De gemiddelde Foodlog-lezer is goed geïnformeerd over het stikstofbeleid. Dwarsdenkende experts als Nico Gerrits en Jaap Hanekamp hebben hier meerdere kritische en diepgravende stukken over geschreven en duidelijk gemaakt dat er nog veel schort aan feitelijke depositiemetingen en de daadwerkelijke impact van de berekende emissieniveaus op biodiversiteit en bodemverzuring.

Ik wil een paar gedachten met u delen. Van meet af aan wil ik ook duidelijk maken dat ik vind dat Nederland moet komen tot een beleid dat de Nederlandse natuur behoudt en verbetert. En dat, links- of rechtsom, stikstof daar samen met andere factoren een rol in speelt.

’Level playing field’ in gevaar
Als econoom heb ik mij vooral verbaasd over de economische navelstaarderij van de kabinetten Rutte III en IV. We hebben er als land bewust voor gekozen om onderdeel te zijn van de EU met haar interne markt en het vrije verkeer van zowel personen als goederen. Dat brengt ons extra handel en welvaart. Het vereist ook dat het kabinet het ‘level playing field’ moet bewaken en geen landspecifieke regels oplegt die grote impact kunnen hebben op de concurrentiepositie van individuele bedrijven die opereren in een internationale markt. Stikstofnormen die met een factor 150 of meer met buurlanden kunnen verschillen vallen bij mij niet onder de definitie ‘level playing field’. Daarover is meer afstemming in de EU een logisch en ethisch vereiste.

Bij mij komt het beeld van een in zichzelf gekeerd ‘politiek establishment’ op. Dat wordt verder versterkt door de zeer rigide stikstofplannen
Poldermodel bij het vuilnis gezet
Daarnaast heb ik vraagtekens bij de redenen waarom de kabinetten Rutte een voor de Nederlandse economie essentiële sector zo lang laten bungelen. Sinds het afschieten van het Programma Aanpak Stikstof door de Raad van State in mei 2019 is er nauwelijks voortgang geboekt in het stikstofdossier. Rutte III heeft de sectorplannen van het Landbouwcollectief (2019) en een breed gedragen sectorplan van LTO, bouwers en natuurorganisaties (2021) naast zich neergelegd. Dat heeft tot kostbaar tijdsverlies en een grote mate van onzekerheid geleid. Daarmee is onder leiding van Minister President Rutte en passant het veel geprezen poldermodel opgeblazen. Waarom veel politici denken dat problemen vanuit Den Haag kunnen worden opgelost door doelen en tijdspad vast te leggen zonder brede steun vanuit een sector is mij een raadsel.

Bij mij komt het beeld van een in zichzelf gekeerd ‘politiek establishment’ op. Dat wordt verder versterkt door de zeer rigide stikstofplannen. Het bekende ‘stikstofkaartje’, dat breed steun kreeg in de Tweede Kamer, is illustratief. Hoe kun je als wetgever steun geven aan doelen en een tijdspad zonder een helder beeld te hebben van de haalbaarheid van plannen?

Dat vervolgens ook nog eens blijkt dat afwijkende berekeningen van het Ministerie van Financiën over de draconische impact van de plannen – de helft van de boerenbedrijven wordt ernstig geraakt - niet zijn gedeeld met de Tweede Kamer voorafgaande aan de debatten maakt mijns inziens dat de besluitvorming in de Tweede Kamer weliswaar democratisch is geweest, maar overgedaan moet worden omdat essentiële informatie is achtergehouden. Ook zouden hierbij de minder ingrijpende alternatieven gedeeld moeten worden met de Tweede Kamer zodat tot een beter afgewogen besluit gekomen kan worden.

