Directeur Charles Wijnker, van huis uit econoom, legde uit dat onderzoekers van zijn RIVM het instituut een flinke kras op het natuurkundige en chemische blazoen hebben bezorgd. Door hun onprofessionaliteit maakte het de fout een algemene correctieregel toe te passen over met name pluimveebedrijven die daardoor op de lijst met 100 belangrijkste belasters belandden. De ernst van de omissie is vergelijkbaar met het gelijkschakelen van de emissievariaties van benzine-, diesel-, gas-, waterstof- en elektrische motoren. Een professional behoort te bedenken dat dat niet mag bij modelbouw omdat hij daarmee heel elementaire beschikbare vakkennis schendt. De fout kwam echter pas aan het licht tot de betrokkenen de mogelijkheid kregen hun door het Aerius-model berekende data te bekijken en van weerwoord te voorzien.

Namens het RIVM startte Wijnker zijn betoog voor leden van de Vaste Kamercommissie Landbouw met uitvoerige en verschillende malen herhaalde excuses. Wat grapjes moesten niettemin de ernst van de fout goedmaken. De Kamerleden aanvaardden de excuses en kregen te horen dat het RIVM voortaan wel beter op zal passen. Vele media meldden het als heugelijk gebrachte nieuws dat dankzij de ontdekte fout kon worden voorkomen dat die ook doorwerkt in de nieuwste release van het Aerius-model. Er zijn dus geen beleidsbeslissingen op foute berekeningen genomen, verzekerde Wijnker de aanwezigen.

Maar daarmee was de kous inhoudelijk nog niet af.

Den Haag en lokale overheden gaan er van uit dat Nederland met het RIVM over een instituut beschikt dat onafhankelijk en wetenschappelijk robuust berekent wie de grote stikstofervuilers van ons land zijn. Die verwachting blijkt onjuist, zei Wijnker met zoveel woorden
Onopgemerkt
Vrijwel onopgemerkt bleef een interessante opmerking na minuut -35:50. Wijnker maakt zonder veel omhaal duidelijk dat het Aeriusmodel geen piekbelasters kan aanwijzen omdat het daarvoor te algemeen is. Het kan hooguit suggereren wie dat zouden kunnen zijn, maar iedere piekbelaster kan alleen door lokale deskundigen worden aangewezen.

Wijnker zegt tevens dat op basis van de emissieregistratie, de combinatie van verschillende gegevensbronnen en de vooronderstellingen waarmee die gemodelleerd zijn nooit beslissingen kunnen worden genomen van individuele situaties. Dat geldt dus ook los van de gemaakte fouten. Ook het gecorrigeerde model levert dus geen piekbelasters op.

Kamerleden hoorden het aan, maar leken zich niet te realiseren dat de woorden van Wijnker betekenen dat het RIVM hooguit kan suggereren wie mogelijke piekbelasters zijn op basis van een mix van gegevens en vooronderstellingen. De piekbelasters die de regering wil uitkopen, blijken domweg het onderwerp van een politiek besluit waar het RIVM niets mee te maken heeft. Diezelfde onzekerheid die achter de modellogica zit, dicteert dat ook rekening gehouden moet worden met het feit dat echte piekbelasters ook onder de vermoedensradar van het RIVM kunnen blijven. Bovendien betekent het dat ook het verlenen van individuele vergunningen een aanmerkelijk minder een zaak is van precieze getallen dan politiek, overheid en publiek vermoedelijk verwachten.


De piekbelasters die de regering wil uitkopen, blijken domweg het onderwerp van een politiek besluit waar het RIVM niets mee te maken heeft
Onjuiste verwachting
Minister Van der Wal verklaarde eerder deze week toch versneld en zelfs extra piekbelasters uit bedrijf te willen halen. Als er echter geen autoriteit is om die te bepalen, heeft ze daar geen grondslag voor.

Dat is een saillant gegeven. Wijnker zei hardop dat het aan de politiek is om verdere conclusies te trekken op de slechts mogelijke piekbelasters die de modellen die zijn instituut oplevert. Zijn instituut kan helemaal geen lijsten aanleveren die trefzeker piekbelasters aanwijzen. Dat is aan de lokale overheden die volgens Wijnker beter bekend zijn met specifieke omstandigheden. Het moge echter duidelijk zijn dat er geen lokale RIVMs zijn en dat zowel Den Haag als lokale overheden er van uitgaan dat Nederland met het RIVM over een instituut beschikt dat onafhankelijk en wetenschappelijk robuust berekent wie de grote stikstofervuilers van ons land zijn. Die verwachting blijkt onjuist.

Het relaas van het RIVM en het gesprek met de Kamerleden is hieronder na te luisteren.



In de Tweede Kamer werd gisteravond heftig gedebatteerd over het stikstofbeleid van de regering die het rapport Wat wel kan van Johan Remkes in zijn geheel overnam. Het rapport beval een nieuwe polder aan. De NRC beschrijft het debat over die nieuwe polder als een heftige polarisatie die zelfs de middenpartijen in de coalitie weer verder uit elkaar heeft gedreven. Nu zelfs het woord 'piekbelaster' door het RIVM van zijn betekenis is ontdaan, neemt de ontreddering over het dossier verder toe. Kamerlid Laura Bromet, maakte er maar een grapje over in de late uurtjes van het debat en kondigde nog later aan een motie om de vergunningen van 'piekbelasters' in te trekken te zullen aanhouden.

Dit artikel afdrukken