raken. Veel telers proberen de kosten per kilo appels zoveel mogelijk terug te brengen. Soms met slimme technologische innovaties, zoals opslagmethodes met minder derving als resultaat of door eigen energiewinning via zonnepanelen of groenafval van het bedrijf. Daarnaast zijn er telers die nieuwe rassen telen met een betere resistentie tegen ziektes en schimmel. Dat bespaart niet alleen kosten, maar komt ook tegemoet aan de vraag naar gifvrij fruit en een gezondere en mooiere leefomgeving. Een groeiende stroom telers kiest voor zogenaamde clubrassen met een onderscheidende smaak en afspraken waarmee de kwaliteit van deze 'merkappels' in stand wordt gehouden. Volgens velen hebben smaakvolle en goed resistente clubrassen de toekomst.
Oproep
Wie zijn over de gehele linie de echte innovatoren? Welke telers lopen vóór op de rest en waarin onderscheiden zij zich precies van anderen? Kortom, met welke appels kunnen we in Nederland voor de dag komen? Meld je hier aan of per mail bij dorine.ruter@urgenda.nl en vertel hier op Foodlog over het wel en wee in Nederland appelland.
NieuwVers staat voor onverkloot eten maar het hoeft niet uit oma's tijd te zijn. De modernste, verbeterende en verduurzamende technieken worden toegejuicht door NieuwVers als ze de voedingswaarde van plantaardige en dierlijke oorsprong van de producten zo goed mogelijk voor mensen beschikbaar maken en de milieudruk verminderen door dat slim en innovatief te doen. NieuwVers staat ook voor de 9 principes van de Food Revolution. Regionale, gesloten kringlopen, korte ketens tussen consument en producent, gebruik van hernieuwbare energie en grondstoffen, behoud van biodiversiteit en een mooi landschap, gedeeld eigenaarschap van consument en producent zijn daarin essentieel.
Fotocredits: Kat...
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Innovatoren telen niet per definitie de lekkerste appels. Volgens mij wordt er teveel ingezet op een zo hoog mogelijke produktie per boom, wat ten koste gaat aan de smaak van de vrucht. Een appel moet de tijd en ruimte hebben om tot volle uitgroei te komen en zal daardoor veel lekkerder zijn.
ik heb een biologische hoogstamfruitboomgaard in ontwikkeling met zo'n 50 oude rassen appels en peren..de frisse, zomerse smaak van het schellinkhoutertje & de fruitgheid van de bramsley in de pannekoek & de knapperige courte pendu als appel, die echt overal lekker in is & de kleipeer gekookt met rode port...
De meest buitenissige appel die ik ooit at - en die heel smakelijk is! - is de 'patte de loup'. Josje Regout bood me aan hem te enten; het zou me 150 km omrijden hebben gekost in het Franse achterland (3 uur) - daarom deed ik het niet. Als ik er later dit jaar weer kom doe ik het.
Ik vind (qua appels dan) niets leuker om bij telers of op streekmarkten oude en zeldzame rassen op de kop te tikken. Maar eerlijk, al die nieuwe rassen zoals Rubens (clubrassen heten ze toch?) zijn erg goed. Stevig, veel smaak en houdbaar.
Ik ben nogal fan van de Elstar (fris, stevig en lekker goedkoop), maar daar zal wel van alles aan mankeren......