Wat mist er in de trend van plant-based vleesvervangers? Echte planten. Door de focus op producten die op vlees moeten lijken en zo moeten smaken zien voedingsmiddelenproducenten de rijkdom aan gewassen over het hoofd. Daar liggen de kansen voor de transitie naar een volwaardig en volwassen plantaardig dieet.
Plantaardige vleesvervangers zijn een interessante productgroep. Niet alleen omdat ze vlees vervangen en kunnen leiden tot een kleinere landbouwkundige footprint. Maar ook omdat de vraag of vleesvervangers een goede stap zijn naar een meer plantaardig voedingspatroon, nog onbeantwoord is.
Zijn plant based vleesvervangers wel groente?
Als je gewend bent aan shoarma van varkensvlees en je krijgt een keer een broodje vega-shoarma voorgezet, dan is de kans heel groot dat het je lekker smaakt. Met al die kruiden en de sloot knoflooksaus maak je met een gemalen automat nog een lekker broodje shoarma. Voor de één is vega rookworst niet binnen te houden, een ander vindt het heel acceptabel, ook (en misschien wel vooral) omdat er geen dier voor hoefde te sterven.
Marktaandeel
Nu de verkoop van vleesvervangers stagneert, lijkt het enthousiasme wat uit de markt verdwenen, zoals dat in het commerciële jargon heet. Na een spectaculaire groei in het laatste decennium, zowel van het gevarieerde aanbod als de omzet, daalde de verkoop dit jaar met vijf procent. Het marktaandeel vleesvervangers in de supermarkt is ongeveer vier procent, vergelijkbaar met dat van cornflakes, aldus Trouw.
Culinair
Maar zijn het ook groente? Hoe kijkt een verstokte vegetariër, met een rij prachtige groentekookboeken in de kast, naar namaakspek en Roockworst? Probeer maar eens een Auf Wieder Schitzel te krijgen bij een groentesterrenrestaurant als Bolenius, dat internationaal hoog aangeschreven staat. Creatief met groente zijn ze bij Choux allang (persoonlijke favoriet). Niven Kunz, pionier met zijn vorige restaurant Kunz, was de eerste van vele chefs die op groente overstapten. Vlees is eigenlijk culinair helemaal niet interessant. Hou dat dry aged beef maar, zegt de moderne Feinsmecker.
Is er een trickle down effect van het succes van bovengenoemden, of van Ottolenghi en zijn geroosterde bloemkool met granaatappelpitten? Wordt er meer en creatiever gekookt met groente?
Dat zou nog weleens vies kunnen tegenvallen, pun intended. In veel huishoudens wordt misschien wel actief vleesvermindert, maar zijn smakelijke vegetarische maaltijden iets voor het weekend, als er vega-vrienden komen eten en er tijd is om te koken. Het Voedingscentrum heeft onderzoek (beschikbaar als Powerpoint) gedaan naar de kookvaardigheid van de Nederlander. Die is niet erg groot, evenmin als het geduld om te koken. Enter de kant-en-klare vleesvervangers. Wij Nederlanders zijn in Europa de grootste verbruikers ervan. Die vervangen het stukje vlees, maar zorgen ze ook voor meer groente op de borden?
Trend
In september publiceerde The Washington Post een Perspective-artikel van Eve Turow-Paul en Sophie Egan, oprichters van Food for Climate League, een nonprofit-organisatie die zich ten doel stelt ‘om van klimaatvriendelijk eten de norm te maken’. Ze analyseren de trend van plant-based alternatieven voor vlees. Het begin dateren ze in 2016, als Impossible Burger en Beyond Meat met hun producten op de markt komen, gesteund door een enorm marketingbudget. Plant-based is inmiddels mainstream, geven ze toe. “Maar wat is er weggelaten? Echte planten. Fruit en groenten, om te beginnen. Hele granen en bonen ook. Kruiden, specerijen, plantaardige oliën.”
