De komende twee weken staan in het teken van de klimaatconferentie COP27, in Egypte. Temidden van tal van sombere berichten in de aanloop naar de conferentie, deed zich gisteren iets opmerkelijks voor. De afgevaardigden in Sharm El-Sheik besloten het controversiële onderwerp 'loss and damages' te willen bespreken. Voor het eerst staat schade als gevolg van klimaatverandering op de agenda tussen rijke en arme landen.
Bij de desastreuze overstromingen in Pakistan kwam het expliciet aan de orde: Pakistaanse politici zeiden ongekend fel dat het rijke westen schuldig is aan de klimaatrampen die arme landen moeten ondergaan. In Nigeria is het van hetzelfde laken een pak. Lage inkomenslanden zijn historisch gezien lage uitstoters. De rijke zijn juist grote bijdragers geweest aan de hoge koolstofconcentraties in de atmosfeer.

Daarom vinden die arme landen dat de rijke landen ook moeten betalen voor de gevolgschade. Een houding die nu dus ook overgenomen is voor de officiële discussies tijdens de klimaattop.

'Loss and damage' is geen nieuw concept. Het werd door de Alliance of Small Island States geïntroduceerd tijdens internationale klimaatonderhandelingen in Genève, in 1991. De eilandnaties pleitten voor een verzekeringsstelsel om hen te beschermen tegen de stijgende zeespiegel, te betalen door de geïndustrialiseerde landen, die de opwarming (en zeespiegelstijging) voor hun rekening moesten nemen. Tijdens de klimaatconferentie COP19, in Polen, werd er een eerste aanzet gegeven met het Warsaw International Mechanism for Loss and Damage. En daarna werd het weer stil.

Hoe COP27 zal uitpakken, is nog onduidelijk. Rijke landen zijn niet zo dol op het financieren van klimaatschade
Tijdens de vorige COP, nummer 26 in Glasgow, verwierpen de onderhandelaars een voorstel dat was opgesteld door de G77, een groep van meer dan 100 zich ontwikkelende landen plus China, om een formele financiële 'loss and damage'-faciliteit in te richten. De rijke landen wilden niet verder gaan een een 'open, inclusieve en niet-verplichtende' discussie over funding. Het was een excuus om actie uit te stellen, schrijft Deutsche Welle.

Hét pijnpunt van de arme, warme, landen is dat de rijke westerse wereld historisch gezien de grootste verantwoordelijkheid draagt voor de opwarming van de aarde. Tussen 1751 en 2017 waren de Verenigde Staten, Europa en Groot-Brittannië verantwoordelijk voor 47% van de cumulatieve CO2-uitstoot, vergeleken met slechts 6% van de uitstoot door de gehele Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse continenten.

Bovendien leveren de uitstoot en investeringen van 125 miljardairs evenveel CO2 op als de uitstoot van heel Frankrijk. "Hun individuele gemiddelde is daarmee een miljoen keer hoger dan de gemiddelde uitstoot van 90 procent van de wereldbevolking," aldus Oxfam Novib. En dan zijn de afgelopen 8 jaar ook nog eens de 8 warmste jaren aller tijden, liet de VN nog even weten.

Hoe COP27 zal uitpakken, is nog onduidelijk. Rijke landen zijn niet zo dol op het financieren van klimaatschade, denkt The Guardian. Een - klein - voorbeeld: ondanks toezeggingen dat er vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard in het klimaatfonds gestort zou worden, was dat in 2020 maar 83 miljard. En dat is bij lange na niet genoeg om ook de gevolgschade van klimaatverandering te kunnen dekken.