Deze campagne roept geheid de reactie op dat WC Eend WC Eend geweldig vindt. Wat geeft het COV zoveel vertrouwen dat jullie toch dat gevaar opzoeken?
Als WC Eend op een verantwoorde wijze een prima product maakt, daar trots op is en dat wil uitdragen naar de maatschappij, is daar helemaal niets mis mee. Onze Nederlandse cultuur vertoont soms nog wat calvinistische trekjes, waarbij terechte trots wordt weggezet als ijdelheid of opschepperij. Daar moeten we vanaf. De Nederlandse veehouderij en vleesproductie behoort tot de wereldtop op het gebied van dierenwelzijn, duurzaamheid en voedselveiligheid. Dat komt mede door de zeer kritische omgeving waarin we werken. Die kritiek heeft de laatste jaren echter de overhand gekregen in het maatschappelijke en politieke debat. Halve en hele onwaarheden hebben voet aan de grond gekregen. Daardoor ontstaat ten onrechte een negatief beeld over veehouderij en vlees. Wij willen en moeten dat publieke en politieke debat weer voorzien van de feiten en de échte verhalen; en wie kunnen dat beter dan de mensen uit de vee- en vleessector zelf? We doen dat met een open houding. We gaan graag in dialoog met mensen die kritisch op ons zijn. In Nederland mogen smaken verschillen. Gelukkig maar. De Nederlandse vee- en vleessector wil weer zichtbaar, herkenbaar en aanspreekbaar zijn.

De mens is een omnivoor, die vindt en voelt dat vlees een belangrijk onderdeel van zijn voedingspatroon is. Daar is niks mis mee. Overigens hoef je van mij geen vlees te eten.
Volgens de vlees- en zuivelsector doet Nederland het qua duurzaamheid veel beter dan andere landen. Daarom moet de productie in Nederland zoveel mogelijk in de benen blijven, is het standaard antwoord van de sector. Nederlanders zijn daar - blijkens de meerderheid in de 2e Kamer - niet meer zo van overtuigd. Zou het niet veel beter zijn om de vleesproductie in bijvoorbeeld Polen, Roemenië en - straks - de westerse helft van Oekraïne te verduurzamen volgens onze standaarden en daar actief in te participeren?
Je aanname dat de meningen in de Tweede Kamer een goede weerspiegeling van de publieke opinie zijn, is onterecht. Een voorbeeld: onlangs debatteerden tien Kamerleden over het dierenwelzijn in slachterijen. Vijf van die tien zijn overtuigd en uitgesproken vegetariër of veganist en dat klonk door in het debat. En dat terwijl het percentage vegetariërs en veganisten in de Nederlandse maatschappij al jarenlang stabiel op slechts 5% zit.

Nederland is een landbouwland in hart en nieren. Ons land is grotendeels door boeren gemaakt. Onze vruchtbare rivierdelta voorziet de Noordwesteuropese regio van vlees en daar mogen we trots op zijn. 80% Van het vlees van in Nederland gehouden dieren wordt in een straal van maximaal 800 kilometer om ons heen gegeten. Dat heet in de VS een ‘streekproduct’. Het betekent overigens niet dat 8 van de 10 koeien of varkens in zijn geheel naar het buitenland gaat. Wij Nederlanders vinden slechts 20% van het dier echt lekker. Van varkens bijvoorbeeld de varkenshaas en karbonade. Duitsers, Fransen en Italianen houden van de hammen en die brengen we dus daarheen. Het spek gaat naar Duitsland en Engeland, bijvoorbeeld als bacon. En de Chinezen zijn dol op oren, snuiten en pootjes. Dat is een belangrijk deel van de 20% die verder weg geconsumeerd wordt. We weten dus elk deel van het dier bij de juiste consument te brengen. Die optimale benutting is super-duurzaam en daar zijn we heel goed in.

Tegenover de ‘export’ van vlees staat de import van veel andere voedingsmiddelen zoals bananen, avocado’s en koffie. Die internationale handel is al eeuwenlang onderdeel van onze levensstandaard.

De vleesconsumptie wil al jaren op rij niet dalen. Dat constateren Wakker Dier en Hans Dagevos van de WUR luid en duidelijk. Het nieuwe, strenge beleid van de overheid maakt echter komaf met de dierlijke sector. Die bedient ook het buitenland. Wie vult straks het Nederlandse aanbod dat wegvalt in, en hoe zullen de dieren het daar hebben?
De mens is een omnivoor, die vindt en voelt dat vlees een belangrijk onderdeel van zijn voedingspatroon is. Daar is niks mis mee. Overigens hoef je van mij geen vlees te eten. Nederland is een vrij land, waar smaken mogen verschillen. Over de toekomst van de veehouderij in Nederland is op dit moment nog geen zinnige, onderbouwde uitspraak te doen, dus daar waag ik me niet aan.

Zou het handig zijn om te komen tot een Europees productielokatie- en normenbeleid? Waar vinden we dat terug in de campagne 'Nederland Vleesland'?
De normen voor dierhouderij en voedselproductie komen grotendeels al uit Brussel. Nederland kiest daarbij meestal voor een strikte interpretatie en strenge handhaving van die regels. In Nederland Vleesland focussen we ons op veehouderij, veehandel en vleesproductie in Nederland. We laten zien dat lekker en veilig vlees een waardevol onderdeel is van een goed leven. We laten zien dat we er alles aan doen om het beste vlees uit Nederland voor iedereen zo bereikbaar mogelijk te maken én te houden. Nederland is een vleesland, waar smaken mogen verschillen.

In de NRC zegt consumptiesocioloog Hans Dagevos dat hij in de campagne gelijkenissen ziet met de selectieve waarheidsduiding en -vinding van de Stichting Agrifacts die onder meer officiële stikstof- en waterkwaliteitsfeiten in een ander daglicht probeert te stellen.

Uitgerekend daags voor de start van Nederland Vleesland maakte Wakker Dier gisteren bekend dat voormalig minister van Landbouw, Carola Schouten (ChristenUnie), de aanbeveling ‘minder vlees’ uit een overheidscampagne zou hebben gehouden. De organisatie zegt daarover 'zwart-op-wit'-bewijs te hebben. Uit opgevraagde vertrouwelijke correspondentie bleken ambtenaren "alles te blokkeren wat maar gaat over vlees, naar wens van de minister”.
Schouten ontkent een veto te hebben uitgesproken, maar geeft toe ‘eet minder vlees’ een te negatieve oproep te hebben gevonden. Zij wilde een positieve boodschap om burgers te stimuleren een bijdrage aan een beter klimaat te leveren. Denk bijvoorbeeld aan 'eet vaker plantaardig'. De huidige landbouwminister Henk Staghouwer (eveneens ChristenUnie) gaf opdracht om de mogelijkheden van een heffing op vlees te onderzoeken; daarmee zou het Nederlandse publiek tot vleesminderen moeten worden bewogen. In de huidige, sterk inflatoire markt stijgen de prijzen snel, zodat de vraag gesteld mag worden of een vleestaks nog doelmatig is.

Update 2 september 10u00
Op TV maakten Tim Hofman en Umberto Tan in gesprek met Dé van de Riet van COV naar het oordeel van hoogleraar Jaap Seidell 'gehakt' van de campagne
Dit artikel afdrukken