Het kabinet zegt 'de denklijnen' van Johan Remkes' 2e stikstofrapport te omarmen. Een belangrijke afwijking is echter de uitkoop van de 500-600 piekbelasters. Het kabinet wil daar langer de tijd voor nemen dan Remkes. De uitkoop moest ruimte vrijmaken voor bouw, industrie en mobiliteit; die komt nu mogelijk in gevaar. Het kabinet zwijgt over de zonering van Nederland in rode, oranje, gele en groene landbouwgebieden, zoals Remkes voorstelde. Met nadruk zegt het kabinet dat er nu snel een landbouwakkoord moet komen. Het geeft aan door 'sturing' vast te houden aan de stikstofdoelen van het coalitieakkoord maar zegt tussen de regels door zich daar niet helemaal aan gehouden te voelen.
In de media heet het dat het kabinet het plan grotendeels overneemt. De grote vraag is wat het overnemen van het advies in de praktijk gaat betekenen.
In een persbericht dat vrijdagmiddag 14 oktober direct na de ministerraad werd vrijgegeven, schrijft het kabinet:
Het kabinet omarmt de denklijnen en neemt de aanbevelingen uit het rapport ‘Wat wel kan – uit de impasse en een aanzet voor perspectief’ van de heer Remkes over. Dit betekent dat er gewerkt wordt aan een korte termijn aanpak voor vergunningverlening en een landbouwakkoord met richtinggevende afspraken over de toekomst van de landbouw. In de gebiedsprocessen leggen we vervolgens de puzzels om onder andere de natuurdoelen te realiseren. Voor de korte termijn ligt er prioriteit bij het legaliseren van de PAS-meldingen. Een eerste reactie van het kabinet op het rapport is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Op verzoek van de Tweede Kamer is de heer Remkes gevraagd om de gesprekken te leiden, na onrust breed in de samenleving. “Ik wil dat boeren zich weer gewaardeerd voelen. Als overheid hebben we veel werk te doen om het vertrouwen te herstellen. Boeren zorgen voor een vitaal platteland en dragen naast de voedselvoorziening ook zorg voor de natuur. Ik wil samen met hen aan de slag voor een duurzame toekomst voor de landbouw”, aldus minister Piet Adema (LNV). Het kabinet wil de kwaliteit van natuur, water, milieu en klimaat verbeteren, maar ook dat er een goede toekomst is voor de agrarische sector. De natuur moet aantoonbaar verbeterd en tegelijkertijd moeten ook vergunningen verstrekt worden, voor woningbouw en infrastructuur bijvoorbeeld. Nederland moet van het slot af. Het kabinet blijft – conform het advies van Remkes – vooralsnog sturen op het halen van de stikstofdoelen in 2030, met ijkmomenten in 2025 en 2028. “We willen de constructieve gesprekken die de afgelopen zomer zijn gevoerd gebruiken en voortzetten. We zoeken meer dan voorheen de samenwerking actief op om tegenstellingen te overbruggen en te verenigen. Vertrouwen herstellen kost tijd, dat realiseren wij ons. Dit advies is dé kans om een nieuwe start te maken op weg naar de goede balans tussen economie en natuur. Want boeren, en zeker ook jonge boeren, hebben een toekomst in Nederland.”, aldus minister Van der Wal (Natuur en Stikstof).
Piekbelasters
Eén van de adviezen van de heer Remkes is het gericht en versneld wegnemen van de emissies van 500 - 600 zogenoemde piekbelasters. Op deze manier worden er zo min mogelijk ondernemingen geraakt en kan ruimte worden gecreëerd voor onder andere PAS-melders. Remkes adviseert om hen voorrang te geven als het gaat om de inzetbare stikstofruimte die afkomstig is van de piekbelasters. Op deze manier wordt immers recht gedaan aan de positie van PAS-melders. Het kabinet wil als het gaat om de piekbelasters, met ondernemers uit diverse sectoren een gefaseerde aanpak bespreken. Deze gesprekken – op basis van vrijwilligheid - gaan in eerste instantie over het aanpassen of verplaatsen en pas daarna over het vrijwillig op- of uitkopen van een bedrijf. Het kabinet realiseert zich dat dit traject grote impact heeft en vindt het door Remkes genoemde tijdpad van 1 jaar ambitieus. Mede daarom wil het kabinet zo snel mogelijk een regeling vormgegeven. Het ministerie van LNV wil dit samen met de sector en provincies oppakken.
