Ierland telt 7,3 miljoen koeien en zo'n 5 miljoen mensen. Het is een typisch koeienland dat 90% van zijn zuivel en vlees exporteert omdat de omstandigheden er zo geschikt voor zijn: veel gras en mild klimaat. De lange geschiedenis van de Ieren met de dieren is zelfs in mythen vastgelegd.
De landbouw domineerde de economie tot ver in de 20e eeuw en vormde een beeld van Ierland dat bezoekers nog steeds betovert. De Ierse koe loopt veel langer buiten dan de Nederlandse en is aanmerkelijk vaker grotendeels grasgevoerd. Dat kon nog steeds nadat de EU de melkquota afschafte en de regering de boeren aanmoedigde te groeien. Dat deden ze, met nieuwe efficiënte koeien en technologie. Het aantal melkdieren groeide daarom in de afgelopen fors.
Methaan en nieuwe wetenschap
Maar toch moet de Ierse koe eraan geloven omdat het dier methaan uitstoot, een klimaatgas dat weliswaar sneller zijn werking verliest dan koolstofgas maar voor een paar decennia een negatief klimaateffect heeft dat 20-30 keer groter is dan CO2 (hoewel de modernste wetenschap dat weer een beetje anders ziet).
The Guardian meldt dat de 135.000 Ierse koeienboeren van hun regering de opdracht hebben gekregen om hun klimaatbedreigende uitstoot met 25% te verminderen. De uitstoot van de koeieneconomie is vastgesteld op 37,5% van de schadelijk klimaatgassen die Ierland produceert. Dat is hoofdzakelijk het gevolg van methaan van de oprispingen van boerende koeien. De nieuwe wetenschap beweert dat die methaan sowieso wordt uitgestoten omdat die het gevolg is van plantaardig materiaal dat blijft groeien ook als de koeien verdwijnen. Omdat de uitstoot van verrottend en vergaand gras niet op zichzelf wordt berekend, wordt die volgens fervente koeienwetenschappers in de officiële boeken onterecht aan de koe toegerekend.
Schaalvergroting biedt soelaas
Vervoer moet zijn emissies met 50% terugbrengen; kantoorgebouwen moeten met 40% terug. De boeren hoeven dus niet te klagen - zoals in Nederland rond het stikstofdossier - dat zij meer moeten doen om het klimaat of het milieu te redden dan andere sectoren. Toch klagen de boeren omdat zij denken dat hun bedrijven niet meer rond te rekenen zijn als ze moeten krimpen.
Dat zal best meevallen.
Door boerderijen samen te voegen, groter te maken en de koeien efficiënter te laten produceren zijn de doelstellingen vermoedelijk nog prima te halen. Wat dat betreft staan de Ierse koeienboeren er beter voor dan de Nederlandse. Door de eisen die de Nederlandse overheid stelt op het gebied van stikstof is opschaling bij ons vooralsnog moeilijk, waardoor boerenbedrijven te klein worden om te kunnen blijven voortbestaan terwijl duurzaam buitenlands aanbod hun positie in de markt overneemt. Iers aanbod kan daar een voorbeeld van zijn. Zie voor deze problematiek de parabel De Dominee, de Boer en de Koopman.
De landbouw domineerde de economie tot ver in de 20e eeuw en vormde een beeld van Ierland dat bezoekers nog steeds betovert. De Ierse koe loopt veel langer buiten dan de Nederlandse en is aanmerkelijk vaker grotendeels grasgevoerd. Dat kon nog steeds nadat de EU de melkquota afschafte en de regering de boeren aanmoedigde te groeien. Dat deden ze, met nieuwe efficiënte koeien en technologie. Het aantal melkdieren groeide daarom in de afgelopen fors.
Methaan en nieuwe wetenschap
Maar toch moet de Ierse koe eraan geloven omdat het dier methaan uitstoot, een klimaatgas dat weliswaar sneller zijn werking verliest dan koolstofgas maar voor een paar decennia een negatief klimaateffect heeft dat 20-30 keer groter is dan CO2 (hoewel de modernste wetenschap dat weer een beetje anders ziet).
The Guardian meldt dat de 135.000 Ierse koeienboeren van hun regering de opdracht hebben gekregen om hun klimaatbedreigende uitstoot met 25% te verminderen. De uitstoot van de koeieneconomie is vastgesteld op 37,5% van de schadelijk klimaatgassen die Ierland produceert. Dat is hoofdzakelijk het gevolg van methaan van de oprispingen van boerende koeien. De nieuwe wetenschap beweert dat die methaan sowieso wordt uitgestoten omdat die het gevolg is van plantaardig materiaal dat blijft groeien ook als de koeien verdwijnen. Omdat de uitstoot van verrottend en vergaand gras niet op zichzelf wordt berekend, wordt die volgens fervente koeienwetenschappers in de officiële boeken onterecht aan de koe toegerekend.
Schaalvergroting biedt soelaas
Vervoer moet zijn emissies met 50% terugbrengen; kantoorgebouwen moeten met 40% terug. De boeren hoeven dus niet te klagen - zoals in Nederland rond het stikstofdossier - dat zij meer moeten doen om het klimaat of het milieu te redden dan andere sectoren. Toch klagen de boeren omdat zij denken dat hun bedrijven niet meer rond te rekenen zijn als ze moeten krimpen.
Dat zal best meevallen.