Er zijn 250.000 à 300.000 eetbare plantensoorten op aarde en 2.000 eetbare paddenstoelen. Maar daarvan eten we maar vier procent, schrijven de auteurs. De FAO becijfert dat wereldwijd veertig procent van de plantaardige calorieën van drie gewassen komt, rijst, mais en tarwe. Daarna komt de aardappel, als vierde meest gegeten plantaardig voedingsmiddel.
Nogal saai, schrijven de auteurs. Maar vooral helpt het de transitie naar een meer plantaardig dieet niet. Door de opkomst van de vleesvervangers ligt de focus op eiwitconcentraat van soja en erwten. Daar gaat ook nog eens het meeste geld van investeerders heen, in plaats van naar de overvloed aan planten. ‘Plantaardig’ is tegenwoordig synoniem met ‘vleesvervanger’, maar “de nadruk op volwaardige planten zou de toegang tot voedzaam voedsel verbeteren op een manier die veel van deze vleesalternatieven eenvoudigweg niet bieden.”
Door de focus van de industrie op producten die op vlees moeten lijken en zo moeten smaken zien voedingsmiddelenproducenten de rijkdom aan gewassen over het hoofd. Gezonde, plantaardige voeding zou moeten bestaan uit gerechten en producten waarin veel meer verschillende gewassen verwerkt zijn, het liefst zo weinig mogelijk bewerkt. Kleine producenten kunnen zich specialiseren in specifieke graansoorten, spelt en farro, en in de vele soorten peulvruchten. Die variatie is niet alleen goed voor het milieu vanwege de diversiteit, maar ook voor een veelzijdiger voedselaanbod. Vleesvervangers van erwtenpoeder en soja-eiwitconcentraat zijn niet de oplossing in de transitie naar een plantaardig voedselsysteem, is de conclusie van de auteurs.
Flexitariër
De opmars van plantaardige producten die lijken op ouderwetse producten van dierlijke oorsprong, naast vleesvervangers vooral ook melk-, kaas- en yoghurtachtigen, is nu nog een nichemarkt, maar zal substantieel groeien. Dat is goed voor mens, dier en planeet. Maar er worden wel vragen gesteld bij de kwaliteit van die vervangers. Zolang de meest verkochte plant-based burgers meer calorieën en zout bevatten dan de dierlijke varianten en zolang plantaardige melk niet het rijke nutriëntenprofiel van koemelk heeft, zijn er serieuze argumenten om flexitariër te worden of blijven.
Dat is ook de uitkomst van een (ingezonden, doch interessante) analyse in Foodnavigator. Opmerkelijk is dat de grootste groep gebruikers van vlees- en zuivelvervangers de flexitariërs zijn, die dus net zo gemakkelijk weer overstappen op dierlijke producten als ze twijfels hebben over de voedingswaarde van plantaardige alternatieven. Dat is een uitdaging waarvoor de plant based industrie staat. Een breder aanbod van producten van verschillende grondstoffen is een oplossing voor die twijfel bij de consument, denken de analysten.
Kwaliteit
Het huidige plant based aanbod moet verbeteren. Dat was ook (impliciet) een uitkomst van een onderzoek uit 2019 op basis van de analyse van data uit twee grote cohorten, de Nurses’ Health Study (NHS) en de Health Professionals Follow-Up Study (HPFS). Er werd twaalf jaar terug gekeken naar eetgewoonten en het plantaardige aandeel daarin. Er werd onderscheiden naar dierlijk, gezond plantaardig en ongezond plantaardig. Tot dat laatste behoren geraffineerde granen, aardappelen en suiker.
Dierlijk en ongezond plantaardig deden het in de score (gekeken werd naar cardiovasculaire ziekten en sterfte) een stuk slechter dan het gezonde plantaardige dieet. Geen verrassende uitkomst, misschien. Maar wel weer een duidelijke hint: de overgang naar een meer plantaardige eetgewoonte moet wel ook een verbetering van de kwaliteit betekenen.
Dit artikel afdrukken
Zijn plant based vleesvervangers wel groente?
