Levende natuur bestaat in mijn visie uit planten en dieren die spontaan opkomen, op welke plek dan ook. Geen enkele plek op aarde is meer vrij van menselijke invloed, maar die invloed is soms alleen indirect of verwaarloosbaar en dan mag je best spreken van 'echte' natuur. Aan de andere kant heb je de landbouw en de stad. De gewassen en de bomen daar zijn aangeplant, maar gaan vaak vergezeld van spontaan gevestigde natuur, zoals vogels en wilde planten (en dat zijn lang niet allemaal onkruiden).

Toen ik de savanne had gezien vond ik de Nederlandse heide saai
Natuurliefde vanuit de jeugd
Net als bij veel andere natuurliefhebbers gaat mijn natuurliefde terug tot mijn jeugd. Mijn vader sleepte ons mee naar de Veluwe, de duinen, de veenweideplassen en de Waddenzee. We keken naar herten en vogels, plukten bosbessen en vingen vissen. Met vriendjes zwierf ik door het Amsterdamse bos om vogelsoorten te leren kennen, en in sloten op opgespoten land ving ik salamanders en visjes voor mijn aquarium. Zo haalde ik de natuur in huis. Fascinerend en leerzaam! Weidevogels waren net zo gewoon als boerenzwaluwen. Tijdens mijn biologiestudie leerde ik veel plantensoorten kennen, verbaasde ik me over microscopisch waterleven en deed ik langdurig onderzoek aan uilen.

Voor mij is natuur dus altijd een breed scala van landschappen en soorten geweest. Toen in 1973 de vogeltellingen voor de eerste Broedvogelatlas van start gingen, gingen de meeste vogelaars naar het buitengebied, maar ik koos voor de stad. Daar ontdekte ik een enorme rijkdom. Een ontdekking was het nestbiotoop van de gierzwaluw, dat tot dan toe onbekend was. Later werd mijn scala verbreed met de Oostvaardersplassen.
Dit ging nog verder toen ik kennismaakte met de Alpen, savannen in Kenia, gigantische sequoia’s in Californië en ijsberen op Spitsbergen. Fascinerend! Maar toen ik de savanne had gezien vond ik de Nederlandse heide saai.

Natuurbescherming moet zich ook richten op de landbouw en de stad
Binnen of buiten bezit natuurorganisatie
Natuur is voor mij dus NIET pas natuur als het eigendom is van een natuurorganisatie, want er is veel meer dan dat. Bovendien worden niet alle natuurgebieden doelmatig beheerd. Een voorbeeld: ik heb in 1993 geld gestort voor de actie 'Gul voor de Grutto' van Natuurmonumenten, uit te voeren in het Wormer- en Jisperveld (NH). Welnu, daar verdween de grutto in hoog tempo.

Met exoten ben ik vaak niet erg blij. Sommige, zoals de muskusrat en de Japanse duizendknoop, zijn ronduit schadelijk. En alle exoten zijn een symptoom van biologische globalisering en nivellering.
Ho, ik vergeet nog iets belangrijks: micro-organismen. Het microbioom in de bodem, op onze huid en in onze darmen is ook natuur en onmisbaar voor een gezond bestaan. En laten we ook niet vergeten dat de planten met hun massale fotosynthese en wegvangen van CO2 hebben voorkomen dat onze planeet ging koken.

De natuurbescherming moet zich mijns inziens richten op een breed scala van natuurlijke habitats en soorten, zowel planten en dieren als micro-organismen. Dus ook op de landbouw en de stad.

Nut mag nooit het enige criterium zijn
Diversiteit aan natuurbeelden
Dat is ook democratisch gezien zinvol, want verschillende mensen hebben uiteenlopende natuurvoorkeuren. Ik heb een bloedhekel aan de stammenstrijd waarbij iedereen zijn eigen lievelingsnatuur verabsoluteert. Frans Vera heb ik bewonderd voor zijn natuurvisie en hartstochtelijke inzet voor de Oostvaardersplassen, maar hij noemde de grutto minachtend een 'koereiger' en zei dat mensen met een ander natuurbeeld naar de psychiater moesten. Omgekeerd kraakten al even radicale dierenbeschermers zijn zelfregulerende natuur af als een vorm van dierenmishandeling. Laten we alsjeblieft ruimte bieden aan een diversiteit aan natuurbeelden.

Heel wat soorten hebben een bewezen functie voor de mens, maar nut mag nooit het enige criterium zijn. Graag respect voor andere levende organismen.

Bescherming is niet genoeg, er is ook vaak een vorm van beheer nodig
Natuurbescherming en -beheer
Voor natuurgebieden is bescherming niet genoeg, er is ook vaak een vorm van beheer nodig. Geen probleem, mits het geen tuinbouw wordt en ook geen dierentuin. Beheer vergt soms beperking van predatie door populatiebeheer van vossen en straks misschien ook wolven, desnoods door afschot, al willen dierenbeschermers daar niets van weten.
Als het vereiste beheer erg duur wordt, moeten we een nieuwe afweging maken. Ik ben bijvoorbeeld voor het behoud van hoogvenen, ook omdat die een belangrijk deel van onze geschiedenis weerspiegelen. Maar gezien de hoge kosten kan dat helaas geen groot areaal zijn.

Natuur is veranderlijk, dus we moeten het beheer niet krampachtig richten op behoud van alles wat er nu is. Flora en fauna moeten zich sowieso kunnen aanpassen bij het veranderende klimaat. Dat vergt onder meer noord-zuid verbindingszones.

Functiecombinaties moeten we overal zoeken
Multifunctioneel grondgebruik
Nederland moet als dichtbevolkt land woekeren met ruimte. Dat vergt multifunctioneel grondgebruik. Klassiek voorbeeld: de duinen met hun vier functies: kustverdediging, drinkwaterwinning, natuur en recreatie. Zulke functiecombinaties moeten we overal zoeken. Dat vergt goede samenwerking met boeren en andere grondgebruikers, bewoners, architecten, bouwbedrijven, waterbeheerders, energiebedrijven, sportveldbeheerders, noem maar op. In de stad kunnen we hittegolven draaglijker maken door meer en biodivers groen. Op de hogere gronden kunnen we de droogte pareren door water langer vast te houden ten behoeve van natuur, landbouw, drinkwaterwinning en scheepvaart benedenstrooms. Elders kunnen we meeliften met veiligheidsmaatregelen. Ecologen en landschapsarchitecten hebben dat met succes gedaan na de overstromingen van de grote rivieren. Meeliften lijkt ook mogelijk met beleid tegen bodemdaling in het Westen. En met de energietransitie. Simpel voorbeeld: hangen er al nestkasten in de windmolenparken op de Noordzee?

Helaas is de natuur het sterkst achteruitgegaan in de landbouw, onze grootste grondgebruiker. Die functiecombinatie is kennelijk lastig, maar verdient hoge prioriteit.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dat doen lees je in De ontdekking van de ander.

Dit artikel afdrukken