Dat is een controversiële constatering, want op dit moment bepaald niet hippe boodschap. De onderzoekers benadrukken mogelijk mede daarom dat no till ook andere voordelen heeft die onverkort blijven bestaan. Beperkte grondbewerking, zeggen ze, blijft ondanks hun constatering nog steeds van cruciaal belang voor de bestrijding van bodemerosie en -afspoeling. Hoe minder grond beregend en gekeerd wordt, hoe beter deze water vasthoudt en de groei van bodemmicro-organismen voedt die plantengroei ondersteunen. Daardoor zijn er minder meststoffen nodig.
Toch willen ze ook kwijt dat niet al onze hoop moeten vestigen op no till-landbouw om de koolstofvoetafdruk van de landbouw weg te werken.
Dat concluderen de onderzoekers op basis van 144 studies over de afgelopen 50 jaar, waarin no till werd vergeleken met bewerkte velden. In totaal bevatten de studies 1.061 vergelijkingen tussen no till en geploegde landbouw, een serieuze set data dus waaruit een stevige conclusie mag worden getrokken.
Doorgaans wordt de doeltreffendheid van no till onderzocht op basis van metingen van de organische koolstof in de bodem (SOC) tot op 10 centimeter diepte. Omdat ze heel uitgebreid zochten naar studies, vonden de onderzoekers ook gegevens over wat er in diepere bodemlagen gebeurt. Dat veranderde hun beeld.
Het verschil in conventionele en no till bewerkte bodems verschilt na een jaar of 14 nauwelijks meerZe constateren dat in de eerste jaren van no till-praktijken de bodemorganische stof in de bovenste lagen toeneemt. Tegenover die winst staat echter een afnemende hoeveelheid in de laag tussen 10 en 60 centimeter.
Dit verlies varieert in de studies die de onderzoekers naplozen tussen de 0,28 tot 2,29 Mg per hectare en overtreft zelfs een beetje de winst in de hoogste laag. Het verschil in conventionele en no till bewerkte bodems verschilt na een jaar of 14 nauwelijks meer.
Waarom de bodemorganische stof in lagere grondlagen omgekeerde evenedig afneemt met de toename in de bovenste, hebben de onderzoekers niet kunnen achterhalen. Ze hebben wel een aantal hypothesen. Bodembewerking zonder grondbewerking zou de mogelijkheden voor koolstofopslag in de bovengrond om zich naar de onderste lagen te verplaatsen kunnen beperken. Dat kan verklaren waarom deze lagen na verloop van tijd uitgeput raken. Onbewerkte grond verdicht na verloop van tijd ook zodat de opname van koolstofrijke gewasresten van bovenaf kan vertragen. Bovendien maakt toenemende verdichting het voor plantenwortels moeilijker om zich een weg naar beneden te banen, waardoor een andere weg voor het transport van koolstof via uitgestrekte wortelnetwerken naar diepere lagen wordt beperkt.
Welke conclusies moeten uit het onderzoek worden getrokken? "Onze bevindingen tonen aan dat er geen eenvoudige gegarandeerde oplossing is voor het terugdringen van atmosferische CO2", zeggen de onderzoekers.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Tekst bij de foto vermeld "ploegvoren", maar op de foto staan gefreesde aardappelruggen.
Piet, ik schaam mij diep. Ploegen is ploegen. Foto vervangen. Dank!
Geen idee op welke grondsoort de proeven gedaan zijn.
Welke grondsoort heeft echter ook invloed op wel of niet ploegen. Op kleigronden komt ploegen eerder in aanmerking dan no till bewerkingen. Op de slempgevoelige kleigronden in mijn omgeving is ploegen vereist voor diep-wortelende gewassen zoals suikerbieten, anders wordt het niks. Bij zware klei zal ploegen ook aan te bevelen zijn voor een betere waterbergend en waterdoorlatend vermogen van de teeltgrond tijdens de zaaiperiode.
De nieuwe foto lijkt op wedstrijdploegen, maar de ploeger op de voorgrond laat niet zulk best ploegwerk zien.
Er is maar een manier om organische stof te verhogen en dat is door de oogst volledig onder te werken. Uiteindelijk zal er ook weer een nieuwe balans ontstaan waarbij de vertering van de organische stof in de bodem gelijk wordt aan dat wat onder gewerkt wordt. Dan is de maximale opslagcapaciteit bereikt. Wil je koolstofboer worden dan zal je op die delta beloond moeten worden.
Ik weet niet of no till daarbij goed werkt omdat alle organische stof in de bovenste lagen komt te zitten.
Studies in Afrika hebben laten zien, dat organische stof, die een bepaalde stabiliteit gekregen heeft, en niet verder omgezet kan worden met de voorhanden zijnde vocht en microbiële basisvoorraad, hydrofoob wordt en uiteindelijk gaat eroderen en dus afspoelt bij regen.
Daarentegen is het verrijken van de grond met voeding voor bacteriën wel heel interessant omdat daarbij 2 elkaar versterkende processen plaatsvinden.
1 - tijdens de vertering van snel afbreekbare organische stof (groene blad delen van een plant) door bacteriën leveren deze bacteriën plakkende suikers aan de bodem waardoor losse bodemdeeltjes aan elkaar kitten en kruimelige grond ontstaat, die zowel vocht als zuurstof beter in evenwicht laten komen. Tijdens het verteringsproces door Bacteriën komt stikstof vrij.
2 - bacteriën hebben een korte levensduur en hun celwanden bevatten een soort organische stof die moeilijk verder wordt afgebroken. Daarbij wordt dus het koolstof gehalte in de bodem verhoogd.
Tijdens het verteringsproces zelf kan de moeilijk verteerbare organische stof verder verteerd worden door schimmels. Hoewel die schimmels met minder stikstof in leven kunnen blijven onttrekken ze toch stikstof uit de bodem zodat ze de overgebleven organische stof kunnen omzetten naar humus. Schimmels kunnen zich alleen verplaatsen door groei en voor die groot hebben ze veel water nodig. En daarvoor hebben ze ook weer stikstof nodig. Als beide voorhanden zijn gaat humificatie gestaag door.