Duizenden ogenschijnlijk kleinschalige initiatieven, door de klassieke media gemakkelijk als onbeduidend te bestempelen, leiden wel degelijk tot serieuze systeemveranderingen. De #bonenestafette, die Urgenda dit najaar samen met de Bruine Bonenbende organiseert, is daar een schoolvoorbeeld van.

De voordelen van de peulvrucht zijn eenvoudig op te sommen. Hij is gezond , duurzaam (want prima leverancier van plantaardige eiwitten), draagt volgens sommigen zelfs bij aan een gezond bodemleven. Ook veel diëtisten promoten het eten van peulvruchten, hij is niet vet, levert vezels en weinig (foute) koolhydraten. Bovendien is het een goede maagvuller. Dit te constateren vergt geen hogere wiskunde. Maar zo’n boodschap op een leuke en aansprekende manier voor het voetlicht brengen des te meer. Een studie van de WUR? Levert hooguit één stukje in de krant op. Een campagne van het Voedingscentrum of het Productschap Akkerbouw? Weggegooid geld. Beleidsnota’s, studies en masterplannen hebben hun nut, maar leiden zelden tot werkelijke gedragsverandering.
Echte mensen die stappen in hun leven zetten en daar anderen mee kunnen inspireren doen dat wel.

Het geheim van de #bonenestafette? Niet preken, maar doen. Geen spotjes, geen advertenties, zelfs geen website. Met een totale materiële investering van nog geen 1000 euro én een heleboel creativiteit zijn tientallen culi’s en foodies nu al weken actief op Twitter, op hun blogs en in krantenrubrieken. Ze geven het estafettestokje aan elkaar door en volgen de spelregels: twee dagen drie keer per dag bonen eten en publiceren van je bevindingen en lekkerste recepten. Onno Kleyn (Volkskrant), Jeroen Thijssen (Trouw), Janneke Vreugdenhil (NRC), Felix Wilbrink en dr. Frank (Telegraaf) en Anneke Ammerlaan (Foodpersonality) schreven er al over in hun rubrieken. Binnen vier dagen na de aftrap bracht Esther Ouwehand (Partij van de Dieren) het idee van een bonendiner zelfs ter sprake in de Tweede Kamer bij staatssecretaris Atsma. En toen Joost Reus (ministerie van EL&I) het estafettestokje vasthield kreeg hij Albron zover om een week lang bonen te serveren in het bedrijfsrestaurant in Den Haag.

De grap van de estafette is dat iedereen kan aansluiten. Het is aansprekend, het is gezellig, je hoeft nergens naartoe en ook geen handtekening te zetten. Het is authentiek. Via sociale media vinden gelijkgestemde zielen, mensen die gepassioneerd zijn voor veranderingen in het voedselsysteem elkaar. Meer op intuïtie dan op ratio. Het netwerk, met Urgenda, Youth Food Movement en Foodlog als een soort harde kern, vond elkaar voor het eerst in de organisatie van de StrawberryMob rond aardbeienteler Jan Robben in de zomer van 2010. In anderhalve week tijd, eveneens zonder budget, werd hier een spontane actie in elkaar getimmerd waar meer dan een miljoen mensen via Twitter, Facebook, krantenrubrieken en radioprogramma’s mee kennis maakte. De zoektocht 40 dagen duurzaam eten, die ik vorig jaar op touw zette, vormde de opmaat naar de #bonenestafette die Lizet Kruyff en ik vervolgens bedachten. Veertig dagen bonen eten is immers in je eentje geen pretje en de impact ervan is gering. Maar als tientallen koks, culinair journalisten, ondernemers, beleidsambtenaren en duurzaamheidsgoeroe’s ieder een stukje van die veertig dagen pakken én er hun eigen draai aan geven, dan is het toch ineens een hele grote campagne geworden. En ik weet niet hoe het anderen vergaat, maar steeds meer mensen in mijn omgeving melden me blij dat ze alwéér bonen hebben gegeten!

Al deze mensen doen 'gewoon' mee. Ze investeren tijd en creativiteit. Waarom? Omdat het niet van bovenaf geregisseerd is, maar zich als een olievlek verspreidt. Omdat het gaat om zoiets onschuldigs als een peulvrucht. En omdat het niet een groot commercieel bedrijf is dat die investering van ze vraagt om er zelf beter van te worden, maar een stelletje idealisten die de weg wil terugvinden naar een gezond en duurzaam voedingspatroon. Dát is impactvolle marketing waarvan de waarde nauwelijks in geld is uit te drukken en de betekenis enorm is. Vanuit het platform NieuwVers.nu gaan we daar graag de komende jaren graag mee door.

Dit artikel afdrukken