In Nederland kan ik genieten van het landschap en van natuur. Die twee worden nogal eens verward. Een mooi landschap betekent niet per se (veel) natuur – koeien in bijvoorbeeld het veenweidegebied geeft een mooi landschap, maar betekent niet direct veel natuur. Natuur is voor mij waar (doorgaans diverse) fauna en flora floreert die behoort bij de omstandigheden van bodem, klimaat en topografie. In Nederland is dat zelden oorspronkelijk – meestal heeft de mens daar lang geleden of onlangs de hand in gehad. Maar dat maakt Nederlandse natuur ook weer bijzonder. Voor mij hoort bij natuur ook stilte – voor sommige soorten fauna is dat ook een voorwaarde. Stilte is in Nederland nogal zeldzaam. Daarom past bij natuur in mijn ogen geen gemotoriseerd verkeer en in het algemeen moet de toegang tot natuur van mens en vervoersmiddelen gereguleerd zijn in ons dichtbevolkte landje.

In mijn optiek zou de natuurbescherming zich moeten richten op een infrastructuur van natuurgebieden in Nederland. En het liefst diverse typen natuur. Dus niet te veel gefragmenteerde postzegels, maar grotere gebieden of althans gebieden die met elkaar verbonden zijn. Natuurlijk kun je waardevolle natuur op kleine schaal hebben en zelfs natuur binnen de landbouw (heggen, sloten, poelen, etc.). Die hoef je, denk ik, niet te laten beheren door natuurbescherming, maar dat kun je ook aan particulieren overlaten, met duidelijke richtlijnen. In ons dichtbevolkte land met veel partijen die een belang hebben bij grond, grondgebruik en natuur, moeten we keuzes maken. Dus ook bij de natuurbescherming moeten we ons, denk ik, richten op de grotere gebieden en versnippering tegengaan.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dat doen lees je in De ontdekking van de ander.

Dit artikel afdrukken