De chemicaliën in plastic verpakkingen en de nanodeeltjes van verkruimeld plastic worden teruggevonden in het goedbeschermde binnenste van organismen. Spookchemicaliën, maar ook bekende boosdoeners als PFAS, DDT, PVC, Bisfenol A en ftalaten, verstoren de werking van hormonen en jagen de vetopslag aan. De gevolgen zijn nog niet te overzien, maar de impact van al dat plastic afval is immens en alom aanwezig.
Dat de obesitasepidemie om zich heen grijpt en ongeveer de helft van de wereldbevolking al overgewicht heeft, is een treurige vaststelling. Verklaringen voor de horizontale uitdaging van de mensheid zijn er genoeg, en vragen ook. Hoe kan het bijvoorbeeld dat veel mensen dikker worden dan op grond van hun energie-inname en -verbruik (bio)logisch zou zijn? Zijn er krachten aan het werk die de vetopslag aanjagen, los van de overmaat calorieën uit de voeding en de genen?
Chemicaliën in plastics zouden best weleens voor een flink deel kunnen bijdragen aan overmatig vetopslag in de mens. En plasticdeeltjes zelf ook. Recente studies duiken dieper in de hormoonverstorende werking van chemicaliën en nanodeeltjes van plastics en leveren bewijs voor hun bijdrage aan de toenemende obesitas. Het gaat dan om plastic verpakkingsmateriaal dat in aanraking komt met voeding en kleine deeltjes van afgebroken plastic. In het tijdperk van kant-en-klaar eten is dat heel veel plastic. Niet alle soorten plastic zijn verdacht, maar er zijn ook spookchemicaliën.
Weekmakers
Van twee (soorten) stoffen die veel in plastic verpakkingen en ander kunststofmateriaal voorkomen bestaan al langer sterke aanwijzingen dat ze een verstorende werking hebben op hormonen, ftalaten en bisfenol B. Het zijn chemicaliën met vele toepassingen, van weekmakers in plastic speelgoed, vlamvertragers in isolatiemateriaal, glansmiddel in pillen, in cosmetica en coatings in conservenblikken.
Onderzoekers van de Norwegian University of Science and Technology in Trondheim publiceerden vorig jaar een rapport over plastics in 34 verpakkingsproducten: yoghurtbekers, piepschuimbakken, sapflessen, snoepverpakkingen, voedingsmiddelenfolie, placemats, sponzen etc. Ze vonden alleen al in verpakkingsmateriaal 4000 verschillende chemische stoffen, waarvan maar 629 geïdentificeerd konden worden. Elf daarvan, waaronder bisfenolen en ftalaten, maar ook DDT, PVC en PUR, “verstoren het vermogen van ons lichaam om het gewicht te reguleren, en hebben andere verontrustende gezondheidseffecten,” zoals The Guardian het samenvat.
Adipogenese
Uit laboratoriumproeven met muizencellen in vitro bleek echter dat veel meer stoffen de vetaanmaak, adipogenese, aanjagen. In liefst een derde van de geteste producten zaten stoffen met die werking. Bisfenol en ftalaten zijn maar het topje van de ijsberg, aldus de Noren. In alle plastic verpakkingen zitten polymeren, additieven en ‘per ongeluk’ aanwezige reststoffen van het productieproces. Van duizenden stoffen kon niet eens vastgesteld worden wat het was.
Ook werd niet helemaal duidelijk hoe de metabolism-disrupting chemicals (MDC) bijdragen aan het vormen van vetdeeltjes. Deels door activering van de receptor op de cel, PPARγ, die de vetopslag regelt. Maar de complexe stoffen activeren nog meer mechanismen die tot de cumulatie van vetzuren in vetcellen leiden, onder meer via receptoren in de lever en de schildklier.
Placenta
Het zijn echter niet alleen de chemicaliën in plastics die een verstorende invloed op het menselijk (vet)metabolisme hebben, maar ook de nanodeeltjes zelf. Plastics verkruimelen na verloop van tijd door hitte, zonlicht, water en slijtage tot minuscule deeltjes, die diep doordringen in het weefsel en de organen van mens en dier, vergelijkbaar met fijnstof.
