Wat is natuur en wat zouden natuurbeschermers moeten doen? Louise Vet pleit voor biodiversiteit en schrijft dat natuurbescherming gaat om de bescherming van onszelf, want de natuur kan prima zonder ons.
Natuur is verscheidenheid van het leven op alle niveaus. Het is meer dan soortenrijkdom; het is ook genetische variatie binnen soorten, en variatie aan functies en ecosystemen. Die verscheidenheid zie, voel en ruik ik en daar geniet ik enorm van. Ik mis dat in de uniformiteit van Nederlandse agrarische landschappen, die rechte percelen met monoculturen van Engels raaigras en mais, waar alles dat als overbodig wordt gezien is weggehaald…het is echt landschapspijn die me dan overvalt.
Nationaal netheidssyndroom en maaimanie
Natuur is voor mij juist onverwachte afwisseling, verrast worden door ruimtelijke variatie, onvoorspelbaarheid aan soorten, kronkelende beekjes. Gelukkig vinden we dat in Nederland nog wel in onze natuurgebieden. Door de unieke ligging in een delta van vier grote rivieren heeft Nederland een grote verscheidenheid aan soortgemeenschappen, habitattypen en ecosystemen. Maar meer dan de helft van ons grondoppervlak wordt intensief agrarisch gebruikt en dan hebben we ook nog de verstedelijking met de versteende openbare ruimtes en tuinen die hun tol eisen. En onze nationale netheidssyndroom en maaimanie. Waardoor wilde soorten geen kans krijgen, alsof die geen functie hebben in het geheel.
Biodiversiteit is ons enige echte kapitaal, het is de basis van goed functionerende ecosystemen waar wij volledig van afhankelijk zijn. We leven alsof dat niet zo is. We zijn zelf onderdeel van die natuur maar gedragen ons daar niet naar. Het is nu natuur óf wij. Dat kan en moet anders.
In mijn eigen tuin groeit en bloeit heel veel en heeft ook ‘onkruid’ een plek. Het krioelt van het leven. Vele soorten bijen vinden een onderkomen in ons rieten dak. Geen ongerepte natuur, die hebben we niet meer in Nederland, maar door de mens gefaciliteerd leven. Je creëert leefgebied, heterogeniteit en verbindingen in het landschap en je krijgt er biodiversiteit en veerkracht voor terug. Het is diversiteit dat een ecosysteem weerbaar maakt. Dit is alleen al nodig voor klimaatadaptatie.
Natuurbescherming is bescherming van onszelf want die planeet redt het prima zonder ons. Alle grondgebruikers kunnen kansen pakken om biodiversiteit te herstellen. Door overal te werken mét de natuur in plaats van ertégen. Voor zo’n transitie naar een natuurinclusieve maatschappij hebben we iedereen nodig: boeren, burgers, bedrijven en overheden. Bij iedere transitie breek je af wat niet meer kan en bouw je op wat beter is. Natuurinclusieve voedselproductie betekent bijvoorbeeld afkicken van de onhoudbare focus op maximalisatie van de productie tegen zo laag mogelijke kosten.
Boer als landschapsbeheerder
Het vergt een flinke omslag naar kringlopen sluiten, minder input, minder vee, meer variatie in gewaskeuze en in ruimtelijke inrichting, meer aandacht voor de levende bodem, voor functionele agrobiodiversiteit zoals akkerranden, sloten en heggen, grond alleen gebruiken om ons eigen voedsel te produceren en niet het voedsel voor dieren et cetera. Met kortere ketens en een nieuw en goed verdienmodel voor boeren die langjarig betaald moeten worden om extensiever te werken en ons landschap te beheren.
Natuurbeschermingsorganisaties die zelf grond verpachten aan boeren kunnen hier het goede voorbeeld geven. Maar biodiversiteitsherstel, ook binnen een natuurgebied, vraagt om een gebiedsgebonden aanpak, denk aan het stikstofprobleem. Natuurbeschermingsorganisaties kunnen hierbij een belangrijke, actieve rol spelen door andere grondgebruikers rondom natuurgebieden te stimuleren tot biodiversiteitsherstel en samen te werken.
Natuurorganisaties moeten veel meer druk uitoefenen
Naast deze positieve samenwerking verwacht ik ook dat ze feller voor de natuur opkomen, ter behoud van het beetje wat we nog hebben. Ook natuurorganisaties kunnen veel meer druk zetten op de overheid en de grote commerciële spelers, zoals de agrofoodsector, die zo bepalend zijn voor de koers van de agrarische sector. Want voor echte transitie is zowel de positieve wortel als de negatieve stok nodig. Dankzij de rechtszaken van onder andere MOB staat het recht nu sterker aan de kant van de natuur. Ik hoop dat nu het moment is om de transitie te voltooien.
