Ieder jaar komt de North-East Atlantic Fisheries Commission (NEAFC) bij elkaar in Londen om afspraken te maken over de te vangen visquota in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan. En ieder jaar is het resultaat van het partijtje 'vrij worstelen' dat er geen afspraken gemaakt worden. Ieder land stelt voor zichzelf de quota vast. Het resultaat: makreel, haring en blauwe wijting worden systematisch overbevist.
Het systeem van visquota begint bij de wetenschap. Jaarlijks komt het International Council for the Exploration of the Sea (ICES) - een onafhankelijke organisatie die zich bezig houdt met onderzoek en advies aangaande exploitatie en bescherming van de zee - met wetenschappelijk onderbouwde maximale vangstquota voor alle vissoorten. Daar is nooit enig probleem over, de verschillende landen accepteren zelfs formeel deze aanbevelingen.

Omdat vis geen 'nationale grenzen' kent, bepaalt het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982 dat alle landen rekening moeten houden met de belangen van andere landen. Dat betekent dus bij elkaar komen en onderhandelen. In het geval van de North-East Atlantic Fisheries Commission (NEAFC) vinden die plaats in Londen. Daar melden zich Noorwegen, Rusland (dit jaar niet uitgenodigd als gevolg van de inval in Oekraïne), IJsland, de Faeröer, samen met de EU en, sinds de brexit, het Verenigd Koninkrijk om te proberen het eens te worden over vangstquota.

'Gegarandeerde mislukking'
De onderhandelingen mislukken gegarandeerd. Elk land probeert namelijk de hoogste quota te bemachtigen, zich beroepend op historische of territoriale argumenten in een poging te rechtvaardigen waarom het meer vis zou mogen vangen dan de wetenschappers aanbevelen. Het resultaat is dat de vissers in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan de afgelopen jaren tussen 66% en 86% meer hebben gevangen dan volgens wetenschappers - en zelfs de landen zelf - veilig is. En ook dat de Marine Stewardship Council de duurzaamheidscertificaten voor makreel, haring en blauwe wijting hebben ingetrokken.

Ieder zijn eigen quotum
"Als je begrijpt hoe de onderhandelingen werkelijk verlopen, kun je het niet geloven", zegt Anna Heiða Ólafsdóttir, marien bioloog bij het Marine and Freshwater Research Institute in IJsland. "Het huidige systeem van onderhandelingen is onhoudbaar." The Guardian geeft een inkijkje in de gebruikte argumenten: Noorwegen voert bijvoorbeeld aan dat de haring in zijn nationale wateren paait en dus een bijzonder hoog quotum zou moeten krijgen. Rusland heeft niet eens een noordoostelijke Atlantische kustlijn, maar claimt historische visrechten voor zijn schepen omdat het die altijd heeft gehad. De Faeröer eilanden-vertegenwoordiger noemde geen specifieke aantallen, maar zei wel: "Ik ben nog nooit aan onderhandelingen begonnen toen iemand een kleiner quotum wilde." De EU beweert nog steeds dat zij een historisch recht heeft op grote vangstquota. De Britse regering eist hogere quota voor de Britse vissers dan de EU heeft, met name voor makreel, die sterk 'zonaal gebonden' is omdat de vis veel tijd doorbrengt in de Britse wateren - en met 773.676 vierkante kilometer van die territoriale wateren zijn de Britten een logge nieuwe speler aan tafel. De Noren vinden dat de tijd die de vis in de Noorse wateren doorbrengt veel belangrijker is.

Geluk stopt een keer
Het resultaat: de landen vertrekken zonder akkoord weer uit Londen, maar hebben aan hun verplichting voldaan. Ze zijn immers bijeen gekomen. En vervolgens stellen ze hun eigen quota vast. Vorig jaar adviseerde ICES een makreelquotum van 922.000 ton, maar kenden de landen zichzelf een collectief quotum toe dat 168.000 ton hoger lag (in totaal 1,1 miljoen ton). Voor haring was de ICES-aanbeveling 650.000 ton, de landen kwamen op 880.000 ton uit. Uiteindelijk vingen de Noordoost-Atlantische landen bijna 20% meer makreel, 50% meer haring en een derde meer blauwe wijting dan volgens ICES verantwoord is.

Tot nu toe is, ondanks de overbevissing, nog geen enkel van deze pelagische visbestanden verdwenen. Maar duidelijk is dat hervormingen hard nodig zijn, zegt Ólafsdóttir. "De dag zal komen dat overbevissing gevolgen heeft". Tot nu toe zijn de scholen vis elk jaar teruggekomen. "Maar dat betekent niet dat we altijd zoveel geluk zullen hebben."