Onderzoekers van de Rutgers University traceerden de piepkleine deeltjes in de bloedbaan, de placenta en uiteindelijk in de foetus van een zwangere rat. Voor de proef werden deeltjes polystyreen gebruikt, in doses die overeenkomen met waar mensen dagelijks aan blootgesteld zijn. Dat de nanodeeltjes de placenta passeerden mag opmerkelijk heten, want die werkt als een zeer selectieve filter voor de uitwisseling van stoffen tussen de moeder en de foetus.
Veel invloed op de groei van de foetus werd in deze studie niet waargenomen, wel op de grootte van de placenta. Andere eventuele kwalijke gevolgen voor de groei van het diertje, of de vertaling daarvan naar de mens, vielen buiten het bereik van deze pilot study. De hoofdonderzoeker Philip Demokritou suggereert wel dat de nanodeeltjes substantieel bijdragen aan de vetopslag, wel tot 45% extra.
PFAS
Veel bestanddelen van plastics zijn ‘forever chemicals’, sterke verbindingen die niet of heel langzaam afbreken tot onschadelijke componenten. De beruchtste zijn de alom aanwezige PFAS-verbindingen, poly- en perfluoralkylstoffen. Ze komen geregeld in het nieuws, recent weer omdat er een verbod op het gebruik in Europa staat aan te komen. In menig huishouden zal de gebutste anti-aanbakkoekenpan in de vuilnisbak zijn beland na berichten in de media over de schadelijkheid van de teflon die in de pan verwerkt is. (Waarna die PFAS toch ook in het milieu terechtkomt).
Bij alle verdenkingen van hormoonverstoring door PFAS is nieuw bewijs geleverd door een gedegen onderzoek. “Obesogene PFAS's kunnen gewichtstoename veroorzaken en zo bijdragen tot de obesitas-pandemie”, dat concluderen Deense onderzoekers op basis van data van 381 proefpersonen die aan een afvalprogramma deelnamen. Het werd vastgesteld op basis van PFAS-verbindingen in het bloed en de gewichtstoename na een begeleid programma om gewicht te verliezen.
Bij de proefpersonen die aan het begin van het onderzoek de hoogste PFAS-waarden in hun bloed hadden, werd waargenomen dat zij (na gewicht verloren te hebben) het meest weer aankwamen. Die gewichtstoename was groter dan alleen op basis van het veranderde eetpatroon verklaard kon worden. Ditzelfde effect was eerder waargenomen in een Amerikaanse studie uit 2018. In de Verenigde Staten beijveren gezondheidsorganisaties zich voor het uitbannen van PFAS en andere hormoonverstorende stoffen uit het milieu.
Dit artikel afdrukken
Chemicaliën in plastics zouden best weleens voor een flink deel kunnen bijdragen aan overmatig vetopslag in de mens. En plasticdeeltjes zelf ook. Recente studies duiken dieper in de hormoonverstorende werking van chemicaliën en nanodeeltjes van plastics en leveren bewijs voor hun bijdrage aan de toenemende obesitas. Het gaat dan om plastic verpakkingsmateriaal dat in aanraking komt met voeding en kleine deeltjes van afgebroken plastic. In het tijdperk van kant-en-klaar eten is dat heel veel plastic. Niet alle soorten plastic zijn verdacht, maar er zijn ook spookchemicaliën.
Weekmakers
Van twee (soorten) stoffen die veel in plastic verpakkingen en ander kunststofmateriaal voorkomen bestaan al langer sterke aanwijzingen dat ze een verstorende werking hebben op hormonen, ftalaten en bisfenol B. Het zijn chemicaliën met vele toepassingen, van weekmakers in plastic speelgoed, vlamvertragers in isolatiemateriaal, glansmiddel in pillen, in cosmetica en coatings in conservenblikken.
Onderzoekers van de Norwegian University of Science and Technology in Trondheim publiceerden vorig jaar een rapport over plastics in 34 verpakkingsproducten: yoghurtbekers, piepschuimbakken, sapflessen, snoepverpakkingen, voedingsmiddelenfolie, placemats, sponzen etc. Ze vonden alleen al in verpakkingsmateriaal 4000 verschillende chemische stoffen, waarvan maar 629 geïdentificeerd konden worden. Elf daarvan, waaronder bisfenolen en ftalaten, maar ook DDT, PVC en PUR, “verstoren het vermogen van ons lichaam om het gewicht te reguleren, en hebben andere verontrustende gezondheidseffecten,” zoals The Guardian het samenvat.
