Bij de onverschrokken Galliërs krijgen we een beeld van een dorpsgemeenschap, die zich vrolijk te goed doen onder veel gelach en gedans op tafel. Historisch gezien klopt dit beeld wel, want de klassieke schrijver Posidonius van Apameia (ca. 135 - 51 voor onze jaartelling.),zegt daarover: “Als ze een feestmaal eten, zitten ze op de grond op huiden van wolven of honden, in een cirkel aan lage houten tafels. De jonge kinderen dienen op. Dicht bij de plek waar ze eten zijn vuren waar ketels met vlees op staan en waar speren met vlees boven hangen.” Bij Asterix zijn dat bankjes, en Obelix zou het gebruik van hondenhuiden niet hebben toegestaan.
Het doel van dit feestmaal aan het eind van een avontuur is in eerste instantie om te vieren, dat onze helden veilig en wel terug zijn gekeerd in het dorp. Mission accomplished. Het gezamenlijke maal dient ook om hen weer op te nemen in de dorpsgemeenschap, hen terug te brengen naar de hiërarchie zoals die ter plaatse geldt, met Abraracourcix (met de korte armpjes) als stamhoofd. Ook al hebben ze veel opgestoken in den vreemde, hier in het dorp is alles hetzelfde gebleven en ze passen zich (graag) weer aan.
Dampende terrine
Iets anders ligt dat bij heer Bommel. Zijn bediende Joost dient meestal een alles behalve eenvoudige maar wel voedzame maaltijd op aan het eind van het verhaal. Joost leeft zich tot volle tevredenheid van zijn werkgever op 19e eeuwse wijze uit met uitgelezen maaltijden op hoog opgetaste schotels die hij met zwier op een zwaar verzilverd dienblad op tafel tovert.
Dit is de eerste aflevering van een drieluik over de rol die eten kan spelen in een stripverhaal. Geen diepzinnige analyses, maar een schets.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dit is een eerste deel van een drieluik over stompzinnigheid in strips en met name over de rol die eten speelt. Dat het stompzinnig is heeft geen belang, maar wat het doet met lezers. Je hebt er volwassen mensen onder, die ernstig nagaan wat of er wel of niet van klopt. Het kan maar zo dat striplezers, zoals Lizet Kruyfff, denken dat roofdieren, die doorgaans leven van anderdiers dood, veganist kunnen worden en vriend met hun prooi.
Wolfje en de Grote Boze Wolf. Wolfje is de zoon van de Grote Boze. Moeder bestaat niet.
Strips moeten niet ingewikkeld zijn; een moeder is ingewikkeld. Kwik, kwek en kwak hebben alleen twee ooms, beiden halfgaar, een rijke en een sukkel. De sukkel heeft of wil iets met een kreng van een mens dat Katrien heet.
Tot zover niks om je zorgen over te maken, striplezer Lizet.
Maar daar zijn de Biggetjes van Walt Disney, superstom, erg lief en natuurlijk ook zonder ouders. Wolfje is de zoon van de Grote Boze. En niet goed snik. Want in plaats van zijn vader te helpen de biggetjes te vangen om ze op te eten, redt hij telkens de biggetjes net voor zijn vader ze te pakken krijgt.
En dat al ver voordat M. Thieme geboren werd.
Vrees dat Hans en Grietje hier ook nog ter discussie komen te staan ...
It wasn't me ;-)
iets over dat exotische fruit: druiven in de vijftiger/zestiger jaren , dat waren dan NLse Westlandse Frankentalers bv(alleen gekocht voor zwaar zieken of zeer rijken), pas later, begrijp ik uit de in memoriams van A.Heijn, kwamen hier de meloenen, druiven, nectarines,smaakloze spaanse aardbeien, kiwis, mangos en noem maar op in de schappen, dankzij zijn goedkope ijskast om ze vers te houden, dus geen eerlijke seizoensvruchten van eigen bodem meer, afgelopen met uitkijken naar de bessentijd, pruimentijd, de meloen in hoogzomer (uit de kas), nooit zo beseft eigenlijk. Geen eenvoudige doch smakelijke maaltijden meer, maar puur exotisch en verweggistan voortaan.
Klootwijk, je bent op zondag nog voorspelbaarder dan de afloop van een stripverhaal. Je zou kunnen overwegen om niet te reageren op onderwerpen waar je geen belangstelling voor hebt. Je neus ophalen voor stripverhalen is zóóó jaren vijftig.
wat ik zo leuk vond, dat Bommel op het eind even weer de grote meneer was, met tom poes in een bescheiden bijrol, die ook mocht opscheppen, je wist, als hij van tafel ging, dat het meteen weer mis zou gaan en tom poes moest inspringen "Tom Poes, doe dan toch wat!". Iets soortgelijks had je trouwens bij Haddock en Kuifje. Ik denk trouwens dat dat de gewone situatie was in het feodale europa van eeuwenlang (pakweg tot 1800, bij ons eindigde dat iets eerder dan elders).