Voor het eerst is vastgesteld wat de milieu-impact is van meer dan 57.000 samengestelde producten en bewerkte voedingsmiddelen. Een eerste stap om consumenten, supermarkten en beleidsmakers in staat te stellen weloverwogen beslissingen te nemen over de milieueffecten van voedingsmiddelen en dranken.

"Dit is heel opwindend werk," zegt Peter Scarborough, hoogleraar volksgezondheidsbeleid. "Voor het eerst beschikken we over een transparante methode om de milieuvoetafdruk van bewerkte voedingsmiddelen met meerdere ingrediënten te vergelijken. Dit soort voedingsmiddelen hebben het grootste aandeel in van de supermarktboodschappen die we doen, maar tot nu toe was er geen manier om hun impact op het milieu direct te beoordelen."

Hoe verduurzamen als je de impact niet weet?
Wie zijn consumptiepatroon wil verduurzamen, ontbreekt het aan de (gedetailleerde) informatie over de milieu-effecten van voedingsmiddelen en dranken. Er zijn wel verschillende labels in ontwikkeling, zoals de Eco-Score en de Planet-Score om consumenten op weg te helpen, maar die richten zich nog maar op beperkte categorieën.

Daar wil dit onderzoek verandering in brengen. Onderzoekers van het Livestock, Environment and People (LEAP)-programma en Oxford Population Health hebben hun model publiek toegepast op alle meer dan 57.000 producten die in Britse en Ierse supermarkten te koop zijn.

Ze gingen uit van de beschikbare informatie over de ingrediënten van de producten (de etiketinformatie). Meestal weet alleen de fabrikant precies hoeveel van elk ingrediënt in een product gaat, maar net als in Nederland zijn Britse fabrikanten verplicht percentages aan te geven of de ingrediënten op de verpakking te zetten in volgorde van grootte. De onderzoekers wisten op basis van bekende percentages onbekende waarden af te leiden door producten met elkaar te vergelijken met behulp van een grote dataset van producten.

Individuele ingrediënten werden gekoppeld aan bestaande milieudatabases (vaak voor grondstoffen) en de percentages van alle ingrediënten in elk product werden gebruikt om het effect van elk heel product te schatten.

Binnen dezelfde soort producten, zoals bijvoorbeeld pestosauzen, kon de milieudruk van de 'beste' de helft tot een tiende van het milieu-effect van de 'slechtste' hebben. Maar consumenten kunnen dat vooralsnog niet weten
Vier factoren
De milieu-impact werd berekend op basis van vier factoren: de uitstoot van broeikasgassen, landgebruik, waterstress en eutrofiëringspotentieel (verstikking van soorten door overbemesting). Ze werden gecombineerd tot één geschatte samengestelde milieu-effectscore per 100 gram product. Verfijnende informatie over de herkomst van ingrediënten ontbreekt nog. Denk bijvoorbeeld aan het land van oorsprong of de landbouwproductiemethode en portiegroottes. Daarmee zouden de milieu-effectscores nog nauwkeuriger kunnen worden, zeggen de onderzoekers.

Zo konden de onderzoekers vaststellen dat vleesvervangende producten een vijfde tot minder dan een tiende van de milieueffecten van vlees hebben. Producten op basis van fruit, groenten (dus ook chips, gemaakt van aardappelen!), suiker en bloem, zoals soepen, salades, brood en veel ontbijtgranen hebben een lage impactscore, terwijl producten op basis van vlees, vis en kaas aan de hoge kant van de schaal zitten. De hoogste milieu-impact hebben producten als beef jerky, biltong en andere gedroogde rundvleesproducten.

Substitutie
Binnen dezelfde soort producten, zoals bijvoorbeeld pestosauzen, kon de milieudruk van de 'beste' de helft tot een tiende van het milieu-effect van de 'slechtste' hebben. Maar consumenten kunnen dat vooralsnog niet weten. Zou dit soort informatie wél beschikbaar zijn voor consumenten en supermarkten, dan zou het een gedragsverandering richting duurzamere voedingsmiddelen in de hand werken, zonder dat grote veranderingen in het voedingsgedrag nodig zijn. Je kunt dan immers gewoon de pesto met het laagste milieu-effect kiezen, en hoeft niet van pesto af te zien.

Frisdrank heeft lage impact
De onderzoekers gingen nog een stapje verder. Ze legden de milieu-effectscores ook naast de voedingswaarde van een product, zoals gedefinieerd door de Nutri-Score-methode (zie de tabel onderaan). Daaruit bleek dat duurzamere producten over het algemeen ook voedzamer zijn.

Er is één grote uitzondering op die trend. Suikerhoudende frisdranken hebben een lage milieu-impact - zijn dus duurzaam volgens deze methodiek. Dat komt doordat ze voornamelijk uit water bestaan. Maar kijk je naar de voedingskwaliteit, dan scoren frisdranken natuurlijk erg laag.

Figure 4 PNASFigure 4 uit het onderzoek


Recent legde modelbouwer Hans Blonk voor Foodlog en Agrifoodsnetworks.org uit welke standaarden, tools en data nodig zijn om de footprint van een product vast te stellen. Hij liet zien dat nu bedrijven in het spel komen een pijnlijke kloof zichtbaar wordt tussen door overheden vastgestelde reductiedoelen en - zoals het eigenlijk moet - reductiestrategieën om het product dat we consumeren klimaat- en milieuschoon te maken. De impact van bedrijven is veel gerichter omdat ze door de hele keten heen iedereen zijn best laten doen. Nationale overheden stoppen bij hun landsgrenzen en hanteren gek genoeg geen grensoverschrijdende strategieën om minder milieu- en klimaatschade een flinke zwengel te geven. Blonk adviseert het verbinden van de nationale beleidsperspectieven van overheden aan de grensoverschrijdende Food Value Chain-perspectieven van het bedrijfsleven.
Dit artikel afdrukken