De voornaamste verandering als het gaat over vleesconsumptie, zit hem in het aantal consumptiemomenten. Het aantal maaltijden dat er vlees wordt gegeten, vermindert, terwijl het aantal maaltijden waarbij een andere eiwitbron wordt gekozen, toeneemt. Dat impliceert volgens VLAM dat de Belg meer varieert en het vleesverbruik op lange termijn daalt. Het gaat om een afname van ongeveer één tot twee procent per jaar.

Smaak is de hoofdreden om voor vlees te kiezen
Smaak is de hoofdreden om voor vlees te kiezen. Uit iVox-onderzoek blijkt dat we vlees lekker vinden en associëren met genieten. Ook de voedzaamheid is een belangrijke drijfveer: de Belg ziet vlees als een essentiële bron van nutriënten. Vlees brengt volgens VLAM heel wat kwaliteitseiwitten, vitamine B1, B3, B6 en vooral B12 en mineralen zoals ijzer en zink aan. 68% van de Belgen geeft dan weer aan dat vlees sterk ingebakken zit in zijn voedingsgewoontes, waardoor vlees aankopen, bereiden en er receptinspiratie voor hebben of vinden weinig moeite kost.

Net als voor andere voedingsproducten deemstert het coronaeffect stilaan weg. Tijdens de pandemie hebben we met z’n allen beduidend meer verse producten, waaronder vlees, thuis geconsumeerd door het wegvallen van de mogelijkheid om buitenshuis te eten. Sinds de heropening van de horeca, herstelt die verschuiving zich weer.

Positieve perceptie over vlees
De perceptie van de Belg over vlees is nog steeds grotendeels positief. Negen op tien geeft aan geen negatieve attitude te hebben tegenover vlees. De voornaamste drijfveer om te kiezen voor variatie in onze eetgewoonten, is het doorbreken van de vaste routine. Variëren wordt gezien als lekker, gezond en duurzaam. Negen procent geeft aan dat vlees niet past in een gezond voedingspatroon. De bezorgdheid voor milieu en klimaat is voor 29 procent van de bevolking een argument om te variëren. Dierenleed is een argument dat vooral te horen is bij mensen die zelden of nooit vlees eten.

Dierenleed is een argument dat vooral te horen is bij mensen die zelden of nooit vlees eten
Driekwart van de Belgen varieert in eiwitbronnen en wisselt vlees af met vis en vegetarisch. De groep die zegt nog bijna dagelijks vlees te eten is de voorbije jaren kleiner geworden: vandaag gaat het om 17 procent, terwijl het in 2014 nog 24 procent was. Aan de andere kant zien we dat slechts acht procent niet wekelijks vlees eet en vier procent eet het nooit. Dit percentage blijft volgens VLAM al een aantal jaren stabiel.

Lokaal vlees blijft belangrijk
Als het op vleesconsumptie aankomt, is lokaal belangrijk voor veel Belgen. Ongeveer 58 procent geeft te kennen dat het land van herkomst een invloed heeft op hun aankoopkeuze van vers vlees. Een absolute meerderheid (95%) stelt dat ze een voorkeur hebben voor inlands vlees omdat dit beter is voor de lokale economie, ze meer vertrouwen hebben in de controles in België en om de inspanningen die de Belgische vleessector doet op het vlak van milieu en dierenwelzijn. “Die perceptie van milieuvriendelijker komt er voorlopig vooral door het kortere transport dat nodig is”, stelt VAM. “De verdere kennis over de milieu-impact van inlands vlees is eerder beperkt. Zo weet slechts 18 procent dat de CO2-uitstoot van het Belgisch Witblauw rund lager is dan die van bijvoorbeeld Ierse runderen.”

In volume blijft verse kip de belangrijkste categorie met 8 kilo per capita, gevolgd door verse vleesmengelingen, zoals gemengd gehakt, gemengde brochetten, enz. (6,3 kg). Vers varkensvlees staat op een derde plaats met 5,4 kilo per capita, gevolgd door ander vers vlees (kalfsvlees, kalkoen, lamsvlees, paardenvlees, konijn, wild) met 2,7 kilo.

Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en Vilt.
Dit artikel afdrukken