Afgelopen woensdagavond rijd ik op de A1 naar het westen. In de verte grote donkere rookwolken boven de snelweg. Trekkers, zeg ik tegen mijn vrouw. We rijden er langs. Strobalen in de fik. Denken dat je wat bereikt. ‘Wat vind ik er nou van?’, denk ik.

Allereerst, ik heb met ze te doen. Je zult maar onmachtig langs de snelweg staan. Boeren zijn, denk ik meteen, mkb’ers die produceren voor een wereldmarkt. Dat kan niet. De wereldmarkt vraagt volumes en lage prijzen en in dat segment wil en kun je als mkb’er niet zitten.

Geloof me, een dc blokkeren om iets te bereiken is als waterskiën op klompen. Ga ondernemen
Er zijn eigenlijk maar twee uitwegen: schaalvergroting of specialisatie. Wat dat betreft moeten die boeren zich eens goed verdiepen in de kruidenierssector. Die sector is dit proces al lang doorgegaan zonder maar één snelweg of dc te blokkeren. Mijn opa was boer met een kruidenierswinkeltje aan huis. Mijn oom nam dat winkeltje over en runde jarenlang een Vivo. Dat winkeltje heeft het dus niet gered: geen specialisatie en geen schaalvergroting. Ik kan andere sectoren noemen zoals de scheepsbouw. Begin jaren tachtig was daarover ophef. Met RSV-subsidies werd getracht de sector overeind te houden. Dat was een morsig proces. De uitkomst pakte wel goed uit: Nederland kent een bloeiende sector van jachtenbouw, Nederland is daarin zelfs wereldmarktleider. Dat soort zaken overdenk ik.

Als boer die tussen wal en schip valt, zou ik met mijn opvolger, mijn zoon of dochter, in gesprek gaan. Moet je als mkb’er in het moment blijven hangen of toch verder kijken? Boer zijn is namelijk geen recht, het is ondernemerschap en goede ondernemers verzetten op tijd hun bakens. Die grootschaligheid zie ik overigens ook niet in Nederland, maar eerder in het buitenland, waar nog wel agrarische ruimte is. Nederlandse boeren kunnen daar de komende jaren volop als kenniswerkers aan de slag. Ook specialisatie is niet voor iedereen weggelegd. Ik las onlangs een triest verhaal over een boerin en het Hamlet twee- sterrenvarken. Ze heeft zich vol in de schulden gestoken, maar het merk heeft het vooralsnog niet gered. Ook dat is realiteit. Ik ben niet voor een koude sanering, maar wel voor een duidelijk punt aan de horizon, een visie op landbouw. Daar kun je met overheid, supermarkt en boerensector naartoe werken, met een zachte landing voor de boeren.

Het zijn de gedachten die door mijn hoofd gaan. Ik ben opgegroeid op het platteland. Het eerste dorp lag drie kilometer verderop. Ik ken de hechte sociale boerenstructuren, ik ken jonge boeren en hun mentaliteit van ‘d’r an goan’, het ‘onbenullige’ zoals deze week bij de dc’s. We probeerden te waterskiën op de beek. Klompen vastgespijkerd op een plank, een auto die ons voorttrok. De hele buurt op de kant. Geloof me, een dc blokkeren om iets te bereiken is als waterskiën op klompen. Dat kan dus gewoon niet, ook al denk je van wel omdat iedereen er is en toekijkt en iets verwacht. Ga ondernemen.

Deze opinie verscheen afgelopen week in de print- en online edities van Distrifood.
Dit artikel afdrukken