Als je gewend bent aan shoarma van varkensvlees en je krijgt een keer een broodje vega-shoarma voorgezet, dan is de kans heel groot dat het je lekker smaakt. Met al die kruiden en de sloot knoflooksaus maak je met een gemalen automat nog een lekker broodje shoarma. Voor de één is vega rookworst niet binnen te houden, een ander vindt het heel acceptabel, ook (en misschien wel vooral) omdat er geen dier voor hoefde te sterven.
Marktaandeel
Nu de verkoop van vleesvervangers stagneert, lijkt het enthousiasme wat uit de markt verdwenen, zoals dat in het commerciële jargon heet. Na een spectaculaire groei in het laatste decennium, zowel van het gevarieerde aanbod als de omzet, daalde de verkoop dit jaar met vijf procent. Het marktaandeel vleesvervangers in de supermarkt is ongeveer vier procent, vergelijkbaar met dat van cornflakes, aldus Trouw.
Wordt er meer en creatiever gekookt met groente? Dat zou nog weleens vies kunnen tegenvallen (pun intended)Is die daling reden voor paniek? Geenszins. In de eerste plaats zijn er duidelijke verklaringen voor. Prijsstijgingen, inflatie en corona hebben de consument zuiniger gemaakt. Vlees is goedkoper dan vleesvervangers. In de tweede plaats is de nieuwigheid er een beetje af. Iedereen heeft nu weleens een namaak hamburger gegeten, en velen houden het bij koeienvlees, een deel is wel overtuigd en koopt de bonenburger in het vervolg. Het aanbod verbreedt zich, een bedrijf als Meatless in Goes, dat al vijftien jaar innovatieve texturized plant-based ingredients voor de voedselindustrie maakt, geeft geen krimp. Want iedereen is het erover eens dat vleesvervangers de toekomst zijn.
Culinair
Maar zijn het ook groente? Hoe kijkt een verstokte vegetariër, met een rij prachtige groentekookboeken in de kast, naar namaakspek en Roockworst? Probeer maar eens een Auf Wieder Schitzel te krijgen bij een groentesterrenrestaurant als Bolenius, dat internationaal hoog aangeschreven staat. Creatief met groente zijn ze bij Choux allang (persoonlijke favoriet). Niven Kunz, pionier met zijn vorige restaurant Kunz, was de eerste van vele chefs die op groente overstapten. Vlees is eigenlijk culinair helemaal niet interessant. Hou dat dry aged beef maar, zegt de moderne Feinsmecker.
Is er een trickle down effect van het succes van bovengenoemden, of van Ottolenghi en zijn geroosterde bloemkool met granaatappelpitten? Wordt er meer en creatiever gekookt met groente?
Dat zou nog weleens vies kunnen tegenvallen, pun intended. In veel huishoudens wordt misschien wel actief vleesvermindert, maar zijn smakelijke vegetarische maaltijden iets voor het weekend, als er vega-vrienden komen eten en er tijd is om te koken. Het Voedingscentrum heeft onderzoek (beschikbaar als Powerpoint) gedaan naar de kookvaardigheid van de Nederlander. Die is niet erg groot, evenmin als het geduld om te koken. Enter de kant-en-klare vleesvervangers. Wij Nederlanders zijn in Europa de grootste verbruikers ervan. Die vervangen het stukje vlees, maar zorgen ze ook voor meer groente op de borden?
Trend
In september publiceerde The Washington Post een Perspective-artikel van Eve Turow-Paul en Sophie Egan, oprichters van Food for Climate League, een nonprofit-organisatie die zich ten doel stelt ‘om van klimaatvriendelijk eten de norm te maken’. Ze analyseren de trend van plant-based alternatieven voor vlees. Het begin dateren ze in 2016, als Impossible Burger en Beyond Meat met hun producten op de markt komen, gesteund door een enorm marketingbudget. Plant-based is inmiddels mainstream, geven ze toe. “Maar wat is er weggelaten? Echte planten. Fruit en groenten, om te beginnen. Hele granen en bonen ook. Kruiden, specerijen, plantaardige oliën.”
