In de Volkskrant schrijft filosoof en publicist Hans Schnitzler vanmorgen een scherpe opinietekst over het door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel voor het verbod op rituele slacht. Het wetsvoorstel ligt thans ter beoordeling voor aan de Eerste Kamer. Hij betoogt dat de wet er niet moet komen omdat gelijkberechtiging van mens en dier tot absurde consequenties leidt. Zo zouden ook ratten niet meer verdelgd mogen worden. Tevens betoogt hij dat de senatoren zich niet moeten laten verleiden tot een bezoek aan slachthuizen zoals Partij van de Arbeid en GroenLinks hebben voorgesteld. Zij zouden zich niet emotioneel moeten laten beïnvloeden, maar juist met distantie hun taak zorgvuldig moeten uitvoeren.
Schnitzler schrijft onder meer:
De ridiculisering van het recht is niet meer te stoppen zodra bepaalde dieren dragers worden van rechten in juridische zin. Dat is namelijk wat deze wet bewerkstelligt. Door het recht van vrije godsdienstbeleving van alle mensen ondergeschikt te maken aan het recht van sommige dieren om niet te lijden, werpt men ten onrechte het beeld op als zouden koeien, schapen en kippen rechtssubjecten zijn, met een vergelijkbare status als mensen.
Mensenrechten worden zo geclaimd ten behoeve van wezens die het vermogen ontberen om vanuit hun leefwereld een relatie met de wet aan te gaan. Gevolg: met de introductie van dierenrechten dreigt de notie van mensenrechten een lege huls te worden.
Mocht de Eerste Kamer falen in zijn toetsende functie, dan dreigt het ritueel slachtverbod tot absurdistische ongerijmdheden te leiden. Zo gaat het recht om verschoond te blijven van onnodig lijden, gepaard met de plicht om geen nodeloos lijden te veroorzaken. Dragers van rechten hebben immers ook plichten, en datzelfde geldt dan eveneens voor het rechtssubject dier.
Dat opent de weg naar een militaire interventiemacht die met een beroep op de universele rechten van het konijn, heidegebied of bosrand binnenmarcheert in naam van de waardigheid van het dier en ter voorkoming van misdaden tegen de dierlijkheid, in casu de misdaden van de vos ten opzichte van het konijn.
Het wetsvoorstel dat op initiatief van de Partij voor de Dieren tot stand kwam, is volgens Schnitzler staatsgevaarlijk:
Het jubeljaar voor de Partij voor de Dieren zou in dat geval ook het sterfjaar voor de Eerste Kamer moeten betekenen. Want met de voorgenomen vermenselijking van het dier, zouden we de senatoren evengoed door ezels kunnen vervangen.
Lees verder op de site van de Volkskrant.
Dit artikel afdrukken
De ridiculisering van het recht is niet meer te stoppen zodra bepaalde dieren dragers worden van rechten in juridische zin. Dat is namelijk wat deze wet bewerkstelligt. Door het recht van vrije godsdienstbeleving van alle mensen ondergeschikt te maken aan het recht van sommige dieren om niet te lijden, werpt men ten onrechte het beeld op als zouden koeien, schapen en kippen rechtssubjecten zijn, met een vergelijkbare status als mensen.
Mensenrechten worden zo geclaimd ten behoeve van wezens die het vermogen ontberen om vanuit hun leefwereld een relatie met de wet aan te gaan. Gevolg: met de introductie van dierenrechten dreigt de notie van mensenrechten een lege huls te worden.
Mocht de Eerste Kamer falen in zijn toetsende functie, dan dreigt het ritueel slachtverbod tot absurdistische ongerijmdheden te leiden. Zo gaat het recht om verschoond te blijven van onnodig lijden, gepaard met de plicht om geen nodeloos lijden te veroorzaken. Dragers van rechten hebben immers ook plichten, en datzelfde geldt dan eveneens voor het rechtssubject dier.
