Fotocredits: 'De bekende tas van Dirk',
dirk.nl
FlashHuismerken het goedkoopst, maar goedkoper kan niet
Dé overlevingsstrategie van consumenten in tijden van inflatie is overstappen op huis- of budgetmerken, in plaats van een A-merk. Basisproducten, zoals brood, koffie, toiletpapier, fruit en schoonmaakmiddelen, werden het afgelopen jaar gemiddeld 21% duurder. Koop je in plaats van je favoriete A-merk het goedkoopste vergelijkbare product, dan scheelt dat de helft op de kassabon, blijkt uit een nieuwe prijspeiling van de Consumentenbond. Dat zijn de uitzonderingen. Consultant Rini Emonds van marktonderzoeksbureau IRI tempert het enthousiasme. "Het prijsverschil tussen A-merk en huismerk is minimaal 10 tot 15 procent", zegt Emonds op RTL.
Nog nooit was het aandeel van huismerken in de supermarktomzet zó hoog als dit jaar: 27,1%. Maar ook de makers van huismerken hebben het moeilijk door de kostenstijgingen van grondstoffen, verpakkingen en energie. En aangezien zij al scherp aan de prijs concurreren, valt er nauwelijks nog wat te besparen. De prijs verhogen dan? Dat zit er voor huismerkmakers vaak niet in. Ze hebben vaste prijsafspraken met hun afnemers, de supermarktketens. Die zullen de huismerkproducenten niet zomaar laten vallen omdat ze het belangrijk vinden om huismerken in de benen te houden. Om zich als blijvend betaalbaar te kunnen profileren, bijvoorbeeld.
De goedkoopste huismerkensupermarkt blijkt Dirk te zijn. De kleinere supermarktformule is 11% goedkoper dan het marktgemiddelde, gevolgd door de andere kleine formules Vomar (-9%) en Deka (-5%). De discountsupers Aldi en Lidl zijn verrassend genoeg niet veel goedkoper. Dat komt doordat zij weinig A-merken voeren en hun basisproductenlijn al heel betaalbaar is.