Landbouwakkoord
Het kabinet wil – zoals Remkes ook aanbeveelt - de denklijnen van het rapport samen met de sector uitwerken tot een duidelijke en stabiele koers. Doel is een meerjarige aanpak voor de landbouw en het bieden van ondersteuning om op deze manier toe te werken naar kringlooplandbouw.
Dit moet richting geven aan de toekomst van de agrarische sectoren, inclusief de bijdrage die de ketenpartijen leveren. Het akkoord vormt daarmee een belangrijke basis voor toekomstig landbouwbeleid. Hierbij zijn het rapport van de heer Remkes en het coalitieakkoord het uitgangspunt.
Het kabinet wil de gesprekken die onder leiding van de heer Remkes zijn gemaakt voortzetten. Dat vraagt een verantwoordelijkheid van iedereen om actief deel te nemen en om naar elkaar te luisteren, botsende belangen te bespreken en te werken aan gezamenlijke oplossingen. Ook belanghebbende andere partijen, zoals natuurorganisaties, maken hier onderdeel vanuit.
Vervolg
Het kabinet wil zo snel mogelijk aan de slag. Het Rijk pakt haar rol en verantwoordelijkheid.
In november komt er een Kamerbrief met de hoofdlijnen voor de toekomst van de landbouw. Dit bevat de basis voor het landbouwakkoord, waarvan het streven is deze in het eerste kwartaal 2023 te sluiten. Ook over de wijze waarop nadere invulling wordt gegeven over de aanpak van de piekbelasters wordt de Tweede Kamer in november geïnformeerd.
In november 2022 komt ook een Kamerbrief met de landelijke doelstellingen in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) op het gebied van klimaat, water en natuur. Uiterlijk in januari 2023 zullen deze richtinggevende provinciale doelstellingen en keuzes worden vastgesteld, om na het aanleveren van de gebiedsprogramma’s op 1 juli 2023 definitief te worden gemaakt.
Helemaal geen nationaal kaartje meer
Remkes stelde voor in plaats van het stikstofkaartje van minister Van der Wal vier zonetypes te gaan hanteren. Rode zones zouden bestemd moeten worden voor hoogproductieve landbouw die vooral gericht is op de export. Oranje zones hebben kwetsbare natuur en zouden moeten worden ingericht voor vormen van landbouw die meer aandacht hebben voor de natuur en minder vee. In de gele 'overgangsgebieden' naar natuurgebieden is ruimte voor kleinschalige landbouw en natuurbeheer, zoals waterberging en CO2-opslag. Groene zones zijn de Natura 2000-gebieden waar alleen heel kleinschalige natuurvriendelijke landbouw zou moeten plaatsvinden.
In de Kamerbrief die de ministers van (Piet Adema) en voor (Christianne Van der Wal) LNV later op de middag publiceerden, is de zonering al evenmin terug te vinden. De beide ministers schrijven: Zoals eerder gezegd neemt het kabinet de aanbeveling over om de stikstofkaart van tafel te halen. In plaats daarvan adviseert de heer Remkes om zo snel mogelijk regionale kaarten te maken, die minder gedetailleerd zijn. Wij vinden het belangrijk dat regionale kaarten “van onderop” ontstaan. Provincies krijgen de ruimte om daartoe met goede voorstellen te komen.
In plaats van een zonering is er helemaal geen kaartje meer, maar moeten de provincies in alle redelijkheid van het proces tot planologische invullingen van hun eigen stikstofbeleid komen.
Over het verlaten van de KDW zeggen de beide ministers dat er geen betere wetenschappelijk onderbouwde norm is om de bewaking van natuurdoelen te realiseren. Wel wil het kabinet de gesprekken over de KDW en betere normen "de komende maanden met de sector voortzetten". Het kabinet waarschuwt echter dat "een beoordelingssysteem zonder KDW een wetenschappelijk geaccepteerde methode zal moeten bevatten" en dat "de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er op dit moment nog geen alternatieven voorhanden zijn".
