Zo’n 4.400 jan-van-genten en 3.650 meeuwen zullen vanaf 2050 per jaar vermoedelijk het loodje leggen in ons deel van de Noordzee. Dat berekende marien ecoloog Martin Baptist. Volgens ecologisch adviesbureau Waardenburg maakt een gemiddelde windturbine jaarlijks zo’n 20 slachtoffers. In Nederland staan zo’n 2.600 windturbines. Dat zou in totaal dus een slordige 50.000 dode vogels per jaar opleveren.

Aanvaardbare sterfte
Uit onderzoek van Wageningen University & Research blijkt dat de gevolgen van extra sterfte onder vogels vaak worden onderschat. In de besluitvormingsprocedure van windmolenparken wordt bepaald wat een aanvaardbare sterfte onder vogelpopulaties is. De onderzoekers hebben gekeken hoe die ‘aanvaardbare sterfte’ van invloed is op de populaties van de spreeuw, grutto, bruine kiekendief, lepelaar, ooievaar, visdief en zeearend. Wat blijkt? De grootte van een populatie kan zelfs al bij een kleine toename van de vogelsterfte flink dalen. De onderzoekers ontdekten dat 1% extra sterfte zich kan vertalen in een afname tot 24% van het populatieniveau van de verschillende vogelsoorten na 10 jaar. Een verhoging van 5% van de bestaande sterfte kan een populatie na 10 jaar zelfs met 77% reduceren, afhankelijk van de soort. Maatregelen om de sterfte verder te beperken zijn dan ook wenselijk.

Deens onderzoek
Volgens Deens onderzoek kunnen vogels de wieken echter prima ontwijken. Het onderzoek keek naar een windmolenpark dat naast een vogelreservaat ligt en besloot dat “meer dan 99 procent van de kleine rietganzen en kraanvogels die in het gebied vliegen de wieken ontwijken.” Al wil het feit dat die vogelsoorten dat kunnen, natuurlijk nog niet zeggen dat alle soorten dat kunnen.

Vogels volgen met GPS-zenders
Door vogelsoorten die iets minder goed wieken ontwijken nauwkeurig te volgen, kom je erachter wat hen kan helpen. Dit gebeurde voor de provincie Flevoland in een samenwerking tussen Wageningen Environmental research, Werkgroep Zeearend Nederland en Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels (GKA). Onderzoekers hebben jonge zeearenden en bruine kiekendieven uitgerust met GPS-zenders die ook hoogte kunnen meten.

Stilzetten windturbines
De vogels in het onderzoek vlogen vaak op rotorhoogte. Zeearenden vlogen binnen de provincie Flevoland 34% van de vliegtijd op rotorhoogte tegen 14% voor bruine kiekendieven. Het vaakst vlogen de vogels op rotorhoogte rond het middaguur, tussen 12:00 en 15:00. Samen met de vlieghoogte bepalen de vliegbewegingen van de vogels de kans op een aanvaring. De onderzoekers hebben op basis van de vliegbewegingen en vlieghoogtes van de vogels potentiële risicogebieden voor botsingen vastgesteld.

Tot nu toe was er nog weinig bekend over de kansen op aanvaringen van roofvogels met windturbines in Nederland en waar en wanneer die risico’s het grootst zijn. Dankzij de nauwkeurige vlieggegevens van de gps-zenders is het mogelijk effectieve maatregelen te treffen. Stilzetten van Flevolandse turbines tussen 10:00 en 18:00 in de maanden april en mei zou goed zijn voor de vogels, laat het onderzoek zien. Dit zou de kans op aanvaringen voor de bruine kiekendief met 26% en voor de zeearend met 21% verminderen. Veel, maar natuurlijk niet genoeg om de kans op ongelukken fors te reduceren.

Geen turbines plaatsen
Gewoon geen turbines plaatsen in gebieden waar de aanvaringskansen hoog zijn, is natuurlijk het meest probaat. Dat kan voorkomen dat zeldzame vogelsoorten, zoals de bruine kiekendief en de zeearend uitsterven. Zo heeft de provincie Gelderland vorig jaar de aanleg van nieuwe windparken op de Veluwe verboden, onder andere om de beschermde wespendief niet in de weg te zitten. Maar zulke maatregelen leveren natuurlijk niet de zo gewenste duurzame energie op.

Wat is nog meer mogelijk?

Als de zeearend toch doorvliegt, wordt de windmolen stilgezet
Rotorbladen zwart verven of vogels met geluid wegjagen
In Noorwegen bleek zwart verven van een enkele turbinerotor succesvol voor een aantal Scandinavische vogelsoorten. Of dat ook Nederlandse (roof)vogels in Nederland zou helpen de rotoren te ontwijken, moet nog bewezen worden. In Nederland wordt de maatregel nu getest langs de kust bij Eemshaven in Groningen. Bedenk wel dat de maatregel ‘s nachts niet helpt.

Detectiesysteem dt-bird zendt een geluid uit als er een zeearend in de buurt vliegt. Als de zeearend toch doorvliegt, wordt de windmolen stilgezet. Momenteel passen twee windparken dit systeem toe.

En dan is er nog de ‘buienradar voor vogels’: een theoretisch model dat voorspelt waar en wanneer trekvogels overkomen zodat windmolens op die route tijdelijk stilgezet kunnen worden.

Balans vinden
Onderzoeker Ralph Buij van de Wageningen University and Research vindt dat er een balans moet worden gezocht. "Er spelen natuurlijk allerlei belangen rondom die windmolens, waarvan energieproductie de belangrijkste is. Het is natuurlijk maar de vraag of de mensen daarachter ook echt die windturbines op een bepaald moment stil zetten om te voorkomen dat er zeearenden tegenaan vliegen."
Dit artikel afdrukken