De omvang van de melkgeitensector nam vorig jaar toe. Het aantal melkgeiten steeg licht (+1%) naar bijna 489.000. Gemiddeld telt een geitenhouderij nu 735 melkgeiten, in 2012 was dat nog 495. Het aantal bedrijven met meer dan 500 melkgeiten steeg van 223 bedrijven in 2012 naar 330 in 2022; meer dan de helft van de melkgeiten worden gehouden in Noord-Brabant (137.000 dieren) en Gelderland (117.000 dieren).
Daar staat tegenover dat het aantal varkens in Nederland van 2021 tot 2022 met -1,6% afnam tot 11,3 miljoen (op een aantal slachtingen van een kleine 18 miljoen; het aantal wijkt af omdat het aantal levende dieren per tijdsmoment veel lager is dan de totale jaarproductie; een jaar telt bijvoorbeeld 7-8 ‘rondjes’ kip en iets minder dan 2 varkens); het laagste aantal in bijna 20 jaar. Sinds 2012 nam het aantal varkensbedrijven met 45% af, in 2022 waren er nog 3.273 bedrijven. De daling is mede het gevolg van de bestaande stoppersregelingen Actieplan Ammoniak Veehouderij uit 2013 (om geen grote investeringen te hoeven doen) en de Subsidieregeling sanering varkenshouderij (SRV) uit 2021, aldus het CBS.
Ook het aantal kippen nam af. In 2022 telde in Nederland 98 miljoen kippenplaatsen, -2,3% minder dan een jaar eerder. Het aantal kippen is al jaren min of meer stabiel rond de 100 miljoen, maar het aantal bedrijven neemt duidelijk af. In 2022 waren er 1.711 kippenhoudende bedrijven, 20% minder dan in 2012.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Op basis van de genoemde aantallen (correct overgenomen van CBS) is te berekenen dat het aantal bedrijven met melkvee nu 14.272 bedraagt. Deze bedrijven hebben gemiddeld 58 stuks jongvee, dus samen 827.818 koetjes in opleiding. Het aantal aanstaande melkkoeien is16% groter. Dit betekent dat er in Nederland intussen veel (mogelijk enkele duizenden) bedrijven zijn die voor eigen rekening jongvee opfokken voor de verkoop. Het gaat dus niet om 'opfokken in opdracht', de activiteit van traditionele opfokbedrijven. Ik vermoed dat het mensen zijn die als melkveehouder gestopt zijn, maar die om sociale, fiscale of juridische redenen boer willen blijven. Het opfokken van jongvee voor de verkoop is immers alleen profijtelijk als grond, gebouwen en arbeid vrijwel gratis zijn, zo is mij door economen voorgerekend.
Het CBS meldt dat 45% van onze cultuurgrond gebruikt wordt door de melkveehouderij, maar als je kijkt naar het aandeel grasland+voedergewassen is dat ruim 64%, een groot verschil. Ik vermoed dat een flink deel van dit verschil verklaart kan worden door deze opfokbedrijven.
Het CBS gaat hier jammer genoeg niet op in, want het lijkt me ook voor de invulling van landbouwbeleid belangrijk hier meer van te weten. Ik sluit niet uit dat het overstappen van 'opfokken van andermans dieren' naar 'opfokken van eigen dieren' verband houdt met productie- en emissierechten.
#1 Frans
Het aantal jongvee is maar 1,6 % groter als een jaar eerder. Het aantal stuks jongvee op een melkveebedrijf van 110 koeien bedraagt 58 stuks en betekent een vervangingspercentage ca 27% en dat is niets raars. De meeste melkveehouders fokken hun eigen jongvee op en er zijn niet zoveel opfokbedrijven.
Het jongvee is vermoedelijk alleen maar gestegen doordat veel melkveehouders door de fosfaatwetgeving krap in hun jongvee gingen zitten en er achter kwamen dat dit in de praktijk niet werkte en daardoor weer iets meer jongvee zijn gaan houden.
N van Rooij #2 . Mee eens dat 16% van het vrouwelijk jongvee niet te vinden is op bedrijven met melkkoeien? Zo nee, leg s.v.p. cijfermatig uit. Zo ja, dan is het door jou genoemde vervangingspercentage van 27% te laag, omdat die 16% grotendeels terugkeert naar de bedrijven met melkkoeien.
Frans
Ik weet niet waar jij die 16% vandaan haalt. In de CBS cijfers zie ik geen onderverdeling waar ze gehouden worden. Ik zie alleen dat er 1,6 % meer jongvee is, maar dat heb ik uitgelegd.
Er wordt ook jongvee opgefokt voor export.