Who's afraid of red, yellow and green? De Hollandse paprika is niet meer weg te denken uit de keuken of het winkelschap. Maar is er ook onderscheid?
Er is geen huishouden waar de paprika niet met enige regelmaat op het bord verschijnt. In stoplichtverpakking of los, klassiek blokvormig of in z'n hippere puntvorm. Maar hoeveel genot beleven consumenten aan een paprika? En hoe innovatief zijn Nederlandse telers? Eten we vooral bulk of zijn er ook rassen op de markt die zich echt onderscheiden op smaak? Waar blijven de witte, de paarse, de bruine of de kronkelige exemplaren?
De komende weken gaan Foodlog en Urgenda op zoek naar de pareltjes uit de glastuinbouw. En naar de eisen qua energiegebruik of teeltwijze waaraan een ‘NieuwVerse’ paprika zou moeten voldoen.
De meest innovatieve resultaten laten we op 13 september proeven door een professionele jury onder leiding van Telegraaf-journalist Felix Wilbrink, die de titel ‘Beste paprika van Nederland’ te vergeven heeft.
Wat feiten
Een paar feiten en cijfers. Hoewel de paprika pas in de jaren zeventig zijn intrede deed in onze keuken, heeft de teelt hier een enorme vlucht genomen. Het is inmiddels een echt Hollands product. Stap je in de zomer nietsvermoedend een Franse supermarkt binnen op zoek naar authentieke waar uit de streek, dan loop je grote kans paprika’s en tomaten uit Nederland te ontmoeten. Van de bijna 5.000 hectare glasgroenten in ons land, is op dit moment zo’n 1.360 hectare in gebruik voor de teelt van paprika’s door ongeveer 400 bedrijven. We telen hier in totaal zo’n 320 miljoen kilo, waarvan een fiks deel - ongeveer 40% - in Duitsland belandt. Zelf eten we er zo’n 22,5 miljoen kilo van op, ongeveer 3 kilo per huishouden per jaar - het merendeel daarvan komt uit Spanje.
Moeilijke tijden
Dat zijn ronkende getallen. Maar schijnt bedriegt. De teelt kent moeilijke tijden, aldus het Productschap Tuinbouw in een factsheet uit 2010 . Een grote productie en als gevolg hiervan een lage prijs per kilo zijn hier debet aan. Kort samengevat: er is geen droog brood te verdienen met paprika’s. En dan hebben we het nog niet gehad over de desastreuze gevolgen van de EHEC-crisis. De glastuinbouw maakt lastige tijden door. Bijna elke dag gaat er een bedrijf failliet. Veel tuinders staan met hun rug tegen de muur. De sector heeft de laatste jaren veel energie gestoken in het groter worden, meer produceren tegen een lagere kostprijs en in het optimaliseren van de bedrijfsprocessen. Die energie is dus niet gaan zitten in het innoveren op smaak, op raskeuze of het investeren in andere leuke en nuttige innovaties.
En nu zit de sector dus met de brokken. Het grote publiek kent de paprika vooral als een massaproduct. En de tuinbouw is nog niet helemaal bevrijd van het imago van een energieslurpende, gifspuitende bende die ook nog eens het nachtleven verpest met hun lichtbakken. En niet helemaal onterecht. Hoewel de glastuinbouw met al haar WKK’s inmiddels netto leverancier is geworden van elektriciteit, wordt die energie door middel van aardgas wel eerst fossiel opgewekt. En 35m3 aardgas per jaar om een vierkante meter kasgroente te verwarmen, is een stevige aanslag op de schaarser wordende energiebronnen. Daar is nog flinke winst te halen en dat is inmiddels ook mogelijk. Maar innoveren vergt forse investeringen. En dat geld wordt momenteel niet verdiend. Toch is het niet allemaal kommer en kwel wat de klok slaat in tuindersland. Nieuwe teeltwijzen als Pura Natura, naast het vertrouwde biologisch, Milieukeur of sector-keurmerken als GLOBALGAP , kleuren de horizon zacht oranje of rood. Telen in gesloten kringlopen, met slechts natuurlijke bestrijdingsmiddelen, waterbesparend, op kokos in plaats van het bekende steenwol of stoken op houtskool. Opvang van zonne-energie, spannende nieuwe rassen. Een enkele kas met grootse plannen om een diepe aardwarmtebron te slaan. Het gebeurt allemaal. Maar deze initiatieven zijn nauwelijks bekend bij het grote publiek. En, als mensen het niet kennen, gaan ze er zeker niet naar vragen en er ook niet voor betalen.
