De Commissie van Doorn heeft ons als vleesproducenten opgeroepen er mede voor te zorgen dat in 2020 al het vlees wat in de schappen ligt duurzaam geproduceerd is. Dit wetende lijkt het mij nuttig voor ons als boer te weten wat duurzaam is. De term word te pas en te onpas gebezigd. Volgens mij kan er zonder een fatsoenlijke definitie geen verantwoordelijkheid afgelegd worden. Het lijkt me daarom goed tot consensus te komen wat, in ons geval bij dierhouderij, nu duurzaam is.
De meest algemene omschrijving van duurzaam is, lijkt me, zo te handelen dat wij het met zijn allen zo lang mogelijk volhouden. Met wij bedoel ik dan de mensheid. Het dierenrijk zal ons, in welke vorm dan ook, zeker ruimschoots overleven.
Mij lijkt de mondiale of ecologische voetafdruk nog steeds het belangrijkste instrument om duurzaamheid te meten. Zolang de mensheid niet bereid is om zijn aantal in te dammen is een ieder verplicht om zo zuinig mogelijk met onze natuurlijke hulpbronnen om te gaan.
Dat betekent keuzes maken. En rekenen. Een kernbegrip moet zijn efficiëntie. Minder verspilling . Ik ben van mening dat de moderne techniek daar ons heel erg in kan helpen. Een voorbeeld: als de varkenshouderij in China zou moderniseren tot het efficientieniveau van Nederland zou er 2 miljoen hectare landbouwgrond minder nodig zijn. Hoeven ze in Afrika niet zoveel grote stukken land op te kopen.
Ook in de voedingsmiddelenindustrie is modernisering een zegen. Ik ben wel eens bij een inpakstation van Vion geweest, men verpakte daar vlees voor AH. Alleen door de superhygiene daar al dagen langer houdbaar. (dus minder transportbewegingen, minder weggooien). Denk daarbij in tegenstelling aan een lokale slager,die, met alle respect, terwijl hij een varken aan het afsnijden is, nog even naar achteren loopt, waar het slachtproces begint, tussenin nog eventueel even naar de wc. Als het goed is wast hij zijn handen voor hij verder gaat.
Moderne toevoegmiddelen, ook al iets wat met argusogen bekeken wordt, vroeger was bv brood al na een dag droog en niet te pruimen. Nu houd je het dagenlang vers en lekker. Ik heb de laatste 20 jaar niet een snee brood weggegooid, dat noem ik duurzaam.
De meeste kleinschalige streekproducten, het biologisch gehobby en geviespeuk, het is mooi om te zien, heeft ook een functie in onze verwende maatschappij, maar men mag echt niet denken dat dat nu duurzaamheid is.
Willem van den Akker is boer. Hij houdt zijn varkens intensief en zijn koeien biologisch in de natuur.
Fotocredits: Steven Johnson
Dit artikel afdrukken
Mij lijkt de mondiale of ecologische voetafdruk nog steeds het belangrijkste instrument om duurzaamheid te meten. Zolang de mensheid niet bereid is om zijn aantal in te dammen is een ieder verplicht om zo zuinig mogelijk met onze natuurlijke hulpbronnen om te gaan.
Dat betekent keuzes maken. En rekenen. Een kernbegrip moet zijn efficiëntie. Minder verspilling . Ik ben van mening dat de moderne techniek daar ons heel erg in kan helpen. Een voorbeeld: als de varkenshouderij in China zou moderniseren tot het efficientieniveau van Nederland zou er 2 miljoen hectare landbouwgrond minder nodig zijn. Hoeven ze in Afrika niet zoveel grote stukken land op te kopen.
Ook in de voedingsmiddelenindustrie is modernisering een zegen. Ik ben wel eens bij een inpakstation van Vion geweest, men verpakte daar vlees voor AH. Alleen door de superhygiene daar al dagen langer houdbaar. (dus minder transportbewegingen, minder weggooien). Denk daarbij in tegenstelling aan een lokale slager,die, met alle respect, terwijl hij een varken aan het afsnijden is, nog even naar achteren loopt, waar het slachtproces begint, tussenin nog eventueel even naar de wc. Als het goed is wast hij zijn handen voor hij verder gaat.
Moderne toevoegmiddelen, ook al iets wat met argusogen bekeken wordt, vroeger was bv brood al na een dag droog en niet te pruimen. Nu houd je het dagenlang vers en lekker. Ik heb de laatste 20 jaar niet een snee brood weggegooid, dat noem ik duurzaam.
De meeste kleinschalige streekproducten, het biologisch gehobby en geviespeuk, het is mooi om te zien, heeft ook een functie in onze verwende maatschappij, maar men mag echt niet denken dat dat nu duurzaamheid is.
Willem van den Akker is boer. Hij houdt zijn varkens intensief en zijn koeien biologisch in de natuur.
Fotocredits: Steven Johnson
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Heeft geen betrekking op vlees, maar in Trouw stond gisteren een artikel over een vertaling van een 100 jaar oud boek van de bodemkundige F.H. King. Deze Amerikaan analyseerde in dat boek landbouwsystemen uit Azië, die hierbij op grote schaal gebruik maakten van menselijke poep en pies.
Met dit systeem was de Chinese landbouw in staat om 400 miljoen mensen te voeden zonder gebruik te maken van kunstmest en zonder gebruik van fossiele brandstoffen. Ook dit is efficiëntie, een efficiëntie die volledig haaks staat op het voorbeeld dat hierboven beschreven is. En natuurlijk moeten we naar én én.
En wil je duurzaamheid verkopen aan een breed publiek? Dat is een kwestie van een goede tekstschrijver, zie het voorbeeld van Pura Natura.
