De Landbouwuniversiteit Wageningen heeft de veehouderij gemaakt tot wat deze nu is. En dat is niet goed. Drie Wageningers willen verandering.
De veehouderij is wereldwijd de veroorzaker van een cocktail van milieuproblemen: uitstoot van broeikasgassen, eutrofiëring, verlies aan biodiversiteit, vervuiling en uitputting van hulpbronnen. De veehouderij tast ook de gezondheid aan (obesitas, infectieziekten) en veroorzaakt dierenleed.
Nederland heeft bij de globalisering van de voedselindustrie vooraan gestaan, waardoor hier sprake is van een enorme concentratie van dieren, die we voeden met geïmporteerd veevoer en die we slachten voor de export; we houden de mest zelf. Die intensieve veehouderij levert economisch veel op, maar dat gaat gepaard met een enorme ecologische voetafdruk (zowel hier te lande als elders in de wereld) en met een beschamende aantasting van het dierenwelzijn. Aan beide neveneffecten wordt mondjesmaat wat gedaan maar het is bijna altijd te weinig en te laat. Dat was globaal de inhoud van het pleidooi voor een duurzame veehouderij dat op deze Opiniepagina verscheen en dat door ruim honderd hoogleraren uit een grote diversiteit van disciplines werd onderschreven (‘De vee-industrie moet stoppen’, 28 april).
Minister Verburg (Landbouw, CDA) reageerde door te stellen dat het goed was om de druk op de ketel te houden, maar dat de veehouderij goed op weg was te verduurzamen (7 mei). Frans van Knapen, hoogleraar veterinaire volksgezondheid, bestempelde het pleidooi als onwetenschappelijke onruststokerij van activistische hoogleraren (‘Voedselemoties en nog hooggeleerd ook’, 22 mei). Tijd om naar onszelf te kijken.
De landbouwwetenschap heeft bijgedragen aan de vormgeving van de intensieve landbouw en van de intensieve veehouderij. De kritiek op deze vorm van veehouderij kan dan ook worden doorvertaald naar ‘Wageningen’.
Wat heeft ertoe geleid dat men daar onvoldoende oog heeft gehad voor de pijnlijke situatie die uiteindelijk is ontstaan in de relaties tussen beleid, boer, consument, burger en wetenschapper? Hoe kan het dat veel wetenschappers, ook Wageningers, een kritische kijk hebben op de ontwikkelingen in de intensieve veehouderij, maar dat ‘Wageningen’ als institutie nauw is verknoopt met de koers van de intensieve veehouderij?
Net als in het landbouwbeleid, is ook in de landbouwwetenschap het economisch belang te lang dominant geweest. Samenleving en natuur werden bij het ontwikkelen van kennis tussen haakjes gezet – landbouw werd teruggebracht tot een technische omzetting van input naar output (van voer naar vlees). Vervolgens werd dit economisch geoptimaliseerd.
Deze benadering strookte weliswaar met sommige belangen, maar bracht ook met zich mee dat het zicht op de diversiteit in de landbouw verloren ging; de technisch-economische modellen werden allesoverheersend. Zo ontstond naast kennis ook onwetendheid. Onwetendheid vooral over alternatieve scenario’s waarin anders afwegen van milieu, dierenwelzijn en economie tot andere keuzes kan leiden.
De hierdoor ontstane onwetendheid en onverantwoordelijkheid impliceren dat het maatschappelijke debat nu ernstig lijdt aan patstellingen. Wanneer het tot vragen of kritiek komt, voelen boeren zich miskend: zij werken immers hard voor het voedsel van een hoge kwaliteit en een lage prijs. De consumenten houden de onverantwoordelijkheid in stand door de schrijnende discrepantie tussen hun mening en hun koop- en stemgedrag.
