In het Belgische Oostende kwamen maandag 24 april de regeringsleiders van 9 Europese landen bijeen. Ook Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie schoof aan. Op tafel lagen grootse plannen om van de Noordzee één grote groene energiecentrale te maken. Windmolens moeten die droom waarmaken.
De Franse president Emmanuel Macron, de Duitse bondskanselier Olaf Scholz, de Britse premier Rishi Sunak en de staatshoofden van Ierland, Noorwegen en Luxemburg waren te gast bij de Belgische premier Alexander De Croo in Oostende. Zij sloten zich aan bij de Noordzeecoalitie die België, Denemarken, Duitsland en Nederland vorig jaar in het Deense Esbjerg ten doop hielden. Ook de Nederlandse premier Mark Rutte en minister voor Energie en Klimaat Rob Jetten waren van de partij vandaag.

Doel van de Noordzeecoalitie is grootschalige energie-opwekking met windmolens op zee. Op dit moment produceren de landen gezamenlijk zo'n 30 gigawatt (GW) via windmolens op zee. Tegen 2030 moet dat 134 GW zijn, in 2050 meer dan 300 GW. Dat is genoeg om circa 300 miljoen gezinnen van groene stroom te voorzien. Om de Europese energietransitie tot een goed einde te brengen, moet in 2040 de hele energieproductie klimaatneutraal zijn. De inval van Rusland in Oekraïne bracht de plannen van de Noordzeecoalitie in een stroomversnelling, omdat het de EU deed inzien dat de afhankelijkheid van Russisch gas een grote kwetsbaarheid met zich mee bracht.

Samenwerking
Meer windmolens op zee dus, en meer samenwerking. Vooralsnog werkt namelijk ieder land vooral afzonderlijk aan plannen om zijn capaciteit te vergroten. Tijdens de top komt een aantal knelpunten aan de orde, aldus vrtNWS:
  • het Prinses Elisabeth Eiland voor de Belgische kust (verbinding tussen de nieuwe windmolenparken op zee en het vasteland)
  • het jarenlange conflict tussen België en Frankrijk over een windmolenpark voor de kust van Duinkerken (dat zou de Belgische lucht- en scheepvaart schaden)
  • afstemming bouwprojecten zodat groei gelijkmatiger plaatsvindt (geen enkel nieuw windmolenpark in 2022, andere jaren 3 tot 4 tegelijk voorzien)
  • afstemming over verbindingen tussen windmolenparken en landen (zoals de Triton-verbinding tussen België en Denemarken die in 2030 klaar moet zijn, en de nieuwe stroomkabel tussen Nederland en Groot-Brittannië), waarmee landen in de toekomst bij stroomoverschotten andere landen kunnen bevoorraden
  • standaarden voor windmolens (bijvoorbeeld over de hoogte, zodat plaatsen efficiënter wordt en de kostprijs omlaag gaat
  • uniformeren van de verschillende subsidiesystemen (elk land heeft nu zijn eigen regels om investeerders aan te trekken en de bouw van windmolens op zee te subsidiëren).

Op de agenda staat ook de vraag of plannen wel realistisch zijn. Alleen al aan de Triton-verbinding hangt een prijskaartje van naar schatting €3,6 miljard, waarvan België €1,4 miljard voor zijn rekening neemt. Volgens de Belgische Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas is het terugverdienmodel voor die investering onzeker en valt de kosten-batenberekening negatief uit. Toeleveranciers van materialen voor windmolens laten weten dat de toeleverende niet zomaar aan de vraag van de overheden kan voldoen. In tegenstelling tot de vandaag geplande 300 GW, ging het in september 2022 nog over 180 en 260 GW.

Sabotage-dreiging
De Noordzee-top buigt zich ook nog eens over over de Russische dreiging. Vorige week kwam aan het licht dat Russische spionageschepen de kritieke infrastructuur - inclusief windparken - in de Noordzee in kaart brengen, mogelijk met het oogmerk deze te saboteren. De bodem van de Noordzee ligt vol datakabels en pijpleidingen. Bij de gesprekken over de kwetsbaarheid van de infrastructuur op en in de zee schuift dan ook de NAVO aan tafel.