Duurzaamheid is een containerbegrip. Je kunt er vanuit heel verschillende perspectieven naar kijken. En wat er altijd gebeurt bij zo'n containerbegrip is dat er een roep komt om een eenduidige definitie. Dat gaat natuurlijk niet. Het blijft een eindeloze strijd van wie nu gelijk heeft. En dat is inzichzelf positief. Want van competitie komt innovatie en dus vooruitgang. Het monopoliseren in één gelijk remt de ontwikkeling.
Dus Willem, als je duurzaamheid vooruit wilt helpen: ga eerst na wat jouw perspectief is op hoe je als ondernemer bent: hoe kijk jij naar de dingen; wat is jouw perspectief? En wees vervolgens zo trouw als mogelijk daar aan. Je wordt dan aantrekkelijk voor andere partijen die net zo in elkaar steken. En zo onstaan strijdende klusters van bedrijven horizontaal en verticaal in de keten die hun eigen gelijk tot waarden brengen.
Jopie, ik heb hier al eens bij de presentatie van de vertaling door Sietz Leefland voor dit boek reclame gemaakt. Interessant is ook hoe het boek door "organic" is geannexeerd. Oorspronkelijke titel: "Farmers of Forty Centuries, Or Permanent Agriculture in China, Korea, and Japan" de ondertitel veranderde in “Organic Farming in China, Korea and Japan”.
Hoewel King nog stamt uit de tijd voor het grootschalige gebruik van kunstmest (vooral stikstof) kan hij toch worden gezien als één van de grondleggers van onderzoek naar bodemvruchtbaarheid. Zijn boek "Farmer of Forty Centuries" staat vol met verhalen over hoe men via "centrepetal concentration", een enorm gesleep, trachtte de bodemvruchtbaarheid te handhaven. Inmiddels leven er ruim drie keer meer mensen, waarvan er zonder kunstmest en fossiel er minstens de helft zouden sterven. Het kaartje van het stikstofgebruik in China loopt precies parallel met de bevolkingsdichtheid. Hoe meer mensen in een gebied hoe hoger de stikstof gift. Het is helaas een illusie te menen dat met deze bevolkingsaantallen "organic" nog een oplossing biedt. King's landbouw war einmal.
In hetzelfde jaar dat het boek van King postuum door zijn vrouw wordt uitgegeven verschijnt ook het boek van de Chinese student Chen Huan-chang, hij publiceerde voor zij Phd. een zwaarlijvig tweedelig werk genaamd “The Economic Principles of Confucius and His School”, waarin hij o.a. Beschrijft hoe China's eerste ever-normal granary in 54 B.C. werd ingesteld. Ook dit boek lijkt mij vanuit de andere kant van het spectrum, namelijk vanuit het organisatorisch en sociaaleconomische perspectief, voor de landbouw politiek uitermate belangrijk.
Het idee van de ever-normal granary werd opgepikt door landbouwminister Henry Agard Wallace "The Great Similarity of Confucius will come and the world state will appear. Then the brotherhood of nations will be established, and there will be no war, but perpetual peace." Must we today face yet another war before we realize the simple fact that complete world peace — whether we call it "One World," "The Great Similarity," or any other name — is the only alternative to complete world destruction? Doe maar!
De kern van dit idee was dat de overheid graan opkocht van boeren in jaren van overvloed en het dan opsloeg in grote graansilo's tot er een periode van schaarste aanbrak. Op die manier dacht men de graanprijs te stabiliseren. Pech was alleen dat na de oorlog geen periode van schaarste weer aanbrak.
Misschien moet dit systeem dat door Wallace na de crisis van de jaren 30 vooral werd ingevoerd om de overvloed aan graan te beperken, nu weer ingevoerd worden om ook de komende tekorten te reguleren.
Jopie, zou het kunnen zijn dat jij uitgaat van een heel andere wereld? Een veel armere, ingetogener wereld met aanmerkelijk minder 'spullen' en veel meer 'innerlijke rijkdom'. Bij zulke keuzen begint het.
Het probleem begint bij het niet expliciet maken van die keuzen en het bestrijden van elkaars impliciete keuzen. De duurzaamheidsoorlogen ontstaan op het moment dat we doorkrijgen dat we iets op moeten geven omdat een ander anders kiest en ons zijn keuzen wil opleggen.
Niels pleit voor duurzaamheids'tribes': ieder zijn eigen ding. Hij geeft echter geen antwoord op de vraag hoe we op een eiland kunnen leven terwijl we zelfs met nog 'maar' 7 miljard mensen ruimte zullen moeten maken in onze keuzen voor die van anderen die daar in sommige gevallen haaks op staan. We leven immers allemaal in elkaars achtertuin en helemaal niet op een eiland.
Ik teel al jaren aardpeer. Bij de oogst zie je dan heel vaak knollen die er van buiten prachtig uitzien, maar die van binnen volledig uitgehold zijn door muizen. Op meesterlijke wijze hollen ze die uit, tot er alleen een schilletje van twee of drie millimeter dik overblijft. Als je zo'n prachtige knol denkt te pakken heb je opeens niets in handen.
Soms krijg ik op zo'n moment associaties met het begrip duurzaamheid anno 2011.
Maar Dick en Niels, jullie hebben natuurlijk gelijk, er zijn waarschijnlijk meer duurzaamheidstribes dan politieke partijen. Ik zal daar ook zeker geen strijd over beginnen; wel blijf ik ageren tegen de aardpeer variant van het begrip duurzaamheid zoals dat bijv. door Pura Natura en Eosta gebruikt wordt. Dat vind ik namelijk oplichting, los van de wereld waar ik vanuit ga.