Het kabinet wil blijkens de Kamerbrief een "duidelijk en gedragen toekomstbeeld voor de landbouwsector en de bijbehorende bedrijven voor pakweg 20 jaar". Dat moet duidelijk maken wat nodig is "om de hele bocht te zien" en kunnen maken. Geen voortdurend wijzigend beleid maar een duidelijke koers voor de lange termijn waarop bedrijven kunnen vertrouwen over de komende kabinetten heen en die nodig is in verband met de opgaven op het gebied van natuur, waterkwaliteit en klimaat. Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en niet zijn collega voor LNV (Natuur) Van der Wal krijgt de regie en moet er in de polder van betrokken partijen vorm aan gaan geven.
Polderende procesaanpak
Wie door zijn oogharen kijkt, ziet dat het kabinet inderdaad het strenge, maar tegelijk vrije en polderende rapport van Remkes nagenoeg integraal overneemt. Dat betekent niet het volgen van een recept. Dat geeft Remkes immers niet. Hij beveelt het opnieuw en gedetailleerd uitpolderen van het beleid aan. En dat beleid moet voorlopig binnen de normen van de geldende KDW's blijven omdat anders alle juridische kaders vervallen. Begrijpelijkerwijs ziet boerenkoepel LTO Nederland van Sjaak van der Tak in het rapport een kans te zien voor verdere dialoog. Om onverklaarbare redenen keert actieman Mark van den Oever van FDF zich in een vlog fel tegen de kabinetsreactie; mogelijk had hij de teksten nog niet gelezen en alleen wat krantenkoppen gezien toen hij zich uitsprak.
Boeren kunnen met de kabinetskeuze tevreden zijn, maar blijven in onzekerheid over de resultaten. Bouw, industrie en verkeer zullen minder tevreden zijn omdat het kabinetsbeleid gewijzigd blijkt van een nadrukkelijk op korte termijn te behalen doelenbeleid in een polderende procesaanpak die zo dicht mogelijk bij de doelen blijft en meer tijd mag kosten. Dat kan bouwend, vervoerend en industrieel Nederland in de problemen brengen omdat er niet snel genoeg stikstofruimte voor hun behoeften en ambities vrijkomt. Daar komt nog bij dat ook zij stikstofemissies zullen moeten reduceren en vergunningen moeten zien te verwerven die nu in even iconische als cruciale gevallen ontbreken (denk bijv. aan Schiphol, Rockwool en de Amercentrale).
Nieuwe toon, vertrouwensherstel nog niet geslaagd
Het kabinet kiest een nieuwe toon. Minister Piet Adema sloeg die afgelopen week al aan door hardop in een zaal met boeren te zeggen dat ze 'bedot' waren door de politiek en dat zijn ministerschap dat recht wil zetten. Waar in het duo Van der Wal en Staghouwer op LNV de eerste duidelijke de leiding had, verschuift het accent nu naar de opvolger van Staghouwer. Niettemin meldt de NRC in navolging van Boerenbusiness dat het kabinet nog een geitenpaadje heeft om boeren versneld uit te roken in plaats van uit te kopen: de wetgever kan vergunningen intrekken als de polder niet werkt. Ook stikstofstrijder Johan Vollenbroek wees al op die mogelijkheid die Remkes in zijn oproep tot rechtvaardig doch streng polderen niet hardop uitsprak.
De NRC maakte eerdere vermoedens over dat pad hard. De krant heeft een document van het RIVM in handen dat op basis van een lijst van 3.500 dicht bij natuurgebieden gevestigde bedrijven (agrarische en industriële) voorrekent dat binnen 5 jaar voldoende stikstofemissies kunnen worden weggenomen om de Nederlandse natuur te herstellen. Daartoe kunnen de vergunningen van de 500-600 belangrijkste ammoniak uitstotende bedrijven worden ingetrokken.
Een tegenvaller is echter dat de reductie niet genoeg is om ook de zogenaamde PAS-melders te kunnen legaliseren. Niettemin zei minister Van der Wal in de Volkskrant dat ze absoluut geen lijstjes wil met bedrijven die verplicht moeten verdwijnen.
Naast hernieuwd polderen wilde Remkes ook het wantrouwen wegnemen en de strijdende partijen nader tot elkaar brengen om een breed gedragen stikstofaanpak in al zijn facetten te realiseren. Greenpeace en stikstofstrijder Johan Vollenbroek reageren echter gepikeerd op de keuze van het kabinet. Die zou vooral een knieval voor de boeren zijn volgens Greenpeace. Vollenbroek noemde het werk van Remkes al eerder prutswerk en liet vandaag naar aanleiding van het nieuws uit het kabinet weten dat er voor hem niets anders op zit dan doorprocederen.