Dit artikel afdrukken
Nationaal netheidssyndroom en maaimanie
Natuur is voor mij juist onverwachte afwisseling, verrast worden door ruimtelijke variatie, onvoorspelbaarheid aan soorten, kronkelende beekjes. Gelukkig vinden we dat in Nederland nog wel in onze natuurgebieden. Door de unieke ligging in een delta van vier grote rivieren heeft Nederland een grote verscheidenheid aan soortgemeenschappen, habitattypen en ecosystemen. Maar meer dan de helft van ons grondoppervlak wordt intensief agrarisch gebruikt en dan hebben we ook nog de verstedelijking met de versteende openbare ruimtes en tuinen die hun tol eisen. En onze nationale netheidssyndroom en maaimanie. Waardoor wilde soorten geen kans krijgen, alsof die geen functie hebben in het geheel.
Biodiversiteit is ons enige echte kapitaal, het is de basis van goed functionerende ecosystemen waar wij volledig van afhankelijk zijn. We leven alsof dat niet zo is. We zijn zelf onderdeel van die natuur maar gedragen ons daar niet naar. Het is nu natuur óf wij. Dat kan en moet anders.
We zijn zelf onderdeel van die natuur maar gedragen ons daar niet naar. Het is nu natuur óf wij. Dat kan en moet andersDiversiteit maakt ecosysteem weerbaar
In mijn eigen tuin groeit en bloeit heel veel en heeft ook ‘onkruid’ een plek. Het krioelt van het leven. Vele soorten bijen vinden een onderkomen in ons rieten dak. Geen ongerepte natuur, die hebben we niet meer in Nederland, maar door de mens gefaciliteerd leven. Je creëert leefgebied, heterogeniteit en verbindingen in het landschap en je krijgt er biodiversiteit en veerkracht voor terug. Het is diversiteit dat een ecosysteem weerbaar maakt. Dit is alleen al nodig voor klimaatadaptatie.
Natuurbescherming is bescherming van onszelf want die planeet redt het prima zonder ons. Alle grondgebruikers kunnen kansen pakken om biodiversiteit te herstellen. Door overal te werken mét de natuur in plaats van ertégen. Voor zo’n transitie naar een natuurinclusieve maatschappij hebben we iedereen nodig: boeren, burgers, bedrijven en overheden. Bij iedere transitie breek je af wat niet meer kan en bouw je op wat beter is. Natuurinclusieve voedselproductie betekent bijvoorbeeld afkicken van de onhoudbare focus op maximalisatie van de productie tegen zo laag mogelijke kosten.
Boer als landschapsbeheerder
Het vergt een flinke omslag naar kringlopen sluiten, minder input, minder vee, meer variatie in gewaskeuze en in ruimtelijke inrichting, meer aandacht voor de levende bodem, voor functionele agrobiodiversiteit zoals akkerranden, sloten en heggen, grond alleen gebruiken om ons eigen voedsel te produceren en niet het voedsel voor dieren et cetera. Met kortere ketens en een nieuw en goed verdienmodel voor boeren die langjarig betaald moeten worden om extensiever te werken en ons landschap te beheren.
Natuurbeschermingsorganisaties die zelf grond verpachten aan boeren kunnen hier het goede voorbeeld geven. Maar biodiversiteitsherstel, ook binnen een natuurgebied, vraagt om een gebiedsgebonden aanpak, denk aan het stikstofprobleem. Natuurbeschermingsorganisaties kunnen hierbij een belangrijke, actieve rol spelen door andere grondgebruikers rondom natuurgebieden te stimuleren tot biodiversiteitsherstel en samen te werken.
Natuurorganisaties moeten veel meer druk uitoefenen
Naast deze positieve samenwerking verwacht ik ook dat ze feller voor de natuur opkomen, ter behoud van het beetje wat we nog hebben. Ook natuurorganisaties kunnen veel meer druk zetten op de overheid en de grote commerciële spelers, zoals de agrofoodsector, die zo bepalend zijn voor de koers van de agrarische sector. Want voor echte transitie is zowel de positieve wortel als de negatieve stok nodig. Dankzij de rechtszaken van onder andere MOB staat het recht nu sterker aan de kant van de natuur. Ik hoop dat nu het moment is om de transitie te voltooien.
In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dat doen lees je in De ontdekking van de ander.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Weer een ecoloog die op papier weet hoe het moet.
Gisteren op de hei gefietst die mooi in bloei was. De hei is een aantal jaren geleden afgebrand en er stond ook pijpestrootje en berkenopslag daardoor. Ik zag geen enkele vorm van begrazing en beheer. Vroeger liepen er schapenkuddes om dergelijke begroeiing tegen te gaan. Misschien een idee om een boswachter in te ruilen en voor dat geld een gesubsidieerde schaapherder in te zetten.