Voldoet het nieuwe stikstofbeleid wel aan Habitatrichtlijn?
Bij de Habitatrichtlijn staat voorop dat aangewezen Natura 2000-gebieden in een gunstige staat van instandhouding worden behouden, dan wel hersteld worden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de context. Lang gevestigde economische belangen, sociale en culturele structuren en regionale en lokale bijzonderheden kunnen niet zomaar door natuurbelangen opzij worden geschoven. Hoe denkt het kabinet te kunnen voldoen aan die bepalingen van de Habitatrichtlijn als er nu al berekeningen zijn dat de helft van de boerenbedrijven verdwijnt of ernstig hinder ondervindt van de nieuwe stikstofplannen? Houdt het beleid stand voor de rechter als een weigerboer voet bij stuk houdt en een beroep doet op de menselijke voorwaarden aan de uitvoering van de Habitatrichtlijn? En is het überhaupt meetbaar wat de individuele bedrijfsbijdrage is aan de overschrijding van de kritische depositiewaarde?

Een recent naar boven gekomen vertrouwelijk rapport van TNO uit april 2022 gaf al klip-en-klaar aan dat stikstofdepositie onder de 1 mol per hectare eigenlijk niet meetbaar is. Dat is nogal een conclusie omdat er Natura 2000-gebieden zijn waar de norm op een depositie van 0,005 mol per hectare ligt. Gerrits spreekt in dit geval van een blatant gebrek aan gevoel voor getalsverhoudingen. Mij lijkt het een punt waarover ook minder wiskundige begaafde bestuurders, juristen, ons hoogste rechtscollege en hun adviseurs zich achter de oren moeten krabben.

Uitstel is kostbaar
Inmiddels zijn we ruim drie jaar verder en is een werkbare oplossing voor zowel politiek als landbouwsector nog niet in zicht. Dat is niet alleen frustrerend, maar leidt ook tot uitstel van noodzakelijke investeringen om de stikstoffootprint van Nederland verder terug te brengen.

Want waarom zou een bank een veehouderij nog een lening van materieel belang geven als überhaupt niet duidelijk is of de betreffende agrarisch ondernemer op lange termijn wel door kan gaan met zijn bedrijf? Dat boeren gepikeerd zijn hebben ze afgelopen maanden ook meer dan duidelijk gemaakt. Ik vind dat ze een punt hebben. Het kabinet zal zijn koers mijns inziens moeten bijstellen en samen met de sector tot werkbare plannen moeten komen. Dat is niet hetzelfde als de uitvoering van de plannen bij de provincies neer te leggen. Samen met de Tweede Kamer zal het kabinet eerst zijn huiswerk over moeten doen. Dat moet kunnen binnen de democratische rechtsorde. Beter halverwege gekeerd, dan ten hele gedwaald. Tijd dus om ideologie en heilige huisjes in te wisselen voor een stuk pragmatisme.

Met twee cent op melkprijs van gemiddelde bedrijven is de boer uit de extra; bij de huidige melkprijs kan dat geen probleem zijn. Zet daarnaast de Natura2000-keten op, melk met een bijzondere meerwaarde waar consumenten voor willen betalen
Naar een meer pragmatisch stikstofbeleid
Hoe kan een meer pragmatisch stikstofbeleid er globaal uitzien? Het nieuwe beleid moet tot een significante reductie van de stikstofuitstoot leiden zonder de concurrentiepositie van onze boeren ernstig te schaden. We moeten de kool en de geit dus sparen, want ook het vergunningenproces voor bouw- en infra activiteiten moet op korte termijn weer van de grond komen. Dat kan door melkveehouders te verplichten om stikstof reducerende stalsystemen af te nemen. De test met de Lely-Sphere in samenwerking met Rabobank en Royal Friesland Campina loopt inmiddels bij een kleine honderd melkveehouders en zal moeten uitwijzen of de theoretisch berekende 72% stikstofreductie in de praktijk gehaald kan worden, maar zelfs met een niveau van 50-60% reductie komen we een heel eind qua reductiedoelstellingen.

