Er is heel veel informatie te vinden over de relatie tussen ons eten en kanker. Niettemin verschijnen er iedere dag weer nieuwe studies. De consument wordt murw gebeukt met nieuwe resultaten en weet intussen allang niet meer wat hij moet geloven.
De reden van al dat onderzoek is simpel te verklaren. Over de precieze relatie tussen voeding en kanker tasten we nog altijd in het duister.

Wat moeten we nu wel of niet eten om de kans op kanker te verminderen? Dat willen we allemaal wel weten. Toch is er geen eenduidig en simpel antwoord.
Dit artikel kan dan ook niet meer doen dan een richting aangeven om het labyrint van voedingsadviezen te navigeren. Een dieetadvies zult u er niet in aantreffen.
Om het overzichtelijk en leesbaar te houden zal ik me bovendien beperken tot darmkanker.

Ik bespreek ook alleen de invloed van veel gebruikte voedingsmiddelen, van te veel eten en weinig bewegen is redelijk overtuigend aangetoond dat het de kans op kanker kan vergroten. De aangehaalde studies corrigeren daarom voor dit soort vertekenende factoren.

Voeding heeft invloed op het ontstaan van kanker.
Een sterke aanwijzing dat voeding belangrijk is voor de ontwikkeling van kanker wordt geleverd door de observatie dat de hoeveelheid kankergevallen verandert in migrerende bevolkingsgroepen.
Japanners die naar Hawaii emigreren krijgen vier maal vaker darmkanker dan Japanners die in hun thuisland blijven wonen. Deze toename in kanker na emigratie laat zien dat erfelijke eigenschappen niet de oorzaak zijn van de toename in kanker. Het gaat immers om dezelfde groep mensen.

Voeding is natuurlijk een belangrijke omgevingsfactor maar een andere ”life style” of een infectie kan als verklaring voor de verschillen tussen Japanners op Hawaii en in Japan niet uitgesloten worden. Omdat verschuivingen in het patroon van kanker ook worden gezien in landen waar men overgaat op een “Westers” dieet lijkt het waarschijnlijk dat voeding het belangrijkst is voor de verschillen in darmkanker.
Het bewijs dat misschien wel driekwart van alle darmkankers wordt veroorzaakt door voeding lijkt dus sterk. Er is echter geen enkel voedingsbestanddeel bekend waarvan het effect op darmkanker in de buurt komt van de 400% toename die in de migrerende Japanners wordt gezien.

Onderzoek naar de relatie tussen kanker en voeding.
Hele bibliotheken kunnen gevuld worden met onderzoek naar de relatie tussen voeding en het ontstaan van darmkanker. Alleen studies met grote groepen mensen zijn serieus te nemen. Dat beperkt de hoeveelheid leeswerk flink. Er zit wel een addertje onder het gras. De wetenschap wordt namelijk geteisterd door een fenomeen dat in het Engels “publication bias” heet. In het kort komt het er op neer dat onderzoek met een resultaat dat aan de verwachtingen voldoet, een grotere kans maakt gepubliceerd te worden.
Een manier om ”publication bias” te omzeilen is het op een hoop gooien van een boel verschillende studies die de invloed van hetzelfde voedingsmiddel beschrijven. Dit soort onderzoek wordt meta-analyse genoemd en levert de meest betrouwbare resultaten op. In het volgende overzicht heb ik dan ook alleen van dergelijke studies gebruik gemaakt.

Wat is er bekend over specifieke onderdelen van ons dieet?
Alcohol
Hoewel je artikelen kunt vinden die laten zien dat inname van wijn kan beschermen tegen kanker is de wetenschappelijke literatuur redelijk eenduidig; Overmatig gebruik van alcohol is kankerverwekkend. Het effect is best sterk, een fles wijn per week vergroot de kans op kanker met 15%. Daarmee is niet gezegd dat matig gebruik van alcohol ongezond is, er zijn ook aanwijzingen dat het juist een gunstige invloed heeft op hart en vaatziekten.
Alcohol is bovendien interessant omdat verschillen in onze genetische achtergrond sterk bijdragen aan de gevoeligheid voor kankerverwekkende eigenschappen van deze stof. Mensen die snel rode blosjes krijgen na drinken van alcohol kunnen deze stof minder snel afbreken en zijn daarom extra gevoelig voor het kankerverwekkende effect van drank.

Dit alles geeft aan hoe ingewikkeld de materie is, alcohol is niet voor iedereen even kankerverwekkend en kan bovendien ook gunstige effecten hebben op andere aspecten van onze gezondheid.

Melk
Melk is verrassend genoeg een van de weinige voedingsmiddelen waar keer op keer van blijkt dat het de kans op darmkanker verkleint. Het effect is niet zo groot, flink melk drinken verkleint de kans op darmkanker met maximaal 22%.

