Vandaag gaat het bij de Friese boeren over de vraag 'Duurzaamheid, wat heb ik eraan?!' Het praatje wordt een dubbelgesprek met Marc Jansen. Dat is een man waar boeren niet altijd blij mee zijn. Hij is van het CBL, de organisatie van supermarkten en andere etenswarenverkopers die de boeren zo zielig laten zijn omdat ze hen uitknijpen. We hebben het natuurlijk van te voren goed voorbereid en constateerden iets aardigs. We moeten over 15 jaar wereldkampioen duurzaamheid worden, maar houdt u vast: dat zijn we al! Ja, echt en dat is nieuws. In technisch opzicht loopt dit land al ver voor op het gebied van uitstoot, weglek, eco-footprint van de productie en weet-ik-veel-wat-nog-meer. Dat krijg je er nou van als je wereldkampioen wilt worden, maar vergeet dat je het al bent.
De vraag is dan ook, wat we nou eigenlijk willen in dit land. Als we al duurzaam zijn en we nog duurzamer willen worden, dan zijn we dom. Waarom? Nou, omdat daar geen cent méér mee te verdienen valt. Boer, tuinder en beleidsmaker vluchten naar voren, vertellen dat Nederland bloeit van de innovatie en goeie high tech ideeën om varkens en tomaten nog efficiënter te laten groeien en tegelijk het milieu nog minder te belasten. Ze hebben nauwelijks een nagel om op hun achterhoofd te krabben en zich af te vragen waarom ze nou eigenlijk nog meer investeren terwijl ze nu al niks verdienen en ze nú al wereldkampioen zijn. Want reken maar dat het geld kost, al die 'duurzame' plannen.
Unox heeft het onderwijl prima door. Die doet net of de tomaten buiten groeien, de vogeltjes fluiten en de boeren een beetje over het hekje leunen. Net als ze de plantjes een beetje water willen gaan geven, gaat het nog regenen ook. Zo wil de grachtengordel immers zijn eten zien. En dat beeld houden ze in stand. Daar hebben zij en hun collega's die echt verstand van marketing hebben honderden miljoenen euro's voor. Consumenten hebben niks met tech en eten en zullen er om die reden ook nooit wat mee krijgen. Waarom? De Nederlandse boeren hebben een budgetje van nauwelijks 1,5 miljoen om te laten zien hoe Nederland wel niet bloeit. In de kas en de andere high tech, waar u zich kapot van schrikt omdat de boeren van Unox u veel meer aanspreken. Tis een kwestie van communiceren en begrijpen waar je aandacht aan moet geven, zal ik maar zeggen.
U begrijpt dus wat de boeren daar in Fryslân straks te horen krijgen, zowel van mij als van Jansen. Nog meer duurzaamheid? Daar hebt u niks an. Begin eerst maar eens uit te leggen waarom we uw spullen van vandaag moeten kopen. Als u dat niet kunt, kunt u beter wat anders gaan doen want het kost u uw pensioen. Niet erg hoor, er zijn genoeg stadse mensen die de Keizersgracht niet leuk meer vinden en nog wel een leuk optrekje willen bouwen op uw mooie weiland waarin nu nog hier en daar een sporadisch billboard staat dat geen hond begrijpt: Nederland bloeit! Lieve hemel, denk ik de afgelopen weken steeds, het sneeuwt!! Dan bloeit het toch niet?
Lezer, begrijpt u nou waarom de Nederlandse boer geen reet verdient? De WUR vertelt vandaag dat biologisch weg moet en het varken 'duurzaam' moet worden. Boer en boerenuniversiteit snappen er niks van. Daarom laat Unox ons alvast weten dat het alleen werkt met boeren die het wél snappen. Die jongens kunnen communiceren, al is het je reinste kolder. Dus ga d'r maar aan staan als Bloeiend Boeren Nederland met 1,5 miljoen communicatiebudget en voor een paar miljard aan duurzame innovaties waar niemand op zit te wachten omdat niemand er de meerwaarde van begrijpt en er dus ook niet meer voor betaalt.
Duurzaam, zegt de consument, dat is toch zoiets als biologisch? In ieder geval moet het er zo'n beetje uitzien als hierbeneden, denkt en vindt hij.
Een paar miljard investeren in producten die niemand snapt en zonder communicatieplan of budget. Hoe haal je het in je bolle boerenhoofd?