Met het creëren van vertrouwen voor een breed gedragen aanpak lijkt het nog niet helemaal te lukken.
Dit artikel afdrukken
Het kabinet omarmt de denklijnen en neemt de aanbevelingen uit het rapport ‘Wat wel kan – uit de impasse en een aanzet voor perspectief’ van de heer Remkes over. Dit betekent dat er gewerkt wordt aan een korte termijn aanpak voor vergunningverlening en een landbouwakkoord met richtinggevende afspraken over de toekomst van de landbouw. In de gebiedsprocessen leggen we vervolgens de puzzels om onder andere de natuurdoelen te realiseren. Voor de korte termijn ligt er prioriteit bij het legaliseren van de PAS-meldingen. Een eerste reactie van het kabinet op het rapport is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Op verzoek van de Tweede Kamer is de heer Remkes gevraagd om de gesprekken te leiden, na onrust breed in de samenleving. “Ik wil dat boeren zich weer gewaardeerd voelen. Als overheid hebben we veel werk te doen om het vertrouwen te herstellen. Boeren zorgen voor een vitaal platteland en dragen naast de voedselvoorziening ook zorg voor de natuur. Ik wil samen met hen aan de slag voor een duurzame toekomst voor de landbouw”, aldus minister Piet Adema (LNV). Het kabinet wil de kwaliteit van natuur, water, milieu en klimaat verbeteren, maar ook dat er een goede toekomst is voor de agrarische sector. De natuur moet aantoonbaar verbeterd en tegelijkertijd moeten ook vergunningen verstrekt worden, voor woningbouw en infrastructuur bijvoorbeeld. Nederland moet van het slot af. Het kabinet blijft – conform het advies van Remkes – vooralsnog sturen op het halen van de stikstofdoelen in 2030, met ijkmomenten in 2025 en 2028. “We willen de constructieve gesprekken die de afgelopen zomer zijn gevoerd gebruiken en voortzetten. We zoeken meer dan voorheen de samenwerking actief op om tegenstellingen te overbruggen en te verenigen. Vertrouwen herstellen kost tijd, dat realiseren wij ons. Dit advies is dé kans om een nieuwe start te maken op weg naar de goede balans tussen economie en natuur. Want boeren, en zeker ook jonge boeren, hebben een toekomst in Nederland.”, aldus minister Van der Wal (Natuur en Stikstof).
Piekbelasters
Eén van de adviezen van de heer Remkes is het gericht en versneld wegnemen van de emissies van 500 - 600 zogenoemde piekbelasters. Op deze manier worden er zo min mogelijk ondernemingen geraakt en kan ruimte worden gecreëerd voor onder andere PAS-melders. Remkes adviseert om hen voorrang te geven als het gaat om de inzetbare stikstofruimte die afkomstig is van de piekbelasters. Op deze manier wordt immers recht gedaan aan de positie van PAS-melders. Het kabinet wil als het gaat om de piekbelasters, met ondernemers uit diverse sectoren een gefaseerde aanpak bespreken. Deze gesprekken – op basis van vrijwilligheid - gaan in eerste instantie over het aanpassen of verplaatsen en pas daarna over het vrijwillig op- of uitkopen van een bedrijf. Het kabinet realiseert zich dat dit traject grote impact heeft en vindt het door Remkes genoemde tijdpad van 1 jaar ambitieus. Mede daarom wil het kabinet zo snel mogelijk een regeling vormgegeven. Het ministerie van LNV wil dit samen met de sector en provincies oppakken.
Landbouwakkoord
Het kabinet wil – zoals Remkes ook aanbeveelt - de denklijnen van het rapport samen met de sector uitwerken tot een duidelijke en stabiele koers. Doel is een meerjarige aanpak voor de landbouw en het bieden van ondersteuning om op deze manier toe te werken naar kringlooplandbouw.
Dit moet richting geven aan de toekomst van de agrarische sectoren, inclusief de bijdrage die de ketenpartijen leveren. Het akkoord vormt daarmee een belangrijke basis voor toekomstig landbouwbeleid. Hierbij zijn het rapport van de heer Remkes en het coalitieakkoord het uitgangspunt.