Impact op kostprijs beperkt
De kosten van de Lely Sphere bedragen zo’n €160.000 voor een gemiddeld melkveebedrijf met 120 koeien. Als alle 15.000 melkveehouders in Nederland een stikstof reducerend stalsysteem afnemen, dan bedragen de totale investeringskosten ongeveer €2,4 miljard. Als zo’n systeem in 10 jaar wordt afgeschreven dan bedragen de extra afschrijvingskosten zo’n 16.000 euro per jaar voor een gemiddeld melkveebedrijf. Laat daar nog eens 4.000 euro per jaar aan extra onderhoudskosten bijkomen, dan zijn de extra lasten per bedrijf van 20.000 euro per jaar. Dat is gemiddeld nog geen 2 cent per geproduceerde liter melk per jaar. Met de huidige melkprijzen zou dat uit moeten kunnen, maar wellicht dat er mogelijkheden zijn tot het geven van een door de EU-goedgekeurde innovatiesubsidie. De natuur in de EU schiet er immers niets mee op als Nederland natuurschade exporteert door vervuilende productie elders te stimuleren doordat wij hier ons stoepje schoonvegen. Uiteindelijk zullen alle boeren in de EU schoner moeten produceren; Nederland kan een voortrekkersrol vervullen en schone technieken exporteren. Het zou daarnaast goed zijn als de Lely Sphere ook een spin-off krijgt richting de varkenshouderij.

Een Natura 2000-label voor de extensieve melkstroom
Voor de melkveehouders in de buurt van Natura 2000-gebieden zal de uitdaging groter worden als de reductietargets daar veel hoger worden gesteld. We hebben het dan overigens over een klein deel van het totaal aantal melkveebedrijven, wellicht minder dan 10%. Naast een verbeterd stikstof reducerend stalsysteem zouden zij moeten kunnen kiezen voor een extensiever model met minder koeien. Gevolg is wel dat de kostprijs per liter melk van die bedrijven behoorlijk zal stijgen.

Met de vele klimaat- en natuurdoelstellingen die nog op ons afkomen kan de huidige politieke generatie laten zien dat zij weet hoe je stappen met elkaar kunt maken zonder dat het elastiekje breekt
Bij de helft van het aantal koeien verwacht ik een kostprijsstijging van al snel 30% per liter melk. Mijn idee is dat er gezamenlijk met de verwerkende industrie en de food retailers een nieuwe keten wordt opgezet: de Natura 2000 keten. Die verwerkt dan zuivel die tegen een meerprijs van 30-35% vermarkt moet worden om de meerkosten te kunnen dekken. Met alle discussies over Natura 2000 en biodiversiteit is dat thema snel in belang gestegen en ik denk dat veel Nederlanders trots zijn om hun natuurgebieden en hier wel wat extra’s voor over hebben. Dit nieuwe label kan ook een kans bieden voor de meer regionaal opererende supermarktketens om hun regionale en duurzame gezicht nog wat verder te versterken. Met een flinke startsubsidie en wat aanvullende garanties vanuit de overheid zou de meer natuurinclusieve landbouw een forse duw in de rug kunnen krijgen.

If you want to go fast, go alone. If you want to go far, go together
Tenslotte denk ik dat het belangrijk is om de PAS-melders op korte termijn duidelijkheid te geven. Zij hebben te goeder trouw gehandeld en dienen gewoon hun bedrijf voort kunnen zetten. Verder is het verstandig om de Kritische Depositie Waarde (KDW) uit de wet te schrappen en die te vervangen voor concrete, meetbare en haalbare stikstofemissie doelstellingen. 50% reductie per 2035 zou haalbaar moeten zijn met bovengenoemde plannen. Belangrijk is dat hier samen met de sector tot een akkoord wordt gekomen. Een mooi Afrikaans gezegde luidt: If you want to go fast, go alone. If you want to go far, go together. Dat dit niet eenvoudig zal zijn met een deels geradicaliseerde boeren achterban is mij duidelijk, maar ik ben er van overtuigd dat de meeste boeren van goede wil zijn en al helemaal als een helder en haalbaar perspectief wordt geboden. Ook de geradicaliseerde boeren zullen beseffen dat concrete resultaten niet langs de snelweg, maar aan de onderhandelingstafel moeten worden behaald. Dat is uiteindelijk ook de taak van (nieuw) politiek leiderschap: perspectief bieden en mensen weten te gidsen door tijden van mist en onzekerheid.

Met de vele klimaat- en natuurdoelstellingen die nog op ons afkomen kan de huidige politieke generatie laten zien dat zij weet hoe je stappen met elkaar kunt maken zonder dat het elastiekje breekt.
Dit artikel afdrukken