Acrylamide ontstaat onder andere bij broodbakken. Het is kankerverwekkend en daarom legt de overheid richtlijnen op voor gehaltes in voeding. Volgens de onderzoekers kunnen voedselbedrijven met hun speciale tarwe aan acrylamideregelgeving voldoen zonder kostbare veranderingen aan productielijnen of verminderingen in productkwaliteit.

Professor Nigel Halford, die de studie leidde, legt uit dat Europese wetgeving uit 2018 fabrikanten verplicht om maatregelen te nemen om de acrylamide in hun producten onder bepaalde niveau’s te houden. Deze maand zou de EU zelfs met een intentieverklaring komen om maximale niveau’s te introduceren voor producten zoals brood en ontbijtgranen.

Minder acrylamide is minder lekker
Voor de consument is het natuurlijk fijn om minder van het kankerverwekkende stofje binnen te krijgen. Al is wel de vraag of de productkwaliteit echt hetzelfde blijft. Bleek gefrituurde friet of chips met minder acrylamide smaken toch echt anders dan de goudbruine variant. Kan de bakker van tarwemeel met minder acrylamide net zulk lekker brood bakken als van zijn gebruikelijke meel?

Dankzij aangepaste tarwe gehalveerde hoeveelheid acrylamide
De gene-edited tarwe van de Britse onderzoekers blijkt na malen en bakken tot wel 45% minder acrylamide te bevatten.

Hoe hebben de onderzoekers dat voor elkaar gekregen?

De hitte in een oven zet het aminozuur (een bouwsteen voor eiwitten) asparagine om in het kankerverwekkende acrylamide. Dus dachten de onderzoekers, we willen minder asparagine in tarwe. Daarvoor zetten ze met behulp van CRISPR-Cas9 het gen TaASN2 uit. Dat genetisch stukje materiaal produceert de moleculaire machine die op zijn beurt weer asparagine produceert. Minder asparagineproductie is minder asparagine in bijvoorbeeld brooddeeg en dat betekent minder productie van acrylamide.

Praktijktest op een boerenveld
Een leuk idee in theorie, maar hoe doet de tarwe het in de praktijk? Testen in kassen waren al succesvol, maar de tarwe moest zich nog wel ‘in het wild’ bewijzen. De veldtest met de gene-edited tarwe was de eerste in Europa met genetisch gemodificeerde tarwe.

Geen verschil in opbrengst en eiwithoeveelheid
In het veldonderzoek bleek dat de concentratie asparagine in de gene-edited gewassen tot wel twee keer zo laag was als in de Cadenza-variant, een niet gemodificeerde wintertarwe. Er was geen verschil in opbrengst en eiwithoeveelheid.

Regelgevers zijn aan zet
Strenge regelgeving voor genetisch gemodificeerde gewassen kan nog roet in het eten gooien. In Engeland wordt gewerkt aan de Genetic Technology (Precision Breeding) Bill, een wet die gene-editing voor voedselgewassen mogelijk moet maken.

De wet is bijna door het parlement en regelt de toegestane genetische ingrepen in gewassen en dieren die ook natuurlijk of door traditionele veredelmethodes hadden kunnen ontstaan. In de Europese Unie is gene-editing nog niet toegestaan, alhoewel Brussel wel heroverweegt om CRISPR-gewassen toe te laten.

Zelfs bij goedkeuring door overheden zal het nog 5 tot 10 jaar duren voordat veredelaars de nieuwe tarwe doorontwikkeld hebben tot een commerciële variant. Het duurt dus even voor het minder kankerverwekkende brood in de winkel ligt. Tot die tijd, kunnen we ons ook bedenken dat het risico misschien best meevalt.
Dit artikel afdrukken