Adipogenese
Uit laboratoriumproeven met muizencellen in vitro bleek echter dat veel meer stoffen de vetaanmaak, adipogenese, aanjagen. In liefst een derde van de geteste producten zaten stoffen met die werking. Bisfenol en ftalaten zijn maar het topje van de ijsberg, aldus de Noren. In alle plastic verpakkingen zitten polymeren, additieven en ‘per ongeluk’ aanwezige reststoffen van het productieproces. Van duizenden stoffen kon niet eens vastgesteld worden wat het was.
Ook werd niet helemaal duidelijk hoe de metabolism-disrupting chemicals (MDC) bijdragen aan het vormen van vetdeeltjes. Deels door activering van de receptor op de cel, PPARγ, die de vetopslag regelt. Maar de complexe stoffen activeren nog meer mechanismen die tot de cumulatie van vetzuren in vetcellen leiden, onder meer via receptoren in de lever en de schildklier.
Minder complexe plastics, die getest worden op hun adipogene werking, zouden de uitweg naar een niet-toxische omgeving kunnen zijnHeel veel plastics, combinaties van diverse chemicaliën, activeerden de vetvorming niet. Zoals PET, waarvan plastic flessen worden gemaakt. De onderzoekers schrijven in hun conclusie dat de huidige veelheid aan plastics in verpakkingen bijdraagt aan een toxische, obesogene omgeving. Minder complexe plastics, die getest worden op hun adipogene werking, zouden de uitweg naar een niet-toxische omgeving kunnen zijn.
Placenta
Het zijn echter niet alleen de chemicaliën in plastics die een verstorende invloed op het menselijk (vet)metabolisme hebben, maar ook de nanodeeltjes zelf. Plastics verkruimelen na verloop van tijd door hitte, zonlicht, water en slijtage tot minuscule deeltjes, die diep doordringen in het weefsel en de organen van mens en dier, vergelijkbaar met fijnstof.
Onderzoekers van de Rutgers University traceerden de piepkleine deeltjes in de bloedbaan, de placenta en uiteindelijk in de foetus van een zwangere rat. Voor de proef werden deeltjes polystyreen gebruikt, in doses die overeenkomen met waar mensen dagelijks aan blootgesteld zijn. Dat de nanodeeltjes de placenta passeerden mag opmerkelijk heten, want die werkt als een zeer selectieve filter voor de uitwisseling van stoffen tussen de moeder en de foetus.
Veel invloed op de groei van de foetus werd in deze studie niet waargenomen, wel op de grootte van de placenta. Andere eventuele kwalijke gevolgen voor de groei van het diertje, of de vertaling daarvan naar de mens, vielen buiten het bereik van deze pilot study. De hoofdonderzoeker Philip Demokritou suggereert wel dat de nanodeeltjes substantieel bijdragen aan de vetopslag, wel tot 45% extra.
PFAS
Veel bestanddelen van plastics zijn ‘forever chemicals’, sterke verbindingen die niet of heel langzaam afbreken tot onschadelijke componenten. De beruchtste zijn de alom aanwezige PFAS-verbindingen, poly- en perfluoralkylstoffen. Ze komen geregeld in het nieuws, recent weer omdat er een verbod op het gebruik in Europa staat aan te komen. In menig huishouden zal de gebutste anti-aanbakkoekenpan in de vuilnisbak zijn beland na berichten in de media over de schadelijkheid van de teflon die in de pan verwerkt is. (Waarna die PFAS toch ook in het milieu terechtkomt).
Bij alle verdenkingen van hormoonverstoring door PFAS is nieuw bewijs geleverd door een gedegen onderzoek. “Obesogene PFAS's kunnen gewichtstoename veroorzaken en zo bijdragen tot de obesitas-pandemie”, dat concluderen Deense onderzoekers op basis van data van 381 proefpersonen die aan een afvalprogramma deelnamen. Het werd vastgesteld op basis van PFAS-verbindingen in het bloed en de gewichtstoename na een begeleid programma om gewicht te verliezen.
Bij de proefpersonen die aan het begin van het onderzoek de hoogste PFAS-waarden in hun bloed hadden, werd waargenomen dat zij (na gewicht verloren te hebben) het meest weer aankwamen. Die gewichtstoename was groter dan alleen op basis van het veranderde eetpatroon verklaard kon worden. Ditzelfde effect was eerder waargenomen in een Amerikaanse studie uit 2018. In de Verenigde Staten beijveren gezondheidsorganisaties zich voor het uitbannen van PFAS en andere hormoonverstorende stoffen uit het milieu.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Citaat en stelling:
'Hoe kan het bijvoorbeeld dat veel mensen dikker worden dan op grond van hun energie-inname en -verbruik (bio)logisch zou zijn?'
