De hoeveelheden graan die via speculatieve contracten worden verhandeld zijn twintig maal zo groot als er fysiek aan graan is. De contracten hebben elkaar als tegenwaarde en creëren daarmee kunstmatig schaarste. Zo ontstaan hogere prijzen, ook al is er voldoende product in de markt om de echte honger van echte mensen te stillen. Nederlandse pensioenfondsen zouden er mede schuldig aan zijn dat mensen hun honger niet meer kunnen stillen omdat ze hun dagelijks brood niet meer kunnen betalen. In de NRC van afgelopen weekend ontkennen zij echter dat ze het brood uit de mond van mensen in Bangalore en Addis Abeba stoten. Voor zulke mensen kan een prijsstijging ervoor zorgen dat ze een half salaris extra nodig hebben om te kunnen blijven eten. Dat geld kunnen ze niet verdienen

De sociaal bewogen De Schutter dringt aan op maatregelen en vindt Unilevers baas Paul Polman aan zijn zijde. Polmans producten worden erdoor geraakt. A-merken kunnen niet werken met schommelende prijzen. Unilever reageert dan ook uit louter eigenbelang. De Schutter komt op voor mensen die geen brood meer kunnen bakken of kopen. Unilever wil merkverpakkingen verkopen. Weinigen zien het verschil tussen de belangen die De Schutter en Polman vertegenwoordigen. De een wil magen vullen om mensen geen honger te laten hebben. De ander om er geld aan te verdienen. Is met dat laatste niks mis? Nee, want ‘money makes the world go round’. En toch is het de vraag of dat het juiste antwoord is.

Volgens één van de pensioenfondsenmanagers die de NRC sprak heeft zijn handelen wellicht enig, maar geen bepalend effect op de prijsvorming. Ook de groeiende vleesconsumptie zou zorgen voor een druk op de prijs van graan. Uiteindelijk komt de aap uit de mouw. Als hij zou toegeven dat het beetje prijsdruk dat handelaren in termijncontracten op graan uitoefenen een effect zou hebben, dan is ook de handel in olie aan de beurt.

U moet weten dat er automatische handelssystemen zijn die zo zijn ingeregeld dat er automatisch buy en sell contracten de markt opkomen. Ze maken geen verschil tussen olie en voedsel. Toch lijken De Schutter en Polman daar nou juist wél voor te pleiten.
Als we echter voedsel een aparte status geven, erkennen we het recht op voedsel ook voor mensen die het niet kunnen betalen. Als we voedsel behandelen als olie, erkennen we dat markten worden gemanipuleerd en dat de handel geld verdient waar geen enkele waarde tegenover staat. De sommen geld die door slechts een handjevol personen en organisaties verdiend worden zijn echter astronomisch. En wij betalen voor die windhandel, die ‘echt’ geld weghoudt van investeringen in betere zorg, onderwijs of slimmere en milieuvriendelijker productieprocessen.

U moet nog iets weten. Nergens groeien de obesitascijfers harder dan in de Tweede en Derde Wereld. Met dank aan de versuikerde, verzoute en geraffineerde producten waarmee de Unilevers - en Nestlé’s en al die andere grote namen - de armen van de wereld zo graag willen voeden.

Als we echt willen kiezen voor een eerlijke economie in ons aller belang, dan hebben we nog heel wat discussies te voeren. Ook Polman verdient aan windhandel die niet in het belang van mensen is. Daarom heeft hij, anders dan De Schutter, geen moreel recht van spreken.

En dit snapt u natuurlijk ook: pensioenfondsen zorgen met speculatie voor ons pensioen. Daar kunnen we dan weer benzine en een karbonaadje of vegaslagervlees van betalen. Zo niet, dan wordt ook dat allemaal wat minder en gaan we daarover klagen. Wat is ons recht van spreken eigenlijk?

Als het systeem rot is, zitten we er allemaal tot over onze oren in. Als we het echt willen aanpakken, wordt het aanpoten.

Fotocredits: mais, Bucklava
Dit artikel afdrukken