Het kabinet wil de gesprekken die onder leiding van de heer Remkes zijn gemaakt voortzetten. Dat vraagt een verantwoordelijkheid van iedereen om actief deel te nemen en om naar elkaar te luisteren, botsende belangen te bespreken en te werken aan gezamenlijke oplossingen. Ook belanghebbende andere partijen, zoals natuurorganisaties, maken hier onderdeel vanuit.
Vervolg
Het kabinet wil zo snel mogelijk aan de slag. Het Rijk pakt haar rol en verantwoordelijkheid.
In november komt er een Kamerbrief met de hoofdlijnen voor de toekomst van de landbouw. Dit bevat de basis voor het landbouwakkoord, waarvan het streven is deze in het eerste kwartaal 2023 te sluiten. Ook over de wijze waarop nadere invulling wordt gegeven over de aanpak van de piekbelasters wordt de Tweede Kamer in november geïnformeerd.
In november 2022 komt ook een Kamerbrief met de landelijke doelstellingen in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) op het gebied van klimaat, water en natuur. Uiterlijk in januari 2023 zullen deze richtinggevende provinciale doelstellingen en keuzes worden vastgesteld, om na het aanleveren van de gebiedsprogramma’s op 1 juli 2023 definitief te worden gemaakt.
Boeren kunnen tevreden zijn, maar blijven in onzekerheid over de resultaten. Bouw, industrie en verkeer zullen minder tevreden zijn omdat het kabinetsbeleid gewijzigd blijkt van een nadrukkelijk op korte termijn te behalen doelenbeleid in een oer-Nederlandse polderende procesaanpakIn een eerste reactie liet boeren-actieorganisatie Agractie van Bart Kemp weten blij te zijn met de kabinetsreactie en rustige benadering van de piekbelasters. Hooguit staat er het nodige weinig precies of niet in de brief benoemd, zegt Kemp. Agractie is blij dat de zonering die Remkes voorstelde niet meer wordt genoemd. De organisatie vraagt om een nadrukkelijker standpunt van het kabinet over het vervangen van de Kritische Depositiewaarde (KDW) ter beoordeling van de natuurschadelijkheid van activiteiten door een methode die gebaseerd is op de Staat van Instandhouding (SVI). Daarnaast mist Agractie het uitsluiten van de saldering tussen ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx), die Remkes wel adviseert. Saldering staat de overheid toe om boerderijen op te kopen om daarmee onder meer bouw en luchtvaart mogelijk te maken. Juridisch is die keuze aanvechtbaar.
Helemaal geen nationaal kaartje meer
Remkes stelde voor in plaats van het stikstofkaartje van minister Van der Wal vier zonetypes te gaan hanteren. Rode zones zouden bestemd moeten worden voor hoogproductieve landbouw die vooral gericht is op de export. Oranje zones hebben kwetsbare natuur en zouden moeten worden ingericht voor vormen van landbouw die meer aandacht hebben voor de natuur en minder vee. In de gele 'overgangsgebieden' naar natuurgebieden is ruimte voor kleinschalige landbouw en natuurbeheer, zoals waterberging en CO2-opslag. Groene zones zijn de Natura 2000-gebieden waar alleen heel kleinschalige natuurvriendelijke landbouw zou moeten plaatsvinden.
In de Kamerbrief die de ministers van (Piet Adema) en voor (Christianne Van der Wal) LNV later op de middag publiceerden, is de zonering al evenmin terug te vinden. De beide ministers schrijven: Zoals eerder gezegd neemt het kabinet de aanbeveling over om de stikstofkaart van tafel te halen. In plaats daarvan adviseert de heer Remkes om zo snel mogelijk regionale kaarten te maken, die minder gedetailleerd zijn. Wij vinden het belangrijk dat regionale kaarten “van onderop” ontstaan. Provincies krijgen de ruimte om daartoe met goede voorstellen te komen.
In plaats van een zonering is er helemaal geen kaartje meer, maar moeten de provincies in alle redelijkheid van het proces tot planologische invullingen van hun eigen stikstofbeleid komen.
Over het verlaten van de KDW zeggen de beide ministers dat er geen betere wetenschappelijk onderbouwde norm is om de bewaking van natuurdoelen te realiseren. Wel wil het kabinet de gesprekken over de KDW en betere normen "de komende maanden met de sector voortzetten". Het kabinet waarschuwt echter dat "een beoordelingssysteem zonder KDW een wetenschappelijk geaccepteerde methode zal moeten bevatten" en dat "de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er op dit moment nog geen alternatieven voorhanden zijn".