Word dan maar Unoxboer.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik blijf me nog steeds verbazen door de collectieve domheid en lemmingsgedrag van de primaire sector. Duurzaamheid, innovatie en samenwerking blijven de heilige woorden, maar zijn tevens ook de mooiste vorm van "greenwashing" als je niet weet wat deze woorden nu werkelijk inhouden. Innovatie (vernieuwing) is juist gebaad bij diversiteit, samenwerking zorgt voor een 'mono-denkcultuur' (en dus voor weinig vernieuwende inventies).
Aangevoerd door de grote roerganger WUR (hoeveel innovatie komt er werkelijk uit Wageningen?), blijft het gros van de aandacht liggen aan 'technologie' waarmee de kosten gereduceerd kunnen worden. Automatisering, energie-herverbruik, mechanisatie, meer rendement uit een hectare. Het samen-kennis-pad (de driehoek genoemd) heeft agrifood Nederland groot gemaakt in een tijd dat het lineaire innovatiemodel nog bestond. Zelfs het LEI -onderdeel van WUR- weet dat WUR medeschuldig is aan de huidige situatie landbouwwereld (Link1). Oplossingen komen altijd van buiten onthoudt dat.
Echte ondernemers -en ze zijn er ook in de primaire sector- weten dat er grenzen zijn aan kostenreducties. Nog meer investeren in schaalvergroting en kostenreductie programma's is juist NIET duurzaam. Consumenten willen geen monoproducten meer. Echte ondernemers weten dat je het JUIS moet hebben van de opbrengstenkant van je bedrijf. En echte intrinsiek onderscheid-dus geen green balls of fire onzin campagnes- zorgen voor opbrengsten (en bijbehorende winsten).
Verburg pleite recent nog voor 'innovatieplannen uit de sector'. Of Bleker heel verstandiger is betwijfel ik. Je wordt besmet waar je mee omgaat. Praten over innovatie IS nog geen innovatie DOEN. De primaire sector laat maar heel beperkt zien dat het hun serieus is (natuurlijk zijn er mooie uitzonderingen). Ik ben somber. Somber over de hoeveelheid onkunde rondom innovatiemanagement, somber over de visie van de sector zelf en somber over het platte kostensnijdendenken in Den Haag.
Vooruitgang komt nu van (MKB) ondernemers die eventueel in kleine slimme samenwerkingsverbanden aan de slag gaan. Alleen niet-concurentiele aspecten (bijvoorbeeld voedselveiligheid) doe je collectief als sector samen. Innovatie niet. Daarvoor dien je als sector generiek beleid aan te bieden waarbij ondernemers in kleine groepjes HUN project ZELF kunnen gaan DOEN. Veel kleine projecten en vertrouwen (in Den Haag heet dat high-trust benadering).
Mijn zakenpartner Bert zei van de week nog tegen mee: "Wouter geef geen eten, maar leer je klanten vissen en geef ze een hengel". Mijn advies: leer agro-ondernemers ECHT innoveren, geef ze de kennis rondom innovatieprocessen. Alles wat je aandacht geeft dat groeit. Ik wens geen aandacht te geven aan de zoveelste kostenreductie programma's.
Wouter, je zegt "Consumenten willen geen monoproducten meer". Hoe bedoel je? Alleen nog maar samengestelde producten?
Omdat ook de treinen in ons land niet meer betrouwbaar zijn, rij ik van Utrecht naar Leeuwarden door de polder. Verdomd, daar staat zo'n bord in een akker: 'Nederland Bloeit'.
Weet iemand wat zo'n bord daar doet? Koopt u uw aardappelen anders door van die dingen? Dat schijnt nl. de bedoeling te wezen. Zouden die foeilelijke windmolens trouwens ook bij dat bloeiende land horen? In zee d'r mee.
(voor iemand de politie belt: ik zit ernaast, gelukkig wil iemand me rijden)
Met mono-producten bedoel ik uitwisselbare bulk producten. Sorry ik gebruikte het verkeerde woord. Maar ook jouw zin lijkt te gaan kloppen. Vers-bewerkte (samengestelde) producten doen het inderdaad beter.
@Dick, ik weet wat Nederland Bloeit is, dus zal niet je lijn verpesten. Wel heb ik een heel simpele vraag: wat is de doelgroep van Nederland Bloeit? De Nederlandse consument?