Een groot deel van de voedselzekerheid is afhankelijk van gletsjers. Rond de Himalaya wordt één derde van alle rijst ter wereld verbouwd. Die teelt is afhankelijk van smeltwater vanuit de 'derde pool', de hoge bergen van de Himalaya.

Maar die stabiele wateraanvoer is in gevaar. Eén tot twee derde van het ijs in het Aziatische hooggebergte zou al aan het einde van deze eeuw gesmolten kunnen zijn. Dat is afhankelijk van hoe sterk de aarde opwarmt.

Veranderende piekmomenten
Hester Biemans van Wageningen UR doet onderzoek naar de effecten van minder smeltwater uit de Himalaya op de landbouw in Azië. Ze legt uit dat boeren te maken krijgen met veranderende piekmomenten. Boeren zullen in hun watergebruik bijvoorbeeld rekening moeten houden met smeltwater dat eerder in het jaar naar beneden komt.

Rond de Himalaya ziet Biemans wel heil in wateropslag in reservoirs en nieuwe technieken om rijst met minder water te telen. Toch kan het gezien het oplopende watertekort lastig worden om de voedselproductie op peil te houden. Rigoureuze keuzes zijn dan nodig. “Pakistan zou kunnen denken aan het telen van minder katoen, om meer water voor voedsel over te houden.”

De productie van grote hoeveelheden eiwitten, koolhydraten en vetten zal toch echt op akkers moeten gebeuren. Met alle zorgen en gevolgen van dien omtrent onbeheersbare natuurlijke omstandigheden
Water vasthouden in Europa
Ook in Europa smelten gletsjers sneller. Dat leidt in eerste instantie tot meer smeltwater in rivieren, maar op langere termijn zullen rivieren een lagere basisafvoer hebben.

Biemans' collega Arjan Budding vindt dat overleg nodig is over het beter vasthouden van het voor de voedselvoorziening cruciale water. Zonder gedeelde visie en aanpak loopt de regio gevaar. Ook zegt hij dat we ons moeten voorbereiden op andere vormen van landbouw, zoals het vervangen van droogtegevoelige maïs door graanteelt.

Akkerbouwers kunnen wel inpakken
Of moeten we over radicalere oplossingen nadenken? Volgens MT/Sprout faseert de akkerbouw op termijn uit ten gunste van vertical farming. Op Foodlog legden we onlangs uit waarom dat een onzinnige gedachte is omdat het efficiënt lijkt, maar niet is omdat het veel schaarse energie kost. Als er al een toekomst is voor vertical farming, dan zal dat vermoedelijk alleen voor groenten, fruit en kruiden zijn, gewassen die hoofdzakelijk uit water bestaan en van oudsher dicht bij de stad geteeld worden.

Omdat vertical farms relatief duur zijn, zullen ze zich met gegarandeerde levering, optimale versheid of betere kwaliteit moeten onderscheiden. Dat heeft geen zin voor de tarwe waar brood, pasta of koekjes van worden gemaakt. Daarom zal de productie van grote hoeveelheden eiwitten, koolhydraten en vetten die uit granen, peulen en noten komen nooit in verticale boerderijen plaatsvinden. Dat zal toch echt op akkers moeten gebeuren. Met alle zorgen en gevolgen van dien omtrent onbeheersbare natuurlijke omstandigheden.
Dit artikel afdrukken