In plaats van een zonering is er helemaal geen kaartje meer, maar moeten de provincies in alle redelijkheid van het proces tot planologische invullingen van hun eigen stikstofbeleid komenKingloopbeleid voor de komende 20 jaar
Het kabinet wil blijkens de Kamerbrief een "duidelijk en gedragen toekomstbeeld voor de landbouwsector en de bijbehorende bedrijven voor pakweg 20 jaar". Dat moet duidelijk maken wat nodig is "om de hele bocht te zien" en kunnen maken. Geen voortdurend wijzigend beleid maar een duidelijke koers voor de lange termijn waarop bedrijven kunnen vertrouwen over de komende kabinetten heen en die nodig is in verband met de opgaven op het gebied van natuur, waterkwaliteit en klimaat. Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en niet zijn collega voor LNV (Natuur) Van der Wal krijgt de regie en moet er in de polder van betrokken partijen vorm aan gaan geven.
Polderende procesaanpak
Wie door zijn oogharen kijkt, ziet dat het kabinet inderdaad het strenge, maar tegelijk vrije en polderende rapport van Remkes nagenoeg integraal overneemt. Dat betekent niet het volgen van een recept. Dat geeft Remkes immers niet. Hij beveelt het opnieuw en gedetailleerd uitpolderen van het beleid aan. En dat beleid moet voorlopig binnen de normen van de geldende KDW's blijven omdat anders alle juridische kaders vervallen. Begrijpelijkerwijs ziet boerenkoepel LTO Nederland van Sjaak van der Tak in het rapport een kans te zien voor verdere dialoog. Om onverklaarbare redenen keert actieman Mark van den Oever van FDF zich in een vlog fel tegen de kabinetsreactie; mogelijk had hij de teksten nog niet gelezen en alleen wat krantenkoppen gezien toen hij zich uitsprak.
Boeren kunnen met de kabinetskeuze tevreden zijn, maar blijven in onzekerheid over de resultaten. Bouw, industrie en verkeer zullen minder tevreden zijn omdat het kabinetsbeleid gewijzigd blijkt van een nadrukkelijk op korte termijn te behalen doelenbeleid in een polderende procesaanpak die zo dicht mogelijk bij de doelen blijft en meer tijd mag kosten. Dat kan bouwend, vervoerend en industrieel Nederland in de problemen brengen omdat er niet snel genoeg stikstofruimte voor hun behoeften en ambities vrijkomt. Daar komt nog bij dat ook zij stikstofemissies zullen moeten reduceren en vergunningen moeten zien te verwerven die nu in even iconische als cruciale gevallen ontbreken (denk bijv. aan Schiphol, Rockwool en de Amercentrale).
Nieuwe toon, vertrouwensherstel nog niet geslaagd
Het kabinet kiest een nieuwe toon. Minister Piet Adema sloeg die afgelopen week al aan door hardop in een zaal met boeren te zeggen dat ze 'bedot' waren door de politiek en dat zijn ministerschap dat recht wil zetten. Waar in het duo Van der Wal en Staghouwer op LNV de eerste duidelijke de leiding had, verschuift het accent nu naar de opvolger van Staghouwer. Niettemin meldt de NRC in navolging van Boerenbusiness dat het kabinet nog een geitenpaadje heeft om boeren versneld uit te roken in plaats van uit te kopen: de wetgever kan vergunningen intrekken als de polder niet werkt. Ook stikstofstrijder Johan Vollenbroek wees al op die mogelijkheid die Remkes in zijn oproep tot rechtvaardig doch streng polderen niet hardop uitsprak.
De NRC maakte eerdere vermoedens over dat pad hard. De krant heeft een document van het RIVM in handen dat op basis van een lijst van 3.500 dicht bij natuurgebieden gevestigde bedrijven (agrarische en industriële) voorrekent dat binnen 5 jaar voldoende stikstofemissies kunnen worden weggenomen om de Nederlandse natuur te herstellen. Daartoe kunnen de vergunningen van de 500-600 belangrijkste ammoniak uitstotende bedrijven worden ingetrokken.
Een tegenvaller is echter dat de reductie niet genoeg is om ook de zogenaamde PAS-melders te kunnen legaliseren. Niettemin zei minister Van der Wal in de Volkskrant dat ze absoluut geen lijstjes wil met bedrijven die verplicht moeten verdwijnen.
