Remkes had woorden van kritiek of waarschuwing voor iedereen. Boeren nam hij juist in bescherming. Remkes sprak zich uit voor een 'normale' in plaats van 'heilige' omgang met de Kritische Depositiewaarde (KDW); die zou hij zelfs willen laten vallen zodra dat juridisch mogelijk is. Hij vindt dat er ruimte moet zijn voor hoogproductieve landbouw en dat niemand gehouden is aan het onmogelijke (bijv. het reduceren van stikstofdepositie tot een onhaalbaar niveau). Minister Van der Wal moest haar 'kaartje' van tafel halen en dat deed ze ook meteen. Ze moest in publiek meteen schuld bekennen voor de onrust die ze met het ding onder boeren heeft veroorzaakt en het kaartje politiek van tafel halen.

Enkele honderden piekbelasters ("500-600") moeten snel kunnen worden opgespoord en uitgekocht, eventueel onder dwang, om op de kortst mogelijke termijn speelruimte te creëren waardoor Nederland van het bouwslot kan. Zij zijn het zoenoffer voor de politieke keuze om berekende stikstofdepositie vergaand te reduceren. Maar Nederland mag boeren niet als het putje van het stikstofvraagstuk behandelen, integendeel. Dat geldt met name voor jonge boeren. De overheid noemde Remkes onbetrouwbaar voor de zogeheten PAS-melders en op andere punten noemde hij haar 'falend' en 'zwalkend'. Tevens zei hij dat ook de industrie de gevolgen van het stikstofbeleid zal gaan voelen.

Remkes nam in zijn toon nadrukkelijk afstand van halvering van de veestapel en liet boeren voelen hen belangrijk te vinden. Over Tjeerd de Groot van D66 zei hij - zonder diens naam te noemen - met enige emotie en felheid dat hij van een pragmatische partij geen geloofsartikelen wil horen. Scherp was hij over de 'culturele elite' in de stad die zijn waarheden aan het platteland zou willen opleggen. In Nieuwsuur herhaalde hij dat nog eens.



Met Remkes' rapport hebben boeren een document in handen waarmee ze weer een houvast kunnen creëren. Verwerkers en retailers staan voor de uitdaging de overheid duidelijk te maken dat zonering van boeren en fabrieken commercieel-economisch een nog weinig realistische gedachte is
Zonering
In de vele persanalyses is nog weinig aandacht voor het commercieel-economisch perspectief van Wat wel kan, Remkes tweede grote stikstofrapport. Reden voor mij om het juist op dat punt na te lopen. Remkes stelt een zonering van landbouwgebieden voor die loopt van rood (voor betaalbaar voedsel van hoogproductieve landbouw) via oranje en geel (beide vormen van natuurinclusieve landbouw) naar groen (zeer extensieve biologische landbouw). Hij schrijft: Er zijn in Nederland gebieden die zeer geschikt zijn voor bepaalde vormen van landbouw en industrie én er zijn gebieden waar specifieke soorten landbouw of industrie niet kunnen. Als dezelfde soort bedrijven enigszins logisch geclusterd zijn, biedt dat bovendien ook economische voordelen. De ketens van verwerkers, leveranciers en vervoerders worden dan immers korter, met kostenvoordelen tot gevolg. Daarnaast is het ook goed denkbaar om tot nieuwe economische concepten te komen, naar analogie van Parmaham of Goudse kaas. Nederland kent natuurlijk geen plangestuurde samenleving. Zulke verplaatsingen zullen stapsgewijs moeten plaatsvinden, maar het werken met een zonering (waarbij verplaatsingen positief gestimuleerd worden met voordelen) geeft naar mijn inzicht veel houvast om tot een goede verdeling van ruimte te komen. Ik denk niet dat dit automatisch uit gebiedsprocessen zal komen, dus hier zijn ook kaderstellende keuzes voor nodig, in overleg met de sectoren en de provincies.

Ook fabrieken van rood naar groen en omgekeerd
Met die woorden beveelt Remkes een grote ruilverkaveling aan. Boeren met rode ambities (de meeste, want dat business model snappen ze en Nederland heeft er het verwerkende apparaat voor) in groene, gele en oranje gebieden moeten een plekje in rood gebied vinden. Boeren die groen willen moeten verhuizen als ze in het verkeerde gebied zitten. Ook voedselverwerkende industrie moet kiezen waar ze bij wil horen. Als een kaasfabriek, bijvoorbeeld, niet rood maar groen wil zijn, moet die liefst verkassen naar groen gebied om bijvoorbeeld de biologische rauwe melk niet door het hele land te hoeven rijden naar die ene fabriek. Dat geldt ook voor patatsnijders en vleeswarenmakers, groentesnijders en wellicht zelfs voor de vleesvervangende industrie in Oost-Nederland en Zeeland.

Remkes realiseert zich dat zoiets niet zomaar even gaat want Nederland is vol - en moet dus altijd het een voor het ander inruilen - en kent geen traditie van actieve sturing zoals China. Toch ligt het plan nu als gedachte-experiment op tafel.

Rode boeren moeten clusteren met de grote fabrieken voor export van hun product in lokale productie- en verwerkingsketens
Gedachtenkronkel
Het heeft een paar forse haken en ogen. De uitruil vergt een makelaardij die over het hele land aan matchmaking weet te doen en trekt bestaande plattelandsgemeenschappen uit elkaar; Remkes heeft daar aandacht voor, maar wil het in de tijd toch laten gebeuren. Biologische (groen) en natuurinclusieve (oranje en geel) landbouw gaan volumes opleveren die vermoedelijk te groot zijn voor Nederland en te duur voor export.
Rode boeren moeten clusteren met de grote fabrieken voor export van hun product in lokale productie- en verwerkingsketens. Dat betaalbare product gaat dus het land uit, terwijl we zelf zoveel mogelijk duur uit eigen land moeten eten. Dat heeft als consequentie dat de Nederlandse overheid de detailhandel en horeca het liefst zal verplichten om buitenlands voedsel te weren, omdat anders ons eigen oranje, geel en groen grotendeels onverkoopbaar blijven.