Koplopers
De komende weken gaan we – met de hulp van iedereen die dat wil – daar verandering in brengen. We gaan op zoek naar de innovatoren. Wie zijn de koplopers en waarin onderscheiden ze zich precies? En wat maakt hun paprika precies NieuwVers en bijzonder? Wij zijn heel benieuwd! Meld het ons op dorine.ruter@urgenda.nl.
De meest innovatieve paprika
Wat dat is, is hier onderwerp van gesprek. Met mensen uit het vak en iedereen die vragen heeft en wil weten hoe het zit om zich een oordeel te kunnen vormen. Zo kunnen we samen bepalen wat op de moment 'top of the bill' is.
NieuwVers staat voor onverkloot eten maar het hoeft niet uit oma's tijd te zijn. De modernste, verbeterende en verduurzamende technieken worden toegejuicht door NieuwVers als ze de voedingswaarde van plantaardige en dierlijke oorsprong van de producten zo goed mogelijk voor mensen beschikbaar maken en de milieudruk verminderen door dat slim en innovatief te doen. NieuwVers staat ook voor de 9 principes van de Food Revolution. Regionale, gesloten kringlopen, korte ketens tussen consument en producent, gebruik van hernieuwbare energie en grondstoffen, behoud van biodiversiteit en een mooi landschap, gedeeld eigenaarschap van consument en producent zijn daarin essentieel.
Fotocredits: marc.thiele
Dit artikel afdrukken
De komende weken gaan Foodlog en Urgenda op zoek naar de pareltjes uit de glastuinbouw. En naar de eisen qua energiegebruik of teeltwijze waaraan een ‘NieuwVerse’ paprika zou moeten voldoen.
De meest innovatieve resultaten laten we op 13 september proeven door een professionele jury onder leiding van Telegraaf-journalist Felix Wilbrink, die de titel ‘Beste paprika van Nederland’ te vergeven heeft.
Wat feiten
Een paar feiten en cijfers. Hoewel de paprika pas in de jaren zeventig zijn intrede deed in onze keuken, heeft de teelt hier een enorme vlucht genomen. Het is inmiddels een echt Hollands product. Stap je in de zomer nietsvermoedend een Franse supermarkt binnen op zoek naar authentieke waar uit de streek, dan loop je grote kans paprika’s en tomaten uit Nederland te ontmoeten. Van de bijna 5.000 hectare glasgroenten in ons land, is op dit moment zo’n 1.360 hectare in gebruik voor de teelt van paprika’s door ongeveer 400 bedrijven. We telen hier in totaal zo’n 320 miljoen kilo, waarvan een fiks deel - ongeveer 40% - in Duitsland belandt. Zelf eten we er zo’n 22,5 miljoen kilo van op, ongeveer 3 kilo per huishouden per jaar - het merendeel daarvan komt uit Spanje.
Moeilijke tijden
Dat zijn ronkende getallen. Maar schijnt bedriegt. De teelt kent moeilijke tijden, aldus het Productschap Tuinbouw in een factsheet uit 2010 . Een grote productie en als gevolg hiervan een lage prijs per kilo zijn hier debet aan. Kort samengevat: er is geen droog brood te verdienen met paprika’s. En dan hebben we het nog niet gehad over de desastreuze gevolgen van de EHEC-crisis. De glastuinbouw maakt lastige tijden door. Bijna elke dag gaat er een bedrijf failliet. Veel tuinders staan met hun rug tegen de muur. De sector heeft de laatste jaren veel energie gestoken in het groter worden, meer produceren tegen een lagere kostprijs en in het optimaliseren van de bedrijfsprocessen. Die energie is dus niet gaan zitten in het innoveren op smaak, op raskeuze of het investeren in andere leuke en nuttige innovaties.