Dat opent de weg naar een militaire interventiemacht die met een beroep op de universele rechten van het konijn, heidegebied of bosrand binnenmarcheert in naam van de waardigheid van het dier en ter voorkoming van misdaden tegen de dierlijkheid, in casu de misdaden van de vos ten opzichte van het konijn.
Het wetsvoorstel dat op initiatief van de Partij voor de Dieren tot stand kwam, is volgens Schnitzler staatsgevaarlijk:
Het jubeljaar voor de Partij voor de Dieren zou in dat geval ook het sterfjaar voor de Eerste Kamer moeten betekenen. Want met de voorgenomen vermenselijking van het dier, zouden we de senatoren evengoed door ezels kunnen vervangen.
Lees verder op de site van de Volkskrant.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Hoe staat Schnitzler tegenover dierenmishandeling in het algemeen? Er worden nu eenmaal regelmatig nieuwe afspraken gemaakt over de omgang met dieren. Zo is seks met dieren inmiddels verboden, mag de sportvisser niet met levend aas vissen en is het verboden om honden en katten te consumeren. De hondenkar is ook al uit het straatbeeld verdwenen. Het al duizenden jaren offeren van dieren uit naam van een religie is onlangs tegen het licht gehouden en door een meerderheid onwenselijk bevonden. Er is hier geen sprake gelijkberechtiging van mens en dier.
Terwijl hele ecosystemen, die het bestaan voor een ieder een beetje leefbaar houden op instorten staan, maakt de meute zich druk over bij voorbaat mislukte empathievraagstukken ten faveure van een narcistisch "goed" geweten. Tja, 't is lastig de echte problemen aan te vatten! Laten we het maar weer eens over aai poesje lief hebben.
Dieren hebben geen rechten nodig en dienen door de wet en onze zorgplicht te worden beschermd. Dat concludeerde een proeftribunaal begin dit jaar op kasteel Groeneveld.
Die conclusie pakt voor de dieren gungstiger uit. Dieren moeten net als andere zwakken in de samenleving worden beschermd tegen mensen die dingen met hen uithalen die we als samenleving niet willen. Als ze op zichzelf rechten krijgen, cq. wanneer de natuur rechten zou krijgen, raken we los van het zowel sociale als natuurlijke feit dat rechten bij mensen horen en bij niets en niemand anders. De vos mag de kip eten en de natuur mag stormen en plagen over ons los laten. Dat heeft niets met rechten te maken.
Dat is de kern van de redenering.
Gaat de beargumentering van het wetsvoorstel over rechten voor dieren of is dat de conclusie van Schnitzler? Ik kan me namelijk wel vinden in de stelling dat als we vinden dat dieren verdoofd moeten worden voor ze geslacht worden, we niet van zulke afspraken afwijken omdat mensen godsdienstvrijheid willen. Maar dat is dus weer het punt dierenwelzijn waar anderen het al over hadden.
hoeveel waarde moeten dieren hechten aan vrijheid van godsdienst ? hoeveel waarde moeten vrome joden - die dus absoluut geen onrein vlees zullen eten - hechten aan 20 seconden dierwelzijn ? mijn mening is dat de vergelijking tussen deze appels en peren pas beantwoord kunnen worden als dieren kunnen communiceren met mensen. en dat zal pas geschieden als dieren - hopelijk met name de dieren die we opeten - cognitieve intelligentie gaan bezitten. nog even wachten. tot die tijd dus appels met onbekende peren vergelijken. trouwens, een mooi karweitje voor de leden van de eerste kamer. ben het met schnitzler eens dat bezoeken aan slachthuizen een minder nauwkeurig beeld bij niet-professionals oproept. dus toch maar de oren, ogen en (cognitieve) intelligentie van dierenartsen gebruiken ? nadeel is dat die weer geen verstand hebben van godsdienstvrijheid. al met al een lastige materie.