We worden ziek van de beesten. Niet alleen van de geiten, de varkens en de schapen. Maar ook van de cavia, de kat, het huiskonijn en de huishond.

Ziekten die van dier op mens overgaan heten zoönosen. Op het ministerie van LNV willen ze liever niet dat er te veel over wordt gesproken; dat zou de maatschappij te veel in verwarring brengen. De Partij van de Dieren en Wakker Dier hebben het onderwerp nog nauwelijks ontdekt. Geen wonder, want voor je het weet, roep je als dierenactivist de hel over jezelf af. Zoönosen bestrijden doe je o.m. door preventief 'ruimen' - een eufemisme voor het doden van honderdduizenden dieren die helemaal niet ziek zijn.
Afgelopen week kwam er een chique rapport over zoönosen uit. Volgens het RIVM moet er veel eerder gesignaleerd worden dat er iets aan hand zou kunnen zijn. Het ministerie van LNV kreeg er een dikke onvoldoende in. Het beweerde dat het alles onder controle had, maar dat was niet zo. Eigenlijk wordt zo'n beetje beweerd dat de dierendokters en hun hoge pieffen het gedaan hebben. Zij willen maar niet samenwerken met de mensendokters.

In werkelijkheid is het misschien wel omgekeerd: mensendokters snappen het niet, dierendokters snappen het al heel lang.

Landbouwjournalist Jan Braakman sprak in 2006 met David Nabarro, de Engelsman die als een soort veterinair wereldopperhoofd bij de Verenigde Naties verantwoordelijk is voor het gevaar dat alle dieren elkaar aandoen omdat ze een beetje op elkaar lijken.
Als de een ziek wordt, kan de ander het ook worden. Als we veel beesten en veel mensen in elkaars buurt houden, dan kunnen we daar behoorlijk vaak en met heel velen ziek van worden. We kunnen er zelfs massaal aan dood gaan omdat we voor nieuwe besmettingsziektes nou eenmaal geen remedies hebben. We zijn tenslotte alleen maar 'andere beesten', of dieren zo je wilt.
Nabarro was in 2006 al heel stellig: 75% van alle nieuwe besmettelijke ziekten bij mensen zijn afkomstig uit het dierenrijk. Hij zei "Als dieren ziek zijn, moeten mensen weten dat ze bij die dieren weg moeten blijven. Heel simpel, maar heel belangrijk."Volgens Braakman weten dierenartsen maar al te goed hoe het zit. Zij leven als het ware met de gevaren die ze al tijdens hun studie in hun manier van doen hebben verankerd. Daarom mag er wel eens goed over nagedacht worden waar we het nou eigenlijk over hebben. In plaats van moddergooien moeten we de relevante vragen stellen. De vraag is immers niet OF we ziek worden van dieren, maar HOE we met ze samen kunnen leven. Daar waren dierenartsen zich altijd al van bewust, terwijl nu het RIVM doet of zij de boosdoeners zijn. Het lijkt er eerderop dat de wet- en regelgevers ernstig in gebreke zijn gebeleven, want de waarschuwende geluiden waren allang luid en duidelijk te horen.

Volgens Nabarro is het antwoord op die HOE-vraag heel helder: je moet uit de buurt blijven. Doe Felix, Wodan, Flappie en Pietje in de vintage kanariekooi van oma dus maar de deur uit en hou in godsnaam op met dat gebazel over 'alle beesten buiten'. Dat is levensgevaarlijk. In steden en in de buurt van andere grote menselijke concentraties dus, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Randstad.
Alle dieren de stad uit. Ook uit je huis.
Overdreven? Het is in ieder geval nieuws voor de konijnenknuffelaars onder de aanhang van dierenrechtenbeweging.
Dit artikel afdrukken