De Europese Commissie reageerde snel en gaf voedselveiligheidsautoriteit EFSA opdracht het onderzoek en de uitkomsten te analyseren. De EFSA blijkt streng in zijn oordeel oordeel. Volgens Vilt.be noemt EFSA de onderzoeksopzet, de rapportering en de analyse van de studie ronduit "inadequaat". EFSA hoefde daarvoor niets meer te doen dan het onderzoek langs de meetlat van 'goede wetenschappelijke praktijken' leggen. De door professor Séralini en zijn team gebruikte methodologie bleek onvoldoende, waarmee de resultaten van het onderzoek als onbetrouwbaar moeten worden beschouwd. EFSA heeft de onderzoekers uiteraard om aanvullende informatie gevraagd teneinde antwoord te krijgen op 9 openstaande punten. Daarvoor heeft Séralini tot 12 oktober de tijd.

Op basis van de huidige constateringen, is het volgens de EFSA niet nodig de vergunning van de maisvariëteit NK603 op te schorten of nieuw veiligheidsonderzoek te doen naar deze GMO-mais of Roundup (het in de studie betrokkenherbicide glyfosaat).

Professor Séralini heeft laten weten dat hij niet van plan is nadere gegevens aan de EFSA te verschaffen. Volgens hem is EFSA in dezen 'juge et partie' en moet de gezamenlijke wetenschappelijke wereld zijn resultaten beoordelen.

De vraag die zich stelt is de volgende: is iets veilig omdat niet bewezen is dat het onveilig is of is iets veilig als bewezen is dat het veilig is? Beide vragen zijn niet beantwoord. Onderwijl verwijten voor- en tegenstanders van GMO elkaar niet rationeel en zuiver naar de feiten te kijken. De vraag is veeleer of de juiste vragen wel gesteld worden.

Fotocredits: Big Fat Rat , Rat B-hee-hee (op de prullenbak)
Dit artikel afdrukken