Naast hernieuwd polderen wilde Remkes ook het wantrouwen wegnemen en de strijdende partijen nader tot elkaar brengen om een breed gedragen stikstofaanpak in al zijn facetten te realiseren. Greenpeace en stikstofstrijder Johan Vollenbroek reageren echter gepikeerd op de keuze van het kabinet. Die zou vooral een knieval voor de boeren zijn volgens Greenpeace. Vollenbroek noemde het werk van Remkes al eerder prutswerk en liet vandaag naar aanleiding van het nieuws uit het kabinet weten dat er voor hem niets anders op zit dan doorprocederen.
Met het creëren van vertrouwen voor een breed gedragen aanpak lijkt het nog niet helemaal te lukken.
Piet gaat de zaaltjes in zegt dat de politiek de boeren heeft "bedot" #landbouw pic.twitter.com/fYBbuc8Bf4
— BLHB (@BLHBnl) October 13, 2022
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Beste Jaap, ik wil toch wel in reactie het een en ander kwijt.
Je punt 1 maakt al duidelijk dat je sommige zaken niet snapt: “NL wel degelijk het recht heeft om de HRL precies in te vullen” Nee Jaap, Nederland heeft de PLICHT de Habitatrichtlijn, in de woorden van het Europese Hof, zo nauwkeurig mogelijk in nationale wetgeving om te zetten. En of je het nu leuk vindt of niet, dat is dus NIET gebeurd.
Waar gaat je punt 2 over? Over soorten of over habitattypen. Je probeert mij een opvatting aan te smeren die nergens uit mijn artikelen en reacties blijkt. Ik blijf inderdaad vasthouden aan de kwaliteitsgegevens die door LNV ambtenaren in Brussel zijn aangeleverd ter upgrade van het SDF.
Er is een heel hybride situatie ontstaan. Aan de ene kant de gegevens van het SDF, die laten zien dat 45% van het oppervlak van stikstofgevoelige habitattypen in een uitstekende SVI verkeert (EU code A) en 33 % in een goede SVI (Eucode B). Aan de ander kant wordt tot op ministerieel niveau ontkend dat het SDF bruikbaar zou zijn om inzicht te krijgen in de SVI, en wordt voortdurend erop gehamerd dat de SVI van de meerderheid van de Nederlandse habitattypes ongunstig tot zeer ongunstig is.
Ik heb het gebied Voordelta gebruikt om te laten zien dat die tweespalt niet uniek is. De passende beoordeling die voor de Voordelta is opgesteld verschilt aanmerkelijk w.b. de communicatie naar Brussel toe en die voor binnenlands gebruik.
Het is ook wel lastig om het allemaal goed te begrijpen. Er zijn helemaal geen extra soorten de Voordelta ingefietst, die stonden ook al op het SDF. De crux van de zaak “passende beoordeling Voordelta” is dat jouw voormalige collega´s zich in de communicatie met Brussel strikt houden aan de omschrijving en uitleg van artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn die uitsluitend betrekking heeft op elementen die de aanleiding zijn geweest voor de selectie van gebieden, terwijl Nederland zich daar niet aan gebonden acht. Over dat laatste moet je niet gering denken, want de afwijkende manier waarop jouw collega´s met de richtlijn omgaan is de opmaat voor het ontstaan van de stikstofcrisis.
Ik begrijp wat je probeert uit te leggen over de kwaliteitsbeoordeling van habitattypen, maar voor de meeste lezers is het denk ik abracadabra. Probeer het nog maar eens een keer.
#142 Jaap, Nico heeft in 2018 een rapport gemaakt waarin het meetstation in Vredepeel besproken wordt als voorbeeld van foute locatie voor zowel metingen als controle meet locatie.
In een aantal grafieken laat hij heel duidelijk zien dat er vrijwel permanent ammoniak emissie is bij meetstation Vredepeel in 2010 en minder in 2013. Verder tonen grafieken voor Januari en juni 2010 en ook later in figuur 4 hoge emissie op het moment dat er legaal mest mag worden uitgereden. Los van de kippenboer, zijn daar ook heel veel varkensboeren en koeienboeren in de buurt. We weten ook dat er in die regio aardig wat mest gedumpt is. Die zal je nooit officieel geregistreerd zien staan, maar juist dat dumpen zorgt uiteraard wel voor giga ammoniak druk.
