In een persbericht dat vrijdagmiddag 14 oktober direct na de ministerraad werd vrijgegeven, schrijft het kabinet:

Het kabinet omarmt de denklijnen en neemt de aanbevelingen uit het rapport ‘Wat wel kan – uit de impasse en een aanzet voor perspectief’ van de heer Remkes over. Dit betekent dat er gewerkt wordt aan een korte termijn aanpak voor vergunningverlening en een landbouwakkoord met richtinggevende afspraken over de toekomst van de landbouw. In de gebiedsprocessen leggen we vervolgens de puzzels om onder andere de natuurdoelen te realiseren. Voor de korte termijn ligt er prioriteit bij het legaliseren van de PAS-meldingen. Een eerste reactie van het kabinet op het rapport is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op verzoek van de Tweede Kamer is de heer Remkes gevraagd om de gesprekken te leiden, na onrust breed in de samenleving. “Ik wil dat boeren zich weer gewaardeerd voelen. Als overheid hebben we veel werk te doen om het vertrouwen te herstellen. Boeren zorgen voor een vitaal platteland en dragen naast de voedselvoorziening ook zorg voor de natuur. Ik wil samen met hen aan de slag voor een duurzame toekomst voor de landbouw”, aldus minister Piet Adema (LNV). Het kabinet wil de kwaliteit van natuur, water, milieu en klimaat verbeteren, maar ook dat er een goede toekomst is voor de agrarische sector. De natuur moet aantoonbaar verbeterd en tegelijkertijd moeten ook vergunningen verstrekt worden, voor woningbouw en infrastructuur bijvoorbeeld. Nederland moet van het slot af. Het kabinet blijft – conform het advies van Remkes – vooralsnog sturen op het halen van de stikstofdoelen in 2030, met ijkmomenten in 2025 en 2028. “We willen de constructieve gesprekken die de afgelopen zomer zijn gevoerd gebruiken en voortzetten. We zoeken meer dan voorheen de samenwerking actief op om tegenstellingen te overbruggen en te verenigen. Vertrouwen herstellen kost tijd, dat realiseren wij ons. Dit advies is dé kans om een nieuwe start te maken op weg naar de goede balans tussen economie en natuur. Want boeren, en zeker ook jonge boeren, hebben een toekomst in Nederland.”, aldus minister Van der Wal (Natuur en Stikstof).

Piekbelasters
Eén van de adviezen van de heer Remkes is het gericht en versneld wegnemen van de emissies van 500 - 600 zogenoemde piekbelasters. Op deze manier worden er zo min mogelijk ondernemingen geraakt en kan ruimte worden gecreëerd voor onder andere PAS-melders. Remkes adviseert om hen voorrang te geven als het gaat om de inzetbare stikstofruimte die afkomstig is van de piekbelasters. Op deze manier wordt immers recht gedaan aan de positie van PAS-melders. Het kabinet wil als het gaat om de piekbelasters, met ondernemers uit diverse sectoren een gefaseerde aanpak bespreken. Deze gesprekken – op basis van vrijwilligheid - gaan in eerste instantie over het aanpassen of verplaatsen en pas daarna over het vrijwillig op- of uitkopen van een bedrijf. Het kabinet realiseert zich dat dit traject grote impact heeft en vindt het door Remkes genoemde tijdpad van 1 jaar ambitieus. Mede daarom wil het kabinet zo snel mogelijk een regeling vormgegeven. Het ministerie van LNV wil dit samen met de sector en provincies oppakken.

Landbouwakkoord
Het kabinet wil – zoals Remkes ook aanbeveelt - de denklijnen van het rapport samen met de sector uitwerken tot een duidelijke en stabiele koers. Doel is een meerjarige aanpak voor de landbouw en het bieden van ondersteuning om op deze manier toe te werken naar kringlooplandbouw.

Dit moet richting geven aan de toekomst van de agrarische sectoren, inclusief de bijdrage die de ketenpartijen leveren. Het akkoord vormt daarmee een belangrijke basis voor toekomstig landbouwbeleid. Hierbij zijn het rapport van de heer Remkes en het coalitieakkoord het uitgangspunt.

Het kabinet wil de gesprekken die onder leiding van de heer Remkes zijn gemaakt voortzetten. Dat vraagt een verantwoordelijkheid van iedereen om actief deel te nemen en om naar elkaar te luisteren, botsende belangen te bespreken en te werken aan gezamenlijke oplossingen. Ook belanghebbende andere partijen, zoals natuurorganisaties, maken hier onderdeel vanuit.