Door boerderijen samen te voegen, groter te maken en de koeien efficiënter te laten produceren zijn de doelstellingen vermoedelijk nog prima te halen. Wat dat betreft staan de Ierse koeienboeren er beter voor dan de Nederlandse. Door de eisen die de Nederlandse overheid stelt op het gebied van stikstof is opschaling bij ons vooralsnog moeilijk, waardoor boerenbedrijven te klein worden om te kunnen blijven voortbestaan terwijl duurzaam buitenlands aanbod hun positie in de markt overneemt. Iers aanbod kan daar een voorbeeld van zijn. Zie voor deze problematiek de parabel De Dominee, de Boer en de Koopman.
Enkele jaren terug heb ik stage gelopen in Ierland, afgelopen voorjaar ging ik naar Ierland met een Europese studiegroep en duidelijk verschil gezien met eerst.
Ik heb mijn ogen uitgekeken en mij verwonderd over de mate van intensivering in de afgelopen jaren. Er is veel veranderd: Bedrijven zijn fors groter geworden (grofweg 3x groter dan vóór quotering).
Middels derogatie en lage mestnormen kunnen Ierse boeren 3 melkkoeien per hectare houden als deze niet meer geven dan 6500 kg melk.
Een langer groeiseizoen, ideale omstandigheden voor grasgroei (goede temperatuur (niet te koud, niet te warm) en fors gebruik van kunstmest geven een hoge voedselproductie en ideale omstandigheden voor het houden van koeien.
Wel staan ze voor een aantal dilemma's waar ze volgens mij nog geen echt antwoord op hebben:
- Hoe omgaan met eventueel verlies derogatie (= 1/3 minder vee)?
- Hoe omgaan met minder kunstmest (= deels klavers gebruiken) = nogsteeds veel kunstmest?
- Hoe omgaan met exportmodel en ecologische achteruitgang in eigen land?
Of de landbouw zoals die nu is volhoudbaar is vraag ik mij af.
Ik heb mij verwonderd in Ierland, het meest wel hierom:
De overheid is erg betrokken op de landbouw en voelt zich verantwoordelijk voor de sociale omstandigheden van boeren (werkweek, werktijden, inkomen, etc....)
De modus is: samen vooruit en verbeteren.
Of ze deze positieve houding vast kunnen houden en of ze de uitdagingen het hoofd kunnen bieden gaan we zien (ik ben er niet helemaal gerust op).
Is innovatie daar ook al een vies woord?
DSM kan met bv Bovear al zorgen voor 25-40% reductie in methaan (afhankelijk van het rantsoen, het zal hier vermoedelijk aan de onderkant van de bandbreedte liggen).
Arend Van 't Oever #2
''Is innovatie daar ook al een vies woord?
DSM kan met bv Bovear al zorgen voor 25-40% reductie in methaan (afhankelijk van het rantsoen, het zal hier vermoedelijk aan de onderkant van de bandbreedte liggen).''
Waarom de methaan niet benutten, dan hoeven de Ieren minder fossiel gas importeren.
#3 Jordi Kolenbrander dat kan ook nog altijd, alleen vereist een forsere investering en infrastructuur en is complexer.
Het een sluit het andere niet uit. Methaan reductie via ademhaling vermindert en via mest kun je ook nog methaan winnen.
Ierse boeren hebben wat meer in de melk te brokkelen bij de politiek dan Nederlandse. Dat gaat terug op de financiële bankencrisis van ruim een decennium geleden. Toen stond Ierland in het rijtje Middellandse Zee landen waarover we ons ernstig zorgen maakten. Dat heeft geleid tot een nationale strategie waarin minder is ingezet op de financiële sector en de holdings (met gunstige belastingtarieven) en meer op de traditionele landbouw. O.a. omdat men (net als hier RFC) veel exportmogelijkheden zag o.a. naar China en opkomende landen. Productie moest worden verdubbeld en er moesten ook actief ketens in bv. Oost-Afrika worden opgezet om technologie en kennis te exporteren.
Een ander verschil is dat Ierland een grote vleesvee sector kent (zoals de consument weet van de biefstuk en de boeren van de gecompliceerde MacSharry regelingen voor vleesvee die moesten passen in het sterk gespecialiseerde Ierse systeem waarin dieren vaker verhuizen van mesters van jonge naar oudere dieren). De toegevoegde waarde in die sector is niet groot en het zijn zeer vaak nevenbedrijven waar de boer ook een ander inkomen heeft.
De strategie was en is dus om die bedrijven om te zetten naar melkvee met schaalvergroting of de melkveehouders de grond van die vleesveebedrijven over te laten nemen (waarvan de boeren toch al grotendeels een inkomen uit ander werk hebben). Ook de leeftijdsopbouw helpt.
Klimaat speelde tot een paar jaar geleden in deze discussie geen grote rol, maar nu zit men klem omdat de Ierse landbouw een van de grote uitstoters is (ik vermoed dat de veenweideproblematiek nog maar matig in de cijfers zit). Men kan veel minder zoals in sommige andere landen ook de industrie er voor op laten draaien. In dat opzicht lijken ze op Nieuw-Zeeland dat voor boeren een CO2-tax invoert.
Economisch is het mechanisme natuurlijk gelijk aan dat in Nederland, in tegenstelling tot wat het eind van het stukje hierboven suggereert: marges komen onder druk, verdienmodel is een probleem en schaalvergroting is voor een beperkt aantal boeren die de shake-out overleven een oplossing. Hooguit is er daar wat meer ruimte vanwege die vleesvee-sector en mogelijk een wat oudere agrarische bevolking (veel jonge mensen gingen naar de States in tijden van crisis).
De echt interessante vraag voor Nederland is waarom Nieuw-Zeeland en Ierland al zo ver zijn met klimaatbeleid en wij achter lijken te lopen terwijl we onszelf zo duurzaam vinden. hoe staat het met de implementatie van het klimaatakkoord door de landbouw?