Deze stelling is niet juist en in strijd met de eerste hoofdwet van de thermodynamica.
(Aan een ieder: Google a.u.b. even voordat u commentaar gaat leveren, en of een zinloze discussie gaat beginnen).
Energie kan namelijk, (op deze planeet) nooit ontstaan uit producten die geen calorieën/energie bevatten, nooit!
Degene die dit wel beweren, daag ik uit om dit door middel van 1 of meer natuurkundige formules te bewijzen.
Indien deze formule(s) klopt, raad ik u aan om dit wetenschappelijk te publiceren, omdat u dan een perpetuum mobile heeft uitgevonden, en dat is zeker een Nobelprijs voor natuurkunde waard.
Een spreekwoord van mijn oma: "ieder ( overmaat) pondje, dat gaat door het mondje en niet door het kontje, gaat in het rondje".
Ik kan me dus goed voorstellen, dat bepaalde niveaus aan bepaalde chemicaliën het lichaam aanzet, vet op te slaan in het rondje en niet uit te scheiden via het kontje. ( inkapseling van bepaalde chemicaliën i.p.v. vrij rond te laten gaan in het lichaam ? )
Als dan die voedselvoorraden zo gemakkelijk te verkrijgen zijn als nu in bepaalde gebieden...
N.B.: Ik ben geen voedingsmiddel-technoloog noch maag-lever-darm specialist.
Obesitas is 1 ding. Bleef het maar beperkt tot verpakkingslekkage. Dat valt met enige zorgvuldigheid nog wel te vermijden. Plasticvergiftiging, dat al in het meeste voedsel en dranken zit, daar ontkomt niemand aan. Het zit vooral ook in de lucht die we inademen, maar daar is iets op gevonden.
Mike Sermo , wat moeten we precies gaan Googelen?
De door jou geciteerde zin is overigens geen stelling maar een vraag.
En inderdaad, mensen worden soms dik zonder dat dit verklaard wordt door hun energie-inname (die dus niet nul is) en -verbruik. Tussen inname en opslag in het lichaam zitten namelijk allerlei processen: vertering, absorptie, transport van nutriënten in het lichaam, benutting van nutriënten voor diverse processen en uiteindelijk aanzet van lichaamsweefsels (eiwit en/of vet). Dat hele metabolisme verschilt tussen personen: Als je eten niet goed wordt verteerd in je maagdarmkanaal, dan poep je meer uit; als er in je lichaam allerlei (subklinische) ontstekingsreacties gaande zijn, dan kosten die energie en nutriënten; als je een traag basismetabolisme hebt, of je schildklier werkt niet goed, dan matcht je energieopname ook niet met je gewichtstoename. Ook je genen en of die 'aan' of 'uit' staan heeft invloed (zelfs over generaties heen).
Kortom: je lijf is een blackbox: er gaat iets in en er komt iets uit, maar wat er daartussen gebeurt is erg afhankelijk van allerlei factoren.
Thermodynamica is natuurkunde, wij zijn biologie ;-)
Thermodynamica moge natuurkunde zijn, de biologie heeft zich wel degelijk aan haar wetten te houden. Ieder pondje gaat daarom door het mondje. Het zou ev. kunnen zijn dat onder invloed van plastics het metabolisme vertraagt en het overschot wat aan energie is binnengekomen opgeslagen wordt. Je wordt zwaarder en dikker. Dat zou je kunnen opvallen. Je mag dan misschien volgens de regels niet te veel eten, maar als je tóch aankomt is er iets aan de hand. Of dat nou die plastics zijn, te weinig bewegen, per ongeluk/stiekum, (te (veel)) snacken, etc: er is een oorzaak. Als de plastics de oorzaak zijn, zou je ook minder energie moeten hebben of andere lichamelijke effecten. Je kunt niet zomaar evenveel blijven eten, wel aankomen (wat je eerst niet deed!) en gewoon kunnen werken/sporten als voorheen. Je hebt minder energie te besteden en dat moet ergens uit blijken.