De atmosferische concentratie van geen enkel (broeikas)gas is volledig te beheersen vanuit Nederland. Als het op beheersing aankomt, begint de wereld echter bij onszelf: het verminderen van onze emissies. Precies om die reden moet de discussie niet gaan over atmosferische concentraties als we de impact van een overdaad aan reactieve stikstof op het leven op aarde willen beperken.

De concentraties in de lucht zeggen eigenlijk alleen maar iets over de invloed die wij als wereldbevolking hebben gehad op de veranderingen die wij in onze leefomgeving veroorzaken. Regionaal valt er best het nodige te beïnvloeden door collectieve, generiek toegepaste maatregelen, maar van lokale maatregelen - door bijvoorbeeld 'piekbelasters' enkelvoudig te elimineren - is weinig resultaat te verwachten. Hooguit kun je een hele regio en haar geschiedenis uitvegen (zoals vorig jaar is voorgesteld voor de Gelderse Vallei).

Atmosferische stikstof (zowel afkomstig uit verbrandingsprocessen als uit de veehouderij) is afhankelijk van alleen al wind, temperatuur, vocht, bevolkingsdichtheid, stedelijke bebouwing, groene oppervlaktes, de hoogte van vegetatie en tijdsverloop. Dat zijn zoveel factoren dat elke modelmatige benadering die uitstoot aan specifieke neerslag ('depositie') koppelt bij voorbaat al tot discussie zorgt. Modellen kunnen niet met de complexiteit van zoveel onderlinge afhankelijkheden omgaan. Wie dat toch wil, stopt er theorie in die in de praktijk nauwelijks te toetsen valt. Het leidt tot modellen die vooral schijnprecisie in de vorm van getallen op basis van wilde theoretische vooronderstellingen opleveren over interacties in een systeem dat geen eenduidige causaliteit kent.

Dat had:
    1. de overheid beter moeten begrijpen toen ze wetten ging maken;
    2. de landbouwketen beter moeten begrijpen toen ze ging protesteren en vroeg naar veel meer oorzaak- en -gevolg modellering en metingen;
    3. het RIVM beter moeten communiceren toen ze aan de emissiemodellen ging werken;
    4. de WUR beter moeten uitleggen aan hun partners in de totale agroketen. Er zitten daar heel veel supersterke wetenschappers, maar buiten het eigen vakgebied communiceren is niet hun sterkste punt.


We ontlasten als het ware ander leefgebied door onze intensieve bewoning en productie (die we grotendeels exporteren) en blijven met het vuil achter
Het vuil van de buren
In Nederland wordt per vierkante kilometer in verhouding meer stikstof uitgestoten dan in andere Europese landen. Dat komt omdat we leven in het land met de grootste EU-bevolkingsdichtheid en de hoogste EU-veedichtheid op landniveau. We ontlasten als het ware ander leefgebied door onze intensieve bewoning en productie (die we grotendeels exporteren naar buurlanden) en blijven met het vuil achter. Daarom moet Nederland relatief meer doen om ons deel van die stikstofuitstoot te beheersen dan andere landen. Naast stikstof blaast ons het geconcentreerde leven in ons land ook broeikasgassen en andere vervuilende stoffen de atmosfeer in.

Nu is de luchtkwaliteit volgens het EEA (European Environment Agency in ons land en West-Europa goed te noemen. Ervan uitgaande dat die autoriteit ons niet bedot, is er geen reden om ons grote zorgen te maken.

Brede waaier
Boeren pleiten voor natuurbeheer- en herstel op basis van de de Staat van Instandhouding (SVI). Dat zijn inventarisaties en doelen voor specifieke habitatten, waaronder de Natura2000 gebieden. En mogelijk straks ook nu nog onbeschermde natuur, als de plannen van Eurocommissaris Frans Timmermans doorgaan.

De SVI heeft betrekking op een een brede waaier van beheersmaatregelen. Ze zoomen niet alleen in op atmosferische reactieve stikstof, die in de Nederlandse politieke en publieke discussie het uniek maatgevende punt is geworden als voorwaarde voor natuurherstel. Minstens zo belangrijk zijn de waterkwaliteit, de waterberging en afvoer naar zee. Dat geldt al helemaal met met de toenemende droogte, temperatuur en langere periode van droogte en warmte. Die hebben bovendien effect op het leven van insecten. En dat heeft op zijn beurt effect op de vegetatie en grote dieren, vooral op vogels.

Wie zich realiseert wat goed natuurbeheer vergt, wat modellen wel en niet kunnen en vervolgens goed door zijn oogharen kijkt, schudt zijn hoofd. Om het hardop te zeggen: volgens mij heeft de overheid stikstof willen gebruiken als argument om de veestapel te verminderen zonder dat hardop te hoeven zeggen. Een kleinere veestapel moest resulteren uit stikstofmaatregelen. Dat is een heel ingewikkelde strategie geworden die Nederland nu al bijna 4 jaar in een bestuurlijke crisis houdt.

Lasten spreiden, leefkwaliteit Nederland op peil houden
De overheid had gewoon kunnen zeggen dat ze de veestapel wilde reduceren om de leefkwaliteit in het volle Nederland op peil te houden en de lasten ook wat te spreiden naar onze afnemers. Ons land kan best wat meer land gebruiken voor andere activiteiten dan veehouderij. Den Haag had tegelijkertijd een aantal nevendoelen kunnen afkondigen om de waterkwaliteit te verbeteren, de stankoverlast te verlagen en onze bijdrage te kunnen leveren aan collectieve verlaging van de atmosferische stikstofdruk.

Waarom zo onhandig alles via stikstof gespeeld?
Er zijn goede argumenten voor die focus op veeteelt. Dieren eten voer waar land voor is gebruik, hier of elders. Land kan het beste worden gebruikt voor andere voedselproductie. Minder vee is een korte klap om onze bijdrage aan schonere lucht te leveren en biedt ruimte voor verdere ontwikkeling van ons land in de vaart der volkeren. Met een generieke korting van de uitstoot zijn we er. Ingewikkelder hoeft niemand het te maken.

Maar waarom dan toch zo onhandig alles via heel precieze stikstofnormen gespeeld? Nederland heeft zich daardoor in een ongelofelijk diep wespennest gestoken.

De regering kan het beste opstappen en duidelijk zijn over het waarom
Reset discussie
De landbouw heeft terecht op details geprotesteerd, omdat die details niet klopten. De overheid heeft aan alle kanten gefaald. Nu het RIVM dat - weliswaar nog ingehouden en verdekt - verteld heeft, kan de regering het beste opstappen en duidelijk zijn over het waarom: “Mensen, wij laten dit land in een gigantische puinhoop achter. Wij hebben geconstateerd dat we onbekwaam zijn geweest. Wij stappen als regering op."

Na zo'n wijs en impactvol besluit kan de discussie in Nederland worden gereset. We zullen het gesprek moeten voeren over de kern van de zaak: waar willen we van leven, hoe vuil willen we onze handen als land maken en hoeveel welvaart willen we? Eén ding staat namelijk als een paal boven water: de problemen die we als collectief van Nederlanders veroorzaakt hebben, zijn veroorzaakt door dat wij als rijk land met een zeer grote bevolkingsdichtheid, nu eenmaal veel meer bouwen, maken voor de buren, vervoeren en consumeren dan menig ander per vierkante kilometer. We hebben het graag goed en zijn daar prima in geslaagd op heel weinig grondoppervlakte. Daarom zijn we als eerste aan de beurt om beter na te denken over de consequenties. Europa kan nog wat van ons leren.

Dit artikel afdrukken