Het is nog licht als ik ’s avonds het erf van de biologisch-dynamische boerderij ‘de Dennenhoeve’ op rijd. Twee kunekunes (de huisvarkens van de Dennenhoeve) steken hun kop nieuwsgierig omhoog. Vier honden komen alert aanrennen. Ik passeer een flinke tuin aan de voorkant van de boerderij. Een mooi gazon in een organische vorm met vaste planten en bloemen eromheen. De kippenstal, waarin ik zal meemaken hoe een vangploeg ruim 2.700 legkippen zal vangen om naar de slacht te worden gebracht, ligt wat verder van de weg af. Ik heb mijn rubberen laarzen goed schoongemaakt en draag oude kleren. Boerin Jolanda Sijbenga verwelkomt me en zorgt voor koffie op het terras onder een afdak, waar ook jonge katjes en hun moeders verblijven.

Boeren en buitenlui helpen elkaar met kippen vangen
Terwijl ik met boer Kees en Jolanda praat, komen er steeds meer mensen het erf op. Het zijn volwassenen en oudere kinderen; buren, kennissen en vrienden. Jolanda, Kees en hun dochter en zoon zullen ook helpen. In totaal zijn er vanavond zo’n 18 kippenvangers. Kees vertelt dat de meeste kippenvangers het om niet doen. Boeren en buitenlui helpen hier elkaar. Hij schat tevens in dat deze manier van vangen 25-30% meer kost dan de gangbare manier. Op een gegeven moment zie ik dat ook Lesley Moffat van Eyes on Animals (EonA) arriveert, met drie collega’s. Zij zijn door Kees en Jolanda uitgenodigd om de kennis op te frissen over hoe de vangploeg volgens een betere, diervriendelijkere methode kippen kan vangen.

Drie kippen per hand aan één poot vastgrijpen is gebruikelijk
Bij de gangbare methode grijpen de kippenvangers drie of meer kippen aan één poot vast - per hand - en proppen ze die ondersteboven met z’n zessen (of meer) tegelijk in een krat, vertelt Lesley. Dit mag helemaal niet in de EU: kippen aan één poot vangen en ondersteboven aan die poot laten hangen. Maar het gebeurt massaal en het gebeurt vaak ruw, en de NVWA handhaaft niet. Kippenvangers verdienen niet veel en willen immers vlot doorwerken. En mensen die dit willen doen zijn moeilijk te vinden, zegt Lesley. De kip daarentegen is een vluchtdier, dat weg probeert te komen zodra ze merkt dat het niet pluis is. De vangers en de kippen komen vervolgens in een chaotische en zeer stressvolle situatie terecht. Het is, vertelt Lesley, niet uitzonderlijk dat er bij de reguliere vangmethode kippen zijn bij wie poten en/of vleugels worden gebroken, als ze ondersteboven in de kratten worden gestopt. Dit veroorzaakt veel onnodig leed, aan het begin van wat hun laatste reis zal worden.

Ik vraag me af of dit niet het beste bewijs is dat een kip goed is gevangen: een kip die rustig doorslaapt in de krat?
Dat kan en moet ook veel beter, volgens EonA. Sinds 2016 geeft deze dierenbeschermingsorganisatie dan ook trainingen in het betere kippenvangen. Kees en Jolanda besloten, na de training gevolgd te hebben, om tot dit diervriendelijkere kippenvangen over te gaan. Net als de vier andere biologisch-dynamische kippenboeren in Nederland, die hun eieren allemaal via natuurvoedingswinkels verkopen (zoals Ekoplaza en Odin). En net als bijvoorbeeld Rondeel en Kipster.

Lesley en haar collega’s komen hier nu voor de derde keer, dit keer voor een korte presentatie om het geheugen op te frissen en praktisch advies ter plekke. Net als ik, zijn er ook een paar jonge mannen die deze avond kippen zullen vangen, die het verhaal van EonA voor het eerst horen. Als we naar een schuur lopen waar EonA de presentatie zal houden, wordt het al donker.

Kippen vang je het best in het donker
Het heeft een reden, dat de ploeg in de zomer pas ’s avonds laat kippen gaat vangen. Kippen zijn, vertelt Monique Slee van EonA, veel rustiger in het donker. Als je niet praat en rustig vangt, slapen ze soms gewoon verder in de krat. Ik vraag me af of dit niet het beste bewijs is dat een kip goed is gevangen: een kip die rustig doorslaapt in de krat? Ze vertelt ook dat de longen van een kip aan de bovenkant van de romp geplaatst zijn en het dier geen middenrif heeft. Het bij één poot vangen en ondersteboven in een krat duwen zorgt daardoor - naast voor stress en pijn – ook voor ademhalingsproblemen. Andere organen duwen immers op de longen. Ze laat het geluid horen van een stal waarin regulier gevangen wordt. Het gegil en geschreeuw van de kippen gaan me door merg en been.


Deze video laat beide methodes zien.

Monique laat vervolgens zien hoe je beter kippen vangt – met beide handen om hun romp, gewoon rechtop, met de vleugels tegen hun lijf gevouwen, waarna je hun kop het eerst de krat in brengt. Daarna zet je ze rustig op hun poten. Zo raken de kippen veel minder in paniek, zeker als je rustig bent, rustige bewegingen maakt en niet praat. Op deze manier kun je er zelfs twee per keer vangen, met hun romp tegen elkaar aan, zonder dat kippen een aanleiding hoeven te voelen om te willen vluchten. Als ze klaar is met haar presentatie vraagt ze aan enkele jonge mannen wat ze ervan vonden. Maakt het voor hen verschil, op een gebruikelijke manier vangen of volgens de betere vangmethode? Een jonge gast antwoordt dat het hem niks uitmaakt.