Vervolg
Het kabinet wil zo snel mogelijk aan de slag. Het Rijk pakt haar rol en verantwoordelijkheid.

In november komt er een Kamerbrief met de hoofdlijnen voor de toekomst van de landbouw. Dit bevat de basis voor het landbouwakkoord, waarvan het streven is deze in het eerste kwartaal 2023 te sluiten. Ook over de wijze waarop nadere invulling wordt gegeven over de aanpak van de piekbelasters wordt de Tweede Kamer in november geïnformeerd.

In november 2022 komt ook een Kamerbrief met de landelijke doelstellingen in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) op het gebied van klimaat, water en natuur. Uiterlijk in januari 2023 zullen deze richtinggevende provinciale doelstellingen en keuzes worden vastgesteld, om na het aanleveren van de gebiedsprogramma’s op 1 juli 2023 definitief te worden gemaakt.


Boeren kunnen tevreden zijn, maar blijven in onzekerheid over de resultaten. Bouw, industrie en verkeer zullen minder tevreden zijn omdat het kabinetsbeleid gewijzigd blijkt van een nadrukkelijk op korte termijn te behalen doelenbeleid in een oer-Nederlandse polderende procesaanpak
In een eerste reactie liet boeren-actieorganisatie Agractie van Bart Kemp weten blij te zijn met de kabinetsreactie en rustige benadering van de piekbelasters. Hooguit staat er het nodige weinig precies of niet in de brief benoemd, zegt Kemp. Agractie is blij dat de zonering die Remkes voorstelde niet meer wordt genoemd. De organisatie vraagt om een nadrukkelijker standpunt van het kabinet over het vervangen van de Kritische Depositiewaarde (KDW) ter beoordeling van de natuurschadelijkheid van activiteiten door een methode die gebaseerd is op de Staat van Instandhouding (SVI). Daarnaast mist Agractie het uitsluiten van de saldering tussen ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx), die Remkes wel adviseert. Saldering staat de overheid toe om boerderijen op te kopen om daarmee onder meer bouw en luchtvaart mogelijk te maken. Juridisch is die keuze aanvechtbaar.

Helemaal geen nationaal kaartje meer
Remkes stelde voor in plaats van het stikstofkaartje van minister Van der Wal vier zonetypes te gaan hanteren. Rode zones zouden bestemd moeten worden voor hoogproductieve landbouw die vooral gericht is op de export. Oranje zones hebben kwetsbare natuur en zouden moeten worden ingericht voor vormen van landbouw die meer aandacht hebben voor de natuur en minder vee. In de gele 'overgangsgebieden' naar natuurgebieden is ruimte voor kleinschalige landbouw en natuurbeheer, zoals waterberging en CO2-opslag. Groene zones zijn de Natura 2000-gebieden waar alleen heel kleinschalige natuurvriendelijke landbouw zou moeten plaatsvinden.

In de Kamerbrief die de ministers van (Piet Adema) en voor (Christianne Van der Wal) LNV later op de middag publiceerden, is de zonering al evenmin terug te vinden. De beide ministers schrijven: Zoals eerder gezegd neemt het kabinet de aanbeveling over om de stikstofkaart van tafel te halen. In plaats daarvan adviseert de heer Remkes om zo snel mogelijk regionale kaarten te maken, die minder gedetailleerd zijn. Wij vinden het belangrijk dat regionale kaarten “van onderop” ontstaan. Provincies krijgen de ruimte om daartoe met goede voorstellen te komen.

In plaats van een zonering is er helemaal geen kaartje meer, maar moeten de provincies in alle redelijkheid van het proces tot planologische invullingen van hun eigen stikstofbeleid komen.

Over het verlaten van de KDW zeggen de beide ministers dat er geen betere wetenschappelijk onderbouwde norm is om de bewaking van natuurdoelen te realiseren. Wel wil het kabinet de gesprekken over de KDW en betere normen "de komende maanden met de sector voortzetten". Het kabinet waarschuwt echter dat "een beoordelingssysteem zonder KDW een wetenschappelijk geaccepteerde methode zal moeten bevatten" en dat "de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er op dit moment nog geen alternatieven voorhanden zijn".

In plaats van een zonering is er helemaal geen kaartje meer, maar moeten de provincies in alle redelijkheid van het proces tot planologische invullingen van hun eigen stikstofbeleid komen
Kingloopbeleid voor de komende 20 jaar
Het kabinet wil blijkens de Kamerbrief een "duidelijk en gedragen toekomstbeeld voor de landbouwsector en de bijbehorende bedrijven voor pakweg 20 jaar". Dat moet duidelijk maken wat nodig is "om de hele bocht te zien" en kunnen maken. Geen voortdurend wijzigend beleid maar een duidelijke koers voor de lange termijn waarop bedrijven kunnen vertrouwen over de komende kabinetten heen en die nodig is in verband met de opgaven op het gebied van natuur, waterkwaliteit en klimaat. Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en niet zijn collega voor LNV (Natuur) Van der Wal krijgt de regie en moet er in de polder van betrokken partijen vorm aan gaan geven.

