12
Fotocredits: 'Reduce Reuse Recycle', Steve Snodgrass

FlashCirculaire economie misschien onlogisch voor Nederland

Nederland zet in op de circulaire economie. Dat betekent dat ons land grondstoffen die in gebruik zijn steeds weer opnieuw wil gebruiken om er producten van te maken. Om de grondstofafhankelijkheid en de milieu-impact van de Nederlandse economie te verminderen heeft het kabinet als doel gesteld dat de economie in 2050 volledig circulair is.

Dertien procent van de grondstoffen die in 2020 in de Nederlandse economie werden gebruikt bestond uit hergebruikte materialen. Ondanks beleid en stimuleringsmaatregelen, is dit percentage vrijwel gelijk aan de recylingscore van acht jaar geleden.

Kennelijk wil het nog niet zo lukken met de circulaire ambities van de Nederlandse politieke economie in de praktijk. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS over grondstoffengebruik, die een onderdeel vormen van de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER), een samenwerkingsverband van het PBL, CBS, CPB, CML, RIVM, RVO, Rijkswaterstaat, TNO en de Universiteit Utrecht.

Het CBS concludeert dat het aandeel geïmporteerde grondstoffen dat door Nederlandse bedrijven wordt verwerkt, groeide in de periode 2014-2020. Voor de directe materiaalinzet nam dit aandeel toe van 67% in 2014 tot 73% in 2020. Met name de afhankelijkheid van fossiele energiedragers uit het buitenland is gestegen, vooral van aardgas. Dit is het gevolg van de verminderde aardgaswinning in Groningen.

De conclusies zouden geen verwondering mogen wekken. Nederland importeert grondstoffen, verwerkt ze en voert ze weer uit. Circulariteit zou bijvoorbeeld betekenen dat we de mest die mensen produceren door het eten van Nederlandse paprika's in Parijs weer ophalen om er hier tomaten of bloemkool van te maken. Of dat we het staal van een schip dat in IJmuiden is gemaakt weer terughalen van een scrap yard elders in de wereld om er met geïmporteerde energie weer nieuw staal van te maken.

Circulariteit en Nederland staan op gespannen voet omdat we een exporterende economie zijn die nou juist niet vanuit circulariteit is ontworpen. Circulariteit in strikte zin zou de Nederlandse maakindustrie tot een schim van zichzelf reduceren. Denkbaar is wel een samenwerkingsmodel voor de commerciële economie waarin Nederlandse bedrijven een wereldwijd netwerken creëren waarin grondstoffen worden hergebruikt, maar niet op Nederlands grondgebied.

CBS - Pagina niet gevonden, 26 jan 2023
  • Waardeer dit artikel door het te delen:
Laden...
Ed Buijs
Ed Buijs planologie
  • #1
  • 27 jan '23
  • 12:32

Interessante gedachte. Maar er zijn natuurlijk meerdere perspectieven mogelijk. Naast een economie die gebaseerd op veel doorvoer, is Nederland ook een rijk land met een hele diverse economie waarin veel geld ronddraait binnen de landsgrenzen. Deze economie past wel bij de circulaire gedachte.

Vergelijk het met ecosystemen in een rivierloop: bovenin, bovenop de heuvel overheerst de interne cyclus en neigt het systeem naar oligotrofie. Onderin in de delta is er veel aan en afvoer, daar overheers de externe cyclus, in de delta neigt het naar eutrofe condities. Precies zoals je ziet in havensteden. Maar ecologisch gezien is de middenloop van de rivier het meest divers en interessant. Het mesotrofe gebied. Veel interne cyclus met tegelijkertijd ook externe cyclus. Lange rijping leidt in mesotrofe systemen tot de meeste diversiteit, beschavingen die meerdere ontwikkelcycli hebben doorlopen zoals veel Europese gebieden blinken uit in diversiteit, zoals Jane Jacobs overtuigend aantoont in de economy of cities. En diversiteit is veerkracht. Een economie als Amsterdam heeft steeds meer een mesotroof karakter de laatste decennia. Die van Velsen is duidelijk eutroof. De aantrekkelijkheid van beide steden verschilt sterk. We kunnen als maatschappij een mesotroof systeem als basiskoers nemen, daar past meer circulairiteit in, ook Velsen kan die kant op.