Dat lijkt me stoerdoenerij, denk ik, als we naar de stal lopen.
Nu gaat het dan echt gebeuren. De theorie hebben we tot ons genomen, nu de praktijk.

Houding minstens zo belangrijk als methode
Kees heeft vier groepen samengesteld, bij iedere medewerkster van EonA een paar mensen, en ik mag – in verband met deze reportage - overal kijken. De stal is langwerpig en diep. En zo donker, dat ik aanvankelijk helemaal niets zie. Maar als mijn ogen wat gewend zijn, zie ik stokken op verschillende niveaus, waarop kippen zitten. Op de grond ligt een dikke laag – ja, wat? Ik kan het alleen voelen, niet goed zien. Het valt me op dat het weliswaar wat stoffig is, maar er hangt geen vervelende stank. Ik ga bij Lesley staan, die de kippen in de krat gaat houden. Andere ploegleden stoppen ze erin. Dat gaat al snel niet overal even zachtzinnig. Ik schrik ervan. Door de werkwijze van een van de jonge gasten zie ik in dat een goede methode één ding is, maar dat ook die staat of valt bij een attitude, een houding.

De jonge man werkt - in mijn ogen - te snel en te ruw, waardoor steeds meer paniek en stress bij de kippen (en de kippen in de buurt) ontstaan. Hij staat niet open voor Lesley’s aanwijzingen. De rustige sfeer verandert. Er wordt gepraat, hetgeen ook al niet helpt. Ik ga even later verderop kijken hoe een andere jonge gast het doet. Ik merk een groot verschil. Hoewel ik hem niet goed zie – hij staat achterin de stal waar nog minder licht is – voel ik meteen dat hij kalmer is en de dieren rustiger en zachter oppakt. Ik ga hem helpen en houd zelf de kippen in de krat. Dit is hier wel te doen, want ze zijn niet zo in paniek dat ze willen ontsnappen.


Magere en fragiele kippen
Doordat ik met mijn blote handen de kippen vastpak, voel ik hoe warm ze zijn. Het verbaast me dat ze me niet proberen te pikken. Ik probeer vlees te voelen, naast veren en botten, maar dat lukt niet goed. Het voelt mager en fragiel.
Een poosje duw ik de koppen van de kippen een beetje naar beneden, als ze toch weer uit de krat proberen te komen. Of ik duw ze opzij tegen elkaar aan, als er weer een nieuwe kip bij moet. Veertien per krat, ik vind het wel veel. Er steken veren naar buiten, er klinkt wat gepruttel en getok. Als er weer een krat vol zit, glip ik naar buiten, waar de honden wachten, en adem de frisse nachtlucht in.

Dieren varen wel bij kalmte
Een paar dagen later spreek ik Kees telefonisch en zeg ik hem dat ik toch ook wel geschrokken ben. Dat ik verwacht had, dat het rustiger en zachter zou verlopen. Hijzelf is tevreden, zegt hij. Hij vindt dat het goed gegaan is, voor zover hij kon overzien. Twaalf van de kippen zijn door het slachthuis afgekeurd omdat ze waarschijnlijk te mager waren. Maar de allround score is heel goed, zegt hij. Er waren geen dode kippen bij, en geen botbreuken of beschadigingen aan de vleugels. Hij vond het niet te donker in de stal, hij denkt daarentegen dat het nog iets beter zal gaan als er nog minder licht is. Dat ik denk dat naast de methode de attitude belangrijk is, beaamt hij meteen. Niet alleen dieren varen wel bij kalmte, mensen ook, zegt hij.

Dit mag helemaal niet in de EU: kippen aan één poot vangen en ondersteboven aan die poot laten hangen. Maar het gebeurt massaal en het gebeurt vaak ruw, en de NVWA handhaaft niet
Lesley Moffat vertelt me later dat het haar stoorde dat een paar jonge gasten niet de attitude hadden, die EonA nastreeft. Ook al deden de meeste, vooral oudere kippenvangers, het wél goed. Er is wetenschappelijk bewijs genoeg, zegt ze, dat deze methode beter is en tot veel minder dierenleed leidt, mits juist uitgevoerd. En duur is het ook niet: Kipster, die deze methode ook volgt, rekende uit dat het maar 0,0004 cent kost per ei (aantal kippen x gemiddeld aantal eieren per kip tijdens haar leven, gedeeld door de meerkosten). Eigenlijk, denkt ze, zou je naar een praktische opleiding toe moeten, waarvoor kippenvangers moeten slagen, willen ze dit werk mógen doen. Een opleiding waarin juist die attitude cruciaal is.

Het Taylorism voorbij
Als ik daarover nadenk, herinner ik me iets dat ik kortgeleden hoorde. Dat we in lijn met het Taylorism in de 19e eeuw, gedurende tientallen jaren onze industriële processen uiterst efficiënt zijn gaan vormgeven. Ook industriële processen waar dieren onderdeel van uitmaken. En dat we nu in een tijd leven, waarin we daar steeds meer moeite mee hebben. Dat velen nu vinden dat bij de inrichting van een dierhouderij en bij de omgang met dieren niet de efficiëntie, maar wat het dier nodig heeft centraal moet staan. Kees en Jolanda zijn boeren die dat niet alleen begrijpen, maar zelf ook willen.
Dit artikel afdrukken