Een ander voorbeeld vorige week op televisie over blauw grasland. Het maaien kostte volgens de boswachter € 900,00 per ha en uit zijn verhaal bleek dat dit eigenlijk teveel geld was. Ja als ik thuis wil tuinieren kost het ook geld
Vroeger maaiden de boeren dit soort graslanden ook met de hand of met een messenbalk.
In plaats daarvan zie je tegenwoordig zowat elke dag een boswachter of ecoloog klagen over stikstof. Dat is gemakkelijk dan kunnen ze de eigen verantwoordelijkheid over het (wan)beheer weer afschuiven.
N, toen je je commentaar tikte stond het grijze blok nog niet onder de tekst. Dat is een onhandigheidje van ons als redactie. Excuses daarvoor.
Als je vanuit welwillendheid formuleert, zou je kunnen vragen of natuurbeheer in Nederland nieuwe vormen behoeft die er vroeger al waren, maar die - om verschillende redenen - verdwenen zijn.
Het verhaal van de herder, de heide en het gras hoor ik al jaren en opeens is het deze weken volop op sociale media te horen. Waarom verdween het natuurbeheer uit Nederland en hoeveel zou herstel daarvan kunnen bijdragen aan de biodiverse landschapswensen die - in dit geval - ecoloog Louise E.M. Vet duidelijk maakt en onderbouwt vanuit haar zorg om onze soort?
Maar ook een vraag aan jou: wat is natuur voor jou als je gevraagd wordt natuurinclusief te werken? Deze ecoloog is bereid je er alle ruimte voor te geven, zoals je kunt lezen want zelfs de stad moet natuurinclusief/-faciliterend wat haar betreft. Dat is een verrassend moderne kijk.
Louise Vet schrijft (terecht) dat we in Nederland geen 'ongerepte natuur' (meer) hebben, maar alleen 'door de mens gefaciliteerd leven'. Ook wijst zij op het belang van klimaatadaptatie. In dat kader heb ik wel een vraag: In hoeverre moeten we in Nederland koste wat kost 'natuur' in stand houden die past bij het klimaat van honderd jaar geleden? We hebben nu al te maken met hogere temperaturen en (zorgwekkende) verdroging, nog los van de stikstofdiscussie... Kan biodiversiteit ook worden behouden met 'ander leven', oftewel met meer droogteresistente of stikstoftolerante soorten?
Ook ik geniet overigens van de biodiversiteit in mijn eigen tuin, maar ik heb dan ook de luxe van een relatief grote tuin ;-).
#2 Dick, los van de toon van de eerste zin, vind ik wel dat er een kern van waarheid schuilt in de opmerking over heide beheer en met name het geld gebrek voor pragmatisch en preventief onderhoud van natuur terreinen. Hoewel ik het niet kan hardmaken vermoed ik toch dat er een veelvoud van dat onderhoudsgeld gaat naar studies en beleidsvorming over die zelfde natuur.
Het is goed hier een vriendelijke discussie over te voeren, in de hoop elkaar beter te begrijpen en hopelijk ook beter voor een diverse natuur te kunnen zorgen. Het wat is….? is een mooi startpunt.
Biodiversiteit. Er zitten nogal wat aannames achter.
Bas Haring denkt er over na in zijn boek ‘Plastic Panda’s’ en in deze lezing (https://youtu.be/yvpyIoc8TwA, v/a minuut 15:38 wordt het interessant) en aan de andere kant betoogt Midas Dekkers*:
“Standaardisatie heeft voordelen. Verschilde vroeger een el of een duim van lengte al naar gelang de streek waar je was of het vak dat je uitoefende, sinds de Franse tijd hebben we een overal even lange meter en even zware kilo. Dankzij de standaardisatie past een Japanse moer op een Hollandse bout en een Hollandse moer op een Japanse bout. Zo blijven de machines in zowel West als Oost soepel snorren. Maar die leven dan ook niet. Voor al wat wel leeft is standaardisatie de dood in de pot. Met één standaardoplossing voor alle problemen grijp je mis wanneer er zicht een nieuw probleem voordoet. Als de omstandigheden wijzigen heeft het leven geen monteur om poten, ogen of darmen bij te stellen. In de techniek zoek je een nieuwe oplossing, maar voor de natuur is het dan te laat, die houdt liever oplossingen achter de hand voor problemen die zich zouden kunnen voordoen – of niet. De techniek streeft een doel na, die vuurt een kogel af, de natuur schiet met hagel. Het lijkt een verkwistende strategie en dat is het ook, maar met duizenden eikels per eik, miljoenen zaadjes per lozing en stuifmeel genoeg om de halve mensheid hooikoorts te bezorgen houdt de natuur het toch al miljarden jaren vol en dat is aanmerkelijk langer dan de gemiddelde bouten- en moerenfabriek.”
*Midas Dekkers in ‘Wat loopt daar?’ (Atlas Contact, 2021)