Vlees
Zelfs een simpele vraag als, “”krijgen vegetariërs vaker kanker?”” blijkt lastig te beantwoorden.
Er zijn aanwijzingen dat vooral rood vlees kankerverwekkend zou kunnen zijn maar twee recente meta analyses spreken elkaar op dit punt tegen. De rol van vleesconsumptie bij het ontstaan van kanker is daarom waarschijnlijk niet erg groot.

Knoflook
Bij onderzoek naar het verband tussen knoflook en darmkanker lijkt sprake van publication bias. Het gaat hier wel om een redelijk oude studie. We moeten de gedachte dat een knoflookwalm heilzaam is daarom nog maar niet helemaal verwerpen.

Niet-alcoholische dranken
De consumptie van koffie, thee en frisdranken is waarschijnlijk niet van invloed op het ontstaan van darmkanker.

Soja
Het eten van sojaproducten zou een bescherming kunnen geven tegen darmkanker, maar alleen bij vrouwen.

Groenten en fruit
Voor veel mensen nummer 1 op de lijst van tegen kanker beschermende voedingsmiddelen. Aantonen van dit effect blijkt echter lastig.
Een zeer recente studie laat zien dat er misschien toch een beschermende werking van fruit en groenten op darmkanker is. Een hoeveelheid fruit en groenten van 100 gram per dag geeft al het maximaal beschermend effect, overigens niet meer dan 10% vermindering van de kans op darmkanker.
De link verwijst hier niet naar het primaire artikel maar naar een editorial dat wel vrij te downloaden is.

Vezels
Niet echt voedsel maar interessant om hier toch even ter sprake te brengen omdat studies naar de relatie tussen vezels en kanker een belangrijke zwakte van voedingsonderzoek laten zien. Het is erg lastig om te weten wat deelnemers aan een studie nu echt hebben gegeten. Voor onderzoek naar kanker is dat extra belangrijk omdat de ontwikkeling van kanker een traag proces is dat jaren kan duren. Sommige van de boven aangehaalde studies bestrijken een periode van 20 jaar en het voedingspatroon over een dergelijke tijd bijhouden is vrijwel onmogelijk.

De hypothese dat vezels tegen darmkanker werken vindt zijn oorsprong in een aantal bizarre studies naar natuurvolken uit de jaren '70 van de vorige eeuw. Dit verband bleek echter moeilijk te bewijzen, een gigantische meta analyse met meer dan 700.000 deelnemers kon geen duidelijke relatie tussen vezels en darmkanker bewijzen.
Bij veel van de hierboven genoemde studies werd voedsel inname gemeten door deelnemers vragenlijsten te laten invullen. Een onnauwkeurige methode omdat het geheugen en eerlijkheid van de deelnemers het wel eens laat afweten. Beter is om de deelnemers een voedseldagboek bij te laten houden. Wanneer er op deze wijze gemeten wordt, lijken voedingsvezels wel degelijk een beschermend effect te hebben. In dezelfde groep is vezelinname door vragenlijsten en door voedseldagboeken gemeten. Als alleen de gegevens uit vragenlijsten werden gebruikt kon geen beschermend effect van vezels op darmkanker worden gevonden.

De methodiek van voedingsonderzoek kan dus verbeterd maar echt overtuigend bewijs voor de effecten van voeding op kanker kun je alleen verkrijgen door gecontroleerde studies waarbij gelijke groepen mensen verschillende voedingsmiddelen te eten krijgen. Het zal duidelijk zijn dat dit onmogelijk is voor alledaagse voeding en we zullen het dus met bovenstaande studies moeten doen.

Conclusies
Het is belangrijk te beseffen dat bij geen van de hier genoemde studies echt grote effecten worden gezien. Aan de andere kant is de relatieve kans op kanker voor een individu onbelangrijk. Je krijgt kanker of je krijgt het niet.
Toch is dit een van de raadsels in het onderzoek naar de relatie tussen voeding en kanker. Dat voeding van invloed is bij het ontstaan van een flink deel van alle darmkankers is onomstreden maar welke voedingsmiddelen nu echt belangrijk zijn is nog steeds onduidelijk.
Aan de andere kant, intuïtief weten we allemaal best wat het gezondste voedingspatroon is. Eet matig, vers, gevarieerd en lekker. Hoe belangrijk is verder onderzoek naar specifieke bestanddelen dan eigenlijk?

Om het leesbaar te houden bespreek ik boven slechts heel beknopt een fractie van alle informatie. Ik ben ook vast zaken vergeten of heb niet de meest up to date onderzoeksgegevens gebruikt. Aanvullingen of verzoeken zijn daarom welkom.
Dit is het begin van iets dat, naar ik hoop, een informatieve serie kan worden.
De effecten van voedingsbestanddelen op het ontstaan van kanker, chemopreventie met middelen zoals aspirine en vitaminen en het effect van voeding op behandeling van kanker blijft hier achterwege. Dat zouden mooie onderwerpen voor volgende artikelen in de serie 'Voeding & kanker' kunnen zijn.


fotocredits: Frieda Fontaine
Dit artikel afdrukken