Na een ferme introductie met veel verwachtingen zijn we weer een paar maanden verder. Tijd om eens verslag te doen van onze ervaringen.
Nou, het zat niet mee, dat kunnen we alvast zeggen.

Na de nodige aandacht in de bladen, dachten we momentum te krijgen door de presentatie van ons idee aan de ‘logo’ -commissie van het Platform Verduurzaming Voedsel. In een werkelijk zeer korte presentatie moesten we kond doen van ons idee. Ook waren er aanbieders van andere logo-ideeën. Wij vonden ons idee natuurlijk het beste, omdat het uitgaat van een consument die zelf op zoek gaat. We geloven nl. niet in voorgekauwde logo’s waarachter zich op termijn altijd weer vreemde belangen ophopen. Kijk naar MSC en IKB. Wij wilden het ‘out in the open’. Het laatste logo, van ons consumenten zelf. Voor en door consumenten. Aangevuld met onafhankelijke betrokken experts. Nou ja, het idee kent u wel. Van het Platform hebben we nooit meer iets gehoord. Wat zouden ze eigenlijk doen met de middelen die ze tot hun beschikking hebben?

Intussen hadden we wat contacten binnen de overheid en spraken we met hen over de haalbaarheid van de subsidiëring van het idee. Hoewel ze het idee sterk vonden, werd toch wel duidelijk dat de overheid niet met de subsidiepot zou gaan strooien. Dat doet de overheid niet. Die wil dat initiatieven en de financiering daarvan uit de samenleving komen. Een welgemeend advies hadden ze wel: probeer het eens bij het bedrijfsleven. Daar zit immers het geld.

Zo gezegd, zo gedaan. Dus langs het bedrijfsleven. Die stonden niet op ons te wachten. We zullen hier geen namen noemen, maar ontluisterend was het wel. De kans die Kijk of het Klopt ze biedt om de brug tussen producent en consument te slaan en in gesprek te gaan werd nauwelijks serieus genomen. “We hebben niet zoveel zin in een veelheid van vragen over ons product” was de geldende mening. “Als iemand echt iets wil weten, kunnen ze ons bellen”. We deden nog een poging ze aan te spreken op behoefte aan transparantie bij consumenten. Zonder resultaat. “We hebben niks te verbergen” was het antwoord. “Dus we hoeven helemaal niet transparant te zijn” bedachten wij er voor ze bij. En bij het afscheid: “Als jullie wat verder zijn, moet je zeker nog eens langskomen. En by the way ik zou de naam veranderen. Die gaat er nu teveel vanuit dat het niet klopt. Goedemiddag verder. “

Op een van onze bezoeken werd een alleraardigst vlugschrift overhandigd. De moeite waard om in dit kader toe te lichten. Het heet ‘Voeding aan vertrouwen’ en is een uitgave van de Stichting Duvo (Duurzame voeding) waarin alle grote marktspelers verenigd zijn.Ik lees u er een stukje uit voor:
In deze omschrijving wordt een aantal oorzaken van de vertrouwensbreuk tussen voedselindustrie en consumenten impliciet beschreven. Ten eerste: de voedselindustrie brengt een boodschap met haar marketing over waarvan de consumenten weten dat die niet kán kloppen. Industrieel voedsel kan niet landelijk, natuurlijk of zuiver zijn. Het is altijd verregaand bewerkt of in ieder geval veel meer bewerkt dan ambachtelijk voedsel. Wanneer iemand iets zegt dat niet geloofwaardig is, dan slaat het wantrouwen toe. Ten tweede: lage prijzen waar de voedsel industrie zo trots op is, drukken niet de reële lasten uit de de voedselindustrie voortbrengt. Zo langzamerhand weet iedere krantenlezer dat de industrie veel natuur- en milieu verliezen niet in de prijzen opneemt. Of het nu gaat voor de lage melkprijs voor boeren, extreme druk op ontwikkelingslanden om grond beschikbaar te stellen voor de tuinbouw van het westen, of de grote bijdrage aan het broeikasgassen door gebruik van fossiele energie; in alle gevallen wordt deze rekening ergens anders neergelegd. Deze twee factoren dragen bij aan het gebrek aan vertrouwen in de industrie. Daarnaast zijn er nog andere factoren, zoals de grote kloof tussen voedselproductie en consumptie. Consumenten weten hierdoor niet of onvoldoende hoe hun voedsel wordt gemaakt. Ook het veelvuldig gebruik van onbewezen gezondheidsclaims door de voedingsindustrie draagt bij aan wantrouwen

De tekst spreekt voor zich. De voedselindustrie snapt het probleem. Waarom ze het schot voor open doel dat Kijk of het Klopt ze biedt zo hoog overschieten blijft voorlopig een raadsel. Temeer als je de tips leest die ze aan hun leden nog meegeven: Durf je kwetsbaar op te stellen in de dialoog, wees oprecht en aanspreekbaar. Zoek de dialoog met kritische partijen. Maak van je bedrijf geen vesting.

Genoeg afgedwaald. De vraag blijft waar we nu staan. Op zich nergens. Een impasse. Om in politieke termen te spreken: linksom gaat het niet. Rechtsom ook niet. Hoe dan wel. Midden door? Gewoon maar zelf doen? Dus toch maar als een burgerinitiatief dat geld ophaalt onder de burgers? Is dat haalbaar? Wat denkt U?



Dit artikel afdrukken