Er zijn 250.000 à 300.000 eetbare plantensoorten op aarde en 2.000 eetbare paddenstoelen. Maar daarvan eten we maar vier procent, schrijven de auteurs. De FAO becijfert dat wereldwijd veertig procent van de plantaardige calorieën van drie gewassen komt, rijst, mais en tarwe. Daarna komt de aardappel, als vierde meest gegeten plantaardig voedingsmiddel.
Door de focus van de industrie op producten die op vlees moeten lijken en zo moeten smaken zien voedingsmiddelenproducenten de rijkdom aan gewassen over het hoofd. Vleesvervangers van erwtenpoeder en soja-eiwitconcentraat zijn niet de oplossing in de transitie naar een plantaardig voedselsysteemTransitie
Nogal saai, schrijven de auteurs. Maar vooral helpt het de transitie naar een meer plantaardig dieet niet. Door de opkomst van de vleesvervangers ligt de focus op eiwitconcentraat van soja en erwten. Daar gaat ook nog eens het meeste geld van investeerders heen, in plaats van naar de overvloed aan planten. ‘Plantaardig’ is tegenwoordig synoniem met ‘vleesvervanger’, maar “de nadruk op volwaardige planten zou de toegang tot voedzaam voedsel verbeteren op een manier die veel van deze vleesalternatieven eenvoudigweg niet bieden.”
Door de focus van de industrie op producten die op vlees moeten lijken en zo moeten smaken zien voedingsmiddelenproducenten de rijkdom aan gewassen over het hoofd. Gezonde, plantaardige voeding zou moeten bestaan uit gerechten en producten waarin veel meer verschillende gewassen verwerkt zijn, het liefst zo weinig mogelijk bewerkt. Kleine producenten kunnen zich specialiseren in specifieke graansoorten, spelt en farro, en in de vele soorten peulvruchten. Die variatie is niet alleen goed voor het milieu vanwege de diversiteit, maar ook voor een veelzijdiger voedselaanbod. Vleesvervangers van erwtenpoeder en soja-eiwitconcentraat zijn niet de oplossing in de transitie naar een plantaardig voedselsysteem, is de conclusie van de auteurs.
Flexitariër
De opmars van plantaardige producten die lijken op ouderwetse producten van dierlijke oorsprong, naast vleesvervangers vooral ook melk-, kaas- en yoghurtachtigen, is nu nog een nichemarkt, maar zal substantieel groeien. Dat is goed voor mens, dier en planeet. Maar er worden wel vragen gesteld bij de kwaliteit van die vervangers. Zolang de meest verkochte plant-based burgers meer calorieën en zout bevatten dan de dierlijke varianten en zolang plantaardige melk niet het rijke nutriëntenprofiel van koemelk heeft, zijn er serieuze argumenten om flexitariër te worden of blijven.
Dat is ook de uitkomst van een (ingezonden, doch interessante) analyse in Foodnavigator. Opmerkelijk is dat de grootste groep gebruikers van vlees- en zuivelvervangers de flexitariërs zijn, die dus net zo gemakkelijk weer overstappen op dierlijke producten als ze twijfels hebben over de voedingswaarde van plantaardige alternatieven. Dat is een uitdaging waarvoor de plant based industrie staat. Een breder aanbod van producten van verschillende grondstoffen is een oplossing voor die twijfel bij de consument, denken de analysten.
Kwaliteit
Het huidige plant based aanbod moet verbeteren. Dat was ook (impliciet) een uitkomst van een onderzoek uit 2019 op basis van de analyse van data uit twee grote cohorten, de Nurses’ Health Study (NHS) en de Health Professionals Follow-Up Study (HPFS). Er werd twaalf jaar terug gekeken naar eetgewoonten en het plantaardige aandeel daarin. Er werd onderscheiden naar dierlijk, gezond plantaardig en ongezond plantaardig. Tot dat laatste behoren geraffineerde granen, aardappelen en suiker.