Wouter de Heij
Wouter de Heij R&D en Innovatie in Voedseltechnologie
  • #2
  • 27 jan '23
  • 12:44

Natuurlijk is dat onlogisch.

Dick Veerman
Dick Veerman Hoofdredacteur Foodlog
  • #3
  • 27 jan '23
  • 15:23

"We kunnen als maatschappij een mesotroof systeem als basiskoers nemen, daar past meer circulairiteit in."

#1, Ed Buijs, kun je de vertaling van die ecologische begrippen vertaald naar de sociologie van de stad nader toelichten.?

Wouter de Heij
Wouter de Heij R&D en Innovatie in Voedseltechnologie
  • #4
  • 27 jan '23
  • 16:05

In aanvulling op mijn #2 het meest logische doel om na te streven is om de verliezen van nutriënten naar bodem, water en lucht te minimaliseren. Dat betekent dus alle poep hergebruiken, niet over-doseren op het land, emissies reduceren naar de lucht.

Kringloop of niet op schaal is NL is gewoonweg een kul-idee om het heel stellig te zeggen. Het zoveelste feel-good argument dat gamma en alpha NL opwerpt en daarmee 'denkt' beter voor de aarde te zorgen. Nu, het is niet zo. Net als houtverbrander voor elektra onzinnig is, of we maar niet teveel alleen op windenergie of PV moeten gokken. Ook bij emigratie zie je onzinnige argumenten "omdat we vergrijzen hebben we mensen nodig", tja niet de kansloze jeugd uit Noord-Afrika (oeps dat mag ik niet zeggen).

Ik weet dat beelden en woorden voor het gros van NL krachtig is, maar kringlooplandbouw is vooral een feelgood woord. Bah.

Ed Buijs
Ed Buijs planologie
  • #5
  • 27 jan '23
  • 18:34

#3 in The Economy of Cities speelt diversifiëring van de economie een grote rol. Steden ontstaan vaak als company town (Amsterdam ongeveer dankzij de VOC, IJmuiden dankzij de Hoogovens). Als er meerdere bloeiperioden volgen ontstaat er humuslaag van onderling afhankelijke economieën die divers reageren op crises. Amsterdam heeft tot nu drie perioden van bloei gehad (handel, industrialisatie en digitale economie) en heeft daar veerkracht aan overgehouden. Dat was goed zichtbaar in 2008. De grootste sector van de economie, finance werd hard geraakt, maar andere sectoren vingen de klap op. Volgens Jacobs is dit een patroon van steden met meerdere bloeiperioden.

In mesotrofe ecosystemen gebeurt tot op zekere hoogte het zelfde. De soortenrijkdom in vegetatie is gebaseerd op een diverse respons op kansen en bedreigen van planten die zich in de tijd ontwikkelen. De vegetatie is in mesotrofe situaties soortenrijk omdat er meer overlevingsstrategieën succesvol zijn ten opzicht van oligo- of eutrofe situaties. Omdat er veel soorten zijn ontstaat de veerkracht. Gaat het met ene soort minder goed door bij voorbeeld tijdelijke droogte dan vult een soort die in de buurt de opengevallen ruimte. Dat levert stabiliteit. De parallel gaat verder. Oligotrofe systemen kunnen dealen met schaarste, eutrofe systemen met snelle groei. Mesotrofe systemen met allebij. De mate van circulatiteit is het grootst in de voedselarme systemen en het kleinst in de voedselrijke systemen. De diversiteit in regenwouden, koraalriffen en algenpopulaties in de oceaan kennen echter andere verklaringen. Dus mesotrofie is een goede voorwaarde voor diversiteit en veerkracht, maar niet de enige.

Ik vind een reactie niet ok

Help de schrijver de juiste toon te vinden waarop je naar hem of haar wilt luisteren.
Klik op de naam van de schrijver en gebruik het "Stuur een mail" veld op zijn of haar profiel om je bericht te versturen.

sluit

Log in om te reageren en duimen uit te delen. Nog geen account? Meld je nu aan!

Lees alles over reageren in de gespreksregels.