Ze wonen alleen anders. Minder mooi en minder comfortabel? Onze indruk: de zwarte varkens kamperen op een veel te klein en daarom totaal omgewoeld veldje. Het zijn stevige beesten die wat kunnen hebben, maar als er een stuk droog land met een afdakje zou zijn, zouden ze daar lekker gaan liggen.
Als je varkens lekker natuurlijk buiten wilt houden dan moet je ze echt heel flink de ruimte geven anders ploegen ze hun hele 'buiten' in de kortste keren om. Of je moet ze er ook een stuk droog beton bij geven. En hoe verschillend is het dan nog met binnenhouderij? Ruimte? Ja, maar de dieren klitten bij elkaar en houden van slapen. Het echte verschil zit 'm in iets waar we zelden over horen: de snijdende geur van dieren - met een veel betere neus dan wij! - die heel wat uit moeten poepen en piesen omdat ze in 6 maanden groot racen van een lieve aaibare 1,5 kilo tot een bakbeest van 100 kilo en meer. Een mensenbaby kun je na 6 maanden nog gemakkelijk in je arm houden en zorgt in diezelfde tijd voor aanmerkelijk minder ontlasting.

In het filmpje vertelt beleidsambtenaar Herman Snijders hoe de overheid dierwelzijnsbeleid maakt. De overheid stelt minimumnormen, want 'je wilt niet dat dieren slecht behandeld worden.' Als de burger meer wil, dan moet hij daar zelf voor zorgen, zegt hij. Hoe? Dat schijnt dan weer via EU subsidie te moeten. Dan kan de boer wat beginnen. Maar als de burger het niet op wil pakken, dan stopt het weer.

Het is een vreemde redenering. Als de overheid normen stelt om dieren goed behandeld te laten worden, waarom is dan extra geld nodig? Zijn die normen dan toch niet goed? En als hij bedoelt dat er gelden zijn voor marktontwikkeling van de sector, waarom noemt hij dat dan 'een maatschappelijke dienst'? Zo'n dienst is immers voor ons allemaal en niet voor het maken van 'niches'.

Er wringt iets. Daar had deze aflevering het vergrootglas op mogen leggen. Geen probleem natuurlijk om het er hier over te hebben.


Dit artikel afdrukken