Dierlijk en ongezond plantaardig deden het in de score (gekeken werd naar cardiovasculaire ziekten en sterfte) een stuk slechter dan het gezonde plantaardige dieet. Geen verrassende uitkomst, misschien. Maar wel weer een duidelijke hint: de overgang naar een meer plantaardige eetgewoonte moet wel ook een verbetering van de kwaliteit betekenen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Vleesvervangers zijn meestal flink bewerkt en vooral interessant voor de beginnende vegetarier of veganist. Maar ik begrijp je vraag 'Zijn plant based vleesvervangers wel groente?' niet helemaal. Moet een vleesvervanger groente zijn? Meer groente is een goed idee voor veel mensen maar vlees, vis, kip of eieren weglaten verdient aandacht. Je kunt daar niet eenvoudigweg een extra stronk broccoli neerleggen of een paar gebakken champignonnetjes. Voor de verzadiging en voedingswaarde kun je dat vlees het beste vervangen door eiwitrijke plantaardige voedingsmiddelen zoals bonen of noten. Daarmee vallen hele mooie maaltijden te maken en de ervaren vegetarier heeft dan ook een verzameling favoriete Aziatische en bijvoorbeeld Mexicaanse recepten.
Kortom, niet het aanbod moet verbeteren van nog meer bewerkte voedingsmiddelen maar de vaardigheid van consumenten in de keuken mag verbeteren :-)
Helemaal eens met #1Yneke !
Als je minder vlees, zuivel en eieren wilt eten, gewoon meer peulvruchten en noten eten. Heerlijk klaar te maken, gezond en niet duur. Er is een ruim aanbod te vinden in winkels.
Aanrader: boek: Vegan Vibes, van Lisa Steltenpool
Ofwel al die vleesvervangers zijn feitelijk 'transitieburgers' een tussenstation naar gezond en lekker eten zonder vlees...of in ieder geval richting veel vaker een plantaardig alternatieve eiwitbron.
Yneke #1, je vat met jouw ervaring samen wat ik voorzichtig omschrijf. En ook Barbara #2 geeft een goeie richting aan. Maar wat ik in mijn (rondtastende) stuk probeer te opperen is dat we allemaal precies weten hoe het moet, maar niemand behalve wij zo voorbeeldig zijn. Daartussen zitten de dagelijkse praktijk en de (super)markt.
(..... inmiddels is de titel veranderd in "Saaie vleesvervangers zijn geen groente", terwijl de clickbait in de e-mail nog neutraal en to-the-point was "Vleesvervangers geen basis voor gezond plantaardig menu")
Voedingsmiddelenproducenten hebben geen belang bij de ontwikkeling van volwaardige plantaardige producten. Zij bedienen een publiek dat niet per se geïnteresseerd in voedzaam en gezond, maar eerder in voedsel dat gemakkelijk is, goedkoop en "zoals het altijd is geweest" / herkenbaar. Dat is een ander publiek dan de mensen die weten dat je voor gemakkelijk, goedkoop, lekker én voedzaam de voedingsmiddelenproducent niet nodig hebt. Dat is voor die producent geen interessante doelgroep. De producent mikt op de "ik wil het wel eens proberen, een dagje in de week niets dierlijks" en daarom vleesvervanger koopt, maar afhaakt omdat de portemonnee krapper wordt en nepvlees duurder is dan gewoon vlees.
Misschien is het een idee om in de algemene discussie over "plantaardig" niet te clickbaiten met woorden als "saai nepvlees" en "vleesvervangers zijn geen groenten". Het mag ook best wel eens aandacht krijgen dat iemand veel geld bespaart door geen dierlijke producten te kopen en te consumeren. De prijzen van zuivel en vlees stijgen nu dramatisch, terwijl bonen nog steeds geen fluit kosten. Met de voetnoot dat je van bonen ook lekkere koekjes kunt bakken, dat de nepmarsepein in het sinterklaassnoep gemaakt is van bonen, dat je knapperig stokbrood kunt bakken van bonen.... om de associatie van bonen met spek, bonen.. mwhah... en "ik bid niet voor bruine bonen" een beetje los te koppelen.