Wetenschappers zijn niet meer in staat de burger te overtuigen met wetenschappelijke argumenten. Mede daardoor worden de problemen tussen boer, consument, burger, wetenschap en overheid verschillend beleefd door betrokken partijen. Er is een reorganisatie van het weten nodig om verantwoordelijkheid te kunnen delen en van daaruit tot een aanvaardbare veehouderij te komen. Het is zaak om op radicale wijze stappen te zetten die leiden tot het veel beter benutten van de potentie van de landbouwwetenschap. Kostprijsbeheersing, opbrengstmaximalisatie en schaalvergroting kunnen niet langer alleen sturend zijn voor de richting van het onderzoek in de intensieve veehouderij. Een maatschappelijk verantwoorde omgang met de levende natuur (dieren, ecosystemen, milieu), zinnige en kwalitatief hoogwaardige arbeid voor de betrokkenen en rechtvaardige relaties op wereldwijd niveau dienen hoekstenen te zijn voor onderzoek en technologieontwikkeling.
Onderzoekers moeten vrijmoedig na kunnen denken over negatieve consequenties teneinde daar tijdig rekening mee te houden. Alleen zo kan het verloren vertrouwen worden herwonnen. Alleen zo kan op gewetensvolle wijze worden bijgedragen aan de reorganisatie van de veehouderij.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
"Er is een reorganisatie van het weten nodig om verantwoordelijkheid te kunnen delen en van daaruit tot een aanvaardbare veehouderij te komen. Het is zaak om op radicale wijze stappen te zetten die leiden tot het veel beter benutten van de potentie van de landbouwwetenschap. Kostprijsbeheersing, opbrengstmaximalisatie en schaalvergroting kunnen niet langer alleen sturend zijn voor de richting van het onderzoek in de intensieve veehouderij. Een maatschappelijk verantwoorde omgang met de levende natuur (dieren, ecosystemen, milieu), zinnige en kwalitatief hoogwaardige arbeid voor de betrokkenen en rechtvaardige relaties op wereldwijd niveau dienen hoekstenen te zijn voor onderzoek en technologieontwikkeling."
Dit zijn woorden die me buitengewoon aanspreken. Heren, heel wijze woorden na de vooral polariserende 'pot verwijt de ketel'-actie. Jazeker, het was een signaal, maar niet eentje die Wageingen buiten zijn kaders dwingt. Integendeel, het was er eentje die de rangen op de verkeerde manier weer laat sluiten.
De reorganisatie van kennis kan alleen maar plaatsvinden als nieuwe, open gespreksvormen ontstaan. Wat is jullie voorstel? Dat mis ik namelijk.
Tjee Dick, wat ben ik het vandaag met je oneens. Er is geen reorganisatie van het weten nodig (een vrij eufemistische uitdrukking om je eigen verantwoordelijkheid te miniseren), er is een reorganisatie van integriteit nodig. Wat hebben de drie heren een prutsstukje afgeleverd. En ik heb ze nog wel zo hoog zitten.
Goh, maar ik ben het weer wel met jou eens. Om het maar eens in mijn oude filosofen-jargon zoals ik het leerde van J.-F. Lyotard te zeggen: het gaat om de integriteit van de behandeling van het différend. Dat is nou precies wat niet werd gerespecteerd in het stuk van de 100.
mijn vrouw liet het artikeltje gister lezen, ik heb er een nachtje over kunnen slapen. Het is een niemendalletje met een onbehaaglijke connotatie. En ook ik heb de heren hoog zitten. Waarom een niemendalletje? Open deuren, geen voorbeelden van radicale stappen, maar ook geen (wetenschaps-) filosofische framing en zelfs geen differentiatie van gebruikte begrippen. (dierenwelzijn?) Aan de andere kant wel een bijzonder stuk omdat het (eindelijk) Wageningen in het juiste perspectief zet, alhoewel schuld en boete mijns inziens niet op de plaats zijn. It all sounded as good ideas at the time....
Het onbehaaglijk gevoel komt uit het niet gedefinieerde begrip "maatschappelijk verantwoorde omgang met de levende natuur" (zie mijn korte wisseling met Kaput over gesundenes Volksempfinden elders). Ik ben benieuwd of de schrijvers het aandurven om Wageningen van het huidige anthropocentrisch naar zoocentrisch (of ieks, wat eng..) naar biocentrisch te richten. Of, net zo eng, over stappen van Kuhn naar Popper.
Integriteit en belang staan met elkaar op gespannen voet. Dat geldt voor de 100 professoren, voor Wageningen, voor LNV, de rest van de keten, voor bovenstaande drie heren en voor onszelf. We zijn het eens. Klef hoor ;-)