Die gedachtenkronkel laat zien dat het rapport op commercieel-economisch terrein een poging tot het creëren van perspectief doet, maar nog onvoldragen is. Nederland kan de grenzen immers niet sluiten omdat we deel uitmaken van de interne EU-markt. Daarnaast zou deze strategie burgers beroven van hun keuzevrijheid en kan de Europese mededingingsautoriteit daar niet mee instemmen. Een ander heikel punt zijn de kosten van fabrieksverplaatsingen: wie gaat die betalen?

Remkes beweert niet dat hij alle oplossingen heeft, wel dat hij een goede basis legt voor gesprek over visie op de toekomst ('wat wil Nederland?' vraagt hij in het rapport) en de ruimtelijke ordeningsvraagstukken die daar in een klein land bij horen. Met zijn rapport hebben boeren een document in handen waarmee ze weer een houvast kunnen creëren. Verwerkers en retailers staan voor de uitdaging de overheid duidelijk te maken dat zonering van boeren en fabrieken op dit moment nog weinig realistisch is.

Het kabinet komt op 14 oktober met een reactie op Remkes' analyse en voorstellen.

Het rapport Wat kan wel is hier te downloaden.

Opmerkelijk is het oog dat Remkes blijkt te hebben voor de innovatieparadox waarin Nederland onder voormalig minister Staghouwer dreigde te verdwalen door de internationale verwevenheid van onze landbouwproductie.

Op Foodlog werd die problematiek beschreven en uitgebreid besproken in de vorm van de parabel van de dominee, de boer en de koopman. Met zijn woorden daarover, neemt Remkes het bestaande landbouwsysteem in Nederland in bescherming tegen hemelbestormende maar onbezonnen dadendrang.

Remkes schrijft: [Ik wil] benadrukken dat het introduceren van te hoge eisen of een te snelle afbouw van de landbouw, zal leiden tot een internationaal waterbedeffect. De Nederlandse landbouw produceert in internationaal perspectief overwegend conform hoge eisen van kwaliteit en dierenwelzijn. Hierbij merk ik wel op dat er in Nederland ook ‘fabriekslandbouw’ in bijna volledig gesloten systemen is ontstaan, die voor mij niet in dit beeld past. Mede door de omvang van de sector loopt Nederland nu als een van de eerste landen tegen de grenzen aan van wat kan. Daarmee loopt Nederland bij ondoordacht handelen het risico dat het ook afbreekt wat goed is. De grootste afnemer van nationale producten zijn namelijk niet de Nederlandse supermarkten, maar Europese ketens. Die zijn niet met Nederlands beleid te verplichten om duurdere producten af te nemen. Als er ondoordacht (d.w.z., te hoge eisen of te snelle afbouw) gehandeld wordt, verplaatst de productie zich automatisch naar delen van de wereld die minder hoge standaarden van kwaliteit en dierenwelzijn halen.

PERSSTEMMEN

  1. Zo denken de kopstukken in de agrarische sector over Remkes' rapport

    Omroep Gelderland
  2. Of Remkes de stikstofimpasse doorbroken heeft hangt af van de boeren

    Trouw
  3. Remkes: stikstofuitstoot van 500 tot 600 grote vervuilers zo snel mogelijk beëindigen

    NRC
  4. Remkes bepleit aanpak meest vervuilende boeren

    Het Financieele Dagblad
  5. Remkes: 500 tot 600 grootste stikstofvervuilers uitkopen, nu niet tornen aan 2030

    AD
  6. Remkes: '600 piekbelasters uitkopen binnen jaar'

    Boerenbusiness
  7. Groepje boeren bij Tweede Kamer na stikstofrapport van Johan Remkes

    NU
  8. Fons Lambie: 'Advies Remkes bevat toch harde boodschap voor boeren'

    RTL Nieuws
  9. Landbouworganisatie LTO vindt verplichte uitkoop boeren 'onmogelijk en onnodig'

    NU
  10. Van ‘nu doorpakken’ tot ‘in de shredder’; dit zijn de reacties op het stikstofrapport van Remkes

    NRC
  11. Remkes begreep woede boeren in zomer: 'Schrok van de wanhoop in hun ogen'

    NU
  12. Daar is het ‘rapport stikstof’ dan en dit heeft Johan Remkes te melden

    Metronieuws
  13. Remkes: stoppen van grote stikstofuitstoters is 'de minst kwade route'

    NPO Radio 1
  14. Minister Van der Wal neemt advies over: stikstofkaart gaat van tafel

    RTL Nieuws
  15. Langverwacht stikstofadvies Remkes: nu niet tornen aan 2030

    AD
  16. Remkes: stikstofuitstoot van 500 tot 600 grote vervuilers zo snel mogelijk beëindigen

    NRC
  17. Provincies steunen advies Remkes maar noemen gedwongen uitkoop boeren­bedrijven ‘lastig’

    de Volkskrant
  18. Remkes: stikstofdoel 2030 blijft voor nu staan, gewraakt stikstofkaartje van tafel

    RTL Nieuws
  19. Remkes: Koop honderden boeren gedwongen uit; wijk niet af van stikstofdoelen 2030

    bnr
  20. Remkes: Overheid moet vervuilende boeren uitkopen en 'vooralsnog' vasthouden aan doel

    NU
  21. Het kán: de stikstofcrisis oplossen en de landbouw perspectief geven

    De Correspondent
Dit artikel afdrukken