Polderende procesaanpak
Wie door zijn oogharen kijkt, ziet dat het kabinet inderdaad het strenge, maar tegelijk vrije en polderende rapport van Remkes nagenoeg integraal overneemt. Dat betekent niet het volgen van een recept. Dat geeft Remkes immers niet. Hij beveelt het opnieuw en gedetailleerd uitpolderen van het beleid aan. En dat beleid moet voorlopig binnen de normen van de geldende KDW's blijven omdat anders alle juridische kaders vervallen. Begrijpelijkerwijs ziet boerenkoepel LTO Nederland van Sjaak van der Tak in het rapport een kans te zien voor verdere dialoog. Om onverklaarbare redenen keert actieman Mark van den Oever van FDF zich in een vlog fel tegen de kabinetsreactie; mogelijk had hij de teksten nog niet gelezen en alleen wat krantenkoppen gezien toen hij zich uitsprak.

Boeren kunnen met de kabinetskeuze tevreden zijn, maar blijven in onzekerheid over de resultaten. Bouw, industrie en verkeer zullen minder tevreden zijn omdat het kabinetsbeleid gewijzigd blijkt van een nadrukkelijk op korte termijn te behalen doelenbeleid in een polderende procesaanpak die zo dicht mogelijk bij de doelen blijft en meer tijd mag kosten. Dat kan bouwend, vervoerend en industrieel Nederland in de problemen brengen omdat er niet snel genoeg stikstofruimte voor hun behoeften en ambities vrijkomt. Daar komt nog bij dat ook zij stikstofemissies zullen moeten reduceren en vergunningen moeten zien te verwerven die nu in even iconische als cruciale gevallen ontbreken (denk bijv. aan Schiphol, Rockwool en de Amercentrale).

Nieuwe toon, vertrouwensherstel nog niet geslaagd
Het kabinet kiest een nieuwe toon. Minister Piet Adema sloeg die afgelopen week al aan door hardop in een zaal met boeren te zeggen dat ze 'bedot' waren door de politiek en dat zijn ministerschap dat recht wil zetten. Waar in het duo Van der Wal en Staghouwer op LNV de eerste duidelijke de leiding had, verschuift het accent nu naar de opvolger van Staghouwer. Niettemin meldt de NRC in navolging van Boerenbusiness dat het kabinet nog een geitenpaadje heeft om boeren versneld uit te roken in plaats van uit te kopen: de wetgever kan vergunningen intrekken als de polder niet werkt. Ook stikstofstrijder Johan Vollenbroek wees al op die mogelijkheid die Remkes in zijn oproep tot rechtvaardig doch streng polderen niet hardop uitsprak.

De NRC maakte eerdere vermoedens over dat pad hard. De krant heeft een document van het RIVM in handen dat op basis van een lijst van 3.500 dicht bij natuurgebieden gevestigde bedrijven (agrarische en industriële) voorrekent dat binnen 5 jaar voldoende stikstofemissies kunnen worden weggenomen om de Nederlandse natuur te herstellen. Daartoe kunnen de vergunningen van de 500-600 belangrijkste ammoniak uitstotende bedrijven worden ingetrokken.
Een tegenvaller is echter dat de reductie niet genoeg is om ook de zogenaamde PAS-melders te kunnen legaliseren. Niettemin zei minister Van der Wal in de Volkskrant dat ze absoluut geen lijstjes wil met bedrijven die verplicht moeten verdwijnen.

Naast hernieuwd polderen wilde Remkes ook het wantrouwen wegnemen en de strijdende partijen nader tot elkaar brengen om een breed gedragen stikstofaanpak in al zijn facetten te realiseren. Greenpeace en stikstofstrijder Johan Vollenbroek reageren echter gepikeerd op de keuze van het kabinet. Die zou vooral een knieval voor de boeren zijn volgens Greenpeace. Vollenbroek noemde het werk van Remkes al eerder prutswerk en liet vandaag naar aanleiding van het nieuws uit het kabinet weten dat er voor hem niets anders op zit dan doorprocederen.
Met het creëren van vertrouwen voor een breed gedragen aanpak lijkt het nog niet helemaal te lukken.


Dit artikel afdrukken