Zou dat ook een verklaring kunnen zijn voor die buitensporig hoge metingen. Want als dat zo is zou dat ook een rede kunnen zijn dat station er wel in te houden omdat er dan wel degelijk aan dierconcentraties gewerkt kan worden via metingen. Want dat was toch het achterliggende doel?
#92 Nico, net als twee jaar geleden ga je gewoon niet op mijn argumenten in dat 1) NL wel degelijk het recht heeft om de HRL precies in te vullen, 2) dat veel soorten wel degelijk achteruit zijn gegaan op de hei, in schraalgraslanden, hoogvenen, en de SvI dus slecht is. Feitelijk zeg je: NL had dat niet moeten doen, dan hadden we ondanks de grote achteruitgang in soorten nog steeds het oordeel 'uitstekende natuur', en dat is goed. Een armzalige opvatting van natuurbescherming. Je blijft je SDF verhaal houden.
Je haalt er vervolgens weer een ander gebied bij: de Voordelta. Waar ambtenaren op achterbakse manier extra beschermde soorten in zouden hebben gefietst. Ook dat is niet tegen de regels. De kwaliteit van habitattypen wordt oa bepaald door voorkomen van 'typische soorten' (kenmerkende soorten). Dat kunnen inderdaad andere soorten zijn dan waarvoor gebied is aangewezen. En om tot een goede staat van instandhouding van het hab type te komen moet je impliciet ook die typische soorten beschermen. Als je zonodig m'n collega's van list en bedrog wil beschuldigen, sleep ze dan voor de rechter. Je hebt er ondertussen al jaren de tijd voor gehad.
#105 Dick, je vraagt of de precieze invulling door Nl van de Hab richtlijn de kamer wel heeft gehaald en of sprake is van level playing field. Ik weet niet of precisie de kamer heeft gehaald. Ik vraag me ook af of er dan vragen zouden zijn gesteld. Ik was in die tijd (1990-1995) met m'n promotie-onderzoek bezig naar effect bodemverzuring (door N) op eischaalproblemen bij vogels en volgens mij besefte niemand in die tijd het latere effect van die precisie. Er was stikstofbeleid ingezet en dat werd voldoende geacht. Sindsdien is de stikstofuitstoot met 2/3 gereduceerd dus er gebeurde ook veel. En als men die trend had doorgezet was er niets aan de hand geweest. André Hoogendijk, directeur van BO Akkerbouw stelde dan ook terecht deze vraag (mijn woorden): "waarom zoveel verzet vanuit agrar sector. In feite wordt er gevraag nog eens 15% extra reductie te realiseren tov de emissie rond 1990. Dat moet toch kunnen?". In werkelijkheid is sinds 2010 geen verdere reductie meer gerealiseerd. Bijna iedereen heeft in die tijd zitten slapen, of bewust het risid genomen. Een paar mense sliepen niet: de juristen na die de PAS van het begin af juridisch ondeugdelijk vonden, en daarover ook kamer en kabinet informeerden.
Level playing field: die HRL was júist om level playing field te krijgen. Zonder had NL bv wel natuurmaatregelen kunnen nemen, maar als buurlanden dat niet hadden gedaan, was er nog veel meer sprake van ongelijk speelveld. Maar de richtlijnen e de handhaving zijn niet perfect: NL beschermt grutto's (niet goed genoeg overigens) vanwege Vogelrichtlijn, voor veel geld, en Franse jagers schieten ze al jaren af.
De nieuwe adviesbureaus worden bij een vergunningaanvraag de tegenhangers van de ambtenaren die een vergunningaanvraag behandelen. Daarbij bestaat het risico dat de expertise van de adviesbureaus wel eens groter kan zijn dan de expertise van de vergunningaanvraag behandelende ambtenaren. En die ambtenaren zonder meer in verlegenheid worden gebracht. Het verschil in inzicht dat er tussen adviesbureau en ambtenaren kan ontstaan, zal ook wel eens kunnen leiden tot rechtszaken. ( Als het omgekeerde van de huidige MOB rechtszaken).
Je kunt je afvragen of het wel handig van de overheid is om toe te staan dat deze adviesbureaus mogen bestaan en demotiverend/bedreigend kunnen zijn voor eigen ambtenaren.
Zie ook mijn #135 Dit soort wegen gaan bewandelen?