En nu zit de sector dus met de brokken. Het grote publiek kent de paprika vooral als een massaproduct. En de tuinbouw is nog niet helemaal bevrijd van het imago van een energieslurpende, gifspuitende bende die ook nog eens het nachtleven verpest met hun lichtbakken. En niet helemaal onterecht. Hoewel de glastuinbouw met al haar WKK’s inmiddels netto leverancier is geworden van elektriciteit, wordt die energie door middel van aardgas wel eerst fossiel opgewekt. En 35m3 aardgas per jaar om een vierkante meter kasgroente te verwarmen, is een stevige aanslag op de schaarser wordende energiebronnen. Daar is nog flinke winst te halen en dat is inmiddels ook mogelijk. Maar innoveren vergt forse investeringen. En dat geld wordt momenteel niet verdiend. Toch is het niet allemaal kommer en kwel wat de klok slaat in tuindersland. Nieuwe teeltwijzen als Pura Natura, naast het vertrouwde biologisch, Milieukeur of sector-keurmerken als GLOBALGAP , kleuren de horizon zacht oranje of rood. Telen in gesloten kringlopen, met slechts natuurlijke bestrijdingsmiddelen, waterbesparend, op kokos in plaats van het bekende steenwol of stoken op houtskool. Opvang van zonne-energie, spannende nieuwe rassen. Een enkele kas met grootse plannen om een diepe aardwarmtebron te slaan. Het gebeurt allemaal. Maar deze initiatieven zijn nauwelijks bekend bij het grote publiek. En, als mensen het niet kennen, gaan ze er zeker niet naar vragen en er ook niet voor betalen.
Koplopers
De komende weken gaan we – met de hulp van iedereen die dat wil – daar verandering in brengen. We gaan op zoek naar de innovatoren. Wie zijn de koplopers en waarin onderscheiden ze zich precies? En wat maakt hun paprika precies NieuwVers en bijzonder? Wij zijn heel benieuwd! Meld het ons op dorine.ruter@urgenda.nl.
De meest innovatieve paprika
Wat dat is, is hier onderwerp van gesprek. Met mensen uit het vak en iedereen die vragen heeft en wil weten hoe het zit om zich een oordeel te kunnen vormen. Zo kunnen we samen bepalen wat op de moment 'top of the bill' is.
NieuwVers staat voor onverkloot eten maar het hoeft niet uit oma's tijd te zijn. De modernste, verbeterende en verduurzamende technieken worden toegejuicht door NieuwVers als ze de voedingswaarde van plantaardige en dierlijke oorsprong van de producten zo goed mogelijk voor mensen beschikbaar maken en de milieudruk verminderen door dat slim en innovatief te doen. NieuwVers staat ook voor de 9 principes van de Food Revolution. Regionale, gesloten kringlopen, korte ketens tussen consument en producent, gebruik van hernieuwbare energie en grondstoffen, behoud van biodiversiteit en een mooi landschap, gedeeld eigenaarschap van consument en producent zijn daarin essentieel.
Fotocredits: marc.thiele
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Inmiddels ben ik met een offensief gestart om dit bericht bij zoveel mogelijk paprikatelers onder de aandacht te brengen, door middel van mijn weblog op Groenten&Fruit;. Zegt het voort!
Ik heb ongeveer 200 kilo kinderen. Gooi er nog eens 60 kilo vrouw bij. Dan heb ik zo'n 260 kilo vlees en botten en zo, waar ik graag wat voor wil betekenen. Oftewel: laten we stoppen met kilodenken in deze draad, maakt het zo liefdeloos. Een paprika weegt ongeveer 200 gram. Dus dan wordt het tekstje hierboven:
We telen hier in totaal zo’n 1.600 miljoen paprika's, waarvan een fiks deel - ongeveer 40% - in Duitsland belandt. Zelf eten we er zo’n 110 miljoen van op, ongeveer 15 paprika's per huishouden per jaar - het merendeel daarvan komt uit Spanje. Okay?
Bestaat de beste paprika wel? Ik hou van een paprika met een echte zomerse paprikasmaak. Er zijn ook genoeg mensen die paprika lekker vinden als ie niet teveel naar paprika smaakt. Het beste paprika aanbod is dat met diversiteit, waarbij het voor de liefhebber makkelijk kiezen is. Smaak zichtbaar maken. De oranje paprika is het zoetste leerde ik in het Huis van de Smaak op de Floriade. Ik hou helemaal niet van zoet, kinderen misschien wel. Als er dan al de beste paprika is, dan is het die met het beste verhaal erbij denk ik en met verschillende smaken. Zoals een bepaald merk chips. Als je daarvoor kiest weet je wat je hebt en dan kun je alsnog kiezen uit smaken, die op de verpakking benoemd zijn.
@Peter, dat lijkt me prima. Ik was me van geen kilo-gevoeligheid bewust. Dit zijn de officiële cijfers zoals ze circuleren. Interessanter vind ik het nog om van jou te horen aan welke sepcificaties 'de beste' of 'een goede' paprika zou moeten voldoen. @Jan, heb je tips voor kanshebbers dan uit het Huis van de Smaak?
Ik heb begrepen dat de meest innovatieve paprika's van Nederland vanuit het oogpunt van energie op houtskool lopen. WUR, paprikatelers, kassenbouwers en klimaatsystemenmakers: klopt dat?