Onlangs haalde de rechter een streep door 29 onterecht verleende vergunningen aan landbouwbedrijven in de provincie Overijssel. Pogingen vanuit de landbouw om deze status te degraderen liepen op niets uit, omdat het gaat om terecht beschermde hoogveengebieden. Intussen is het getouwtrek tussen overheden en boeren over natuur verworden tot een kermis met tandeloze tijgers en een dompteur zonder knallende zweep.
Sinds mei 2019 verkeert Nederland in een stikstofcrisis. Sindsdien zijn drie jaar opgegaan aan praatcircuits over rekenmodellen, wel of geen depositiewaarden en berekende en bewezen depositie van stikstof. Politieke en juridische bezigheidstherapie met als evidente verliezers natuur en boer; in die volgorde trouwens wat mij betreft.
Naar mijn idee zijn de provincies een te zwakke schakel in de uitvoering van daadkrachtig stikstofbeleid; dat geldt ook in het algemeen voor hun rol als onafhankelijke regisseur van natuurbeleid. Tijdens Rutte II (2010-2012) zijn zowel Dienst Landelijk Gebied (DLG) als de regiodirecties van het Ministerie van LNV zonder noemenswaardige publieke verontwaardiging opgeheven. De provincies namen hun taken grotendeels over. Decentralisatie kan zin hebben om zaken dichter bij de bron op te lossen, maar provincies zijn voor dit soort complexe dossiers te klein voor het tafellaken en te groot voor het servet. Het zou dan ook het overwegen waard zijn om de gemaakte keuze na een grondige evaluatie terug te draaien.
Decentralisatie van het natuur- en landschapsbeleid - en dus ook het stikstofbeleid- van het rijk naar twaalf provincies heeft tot gevolg dat twaalf keer hetzelfde wiel moet worden uitgevonden. Dat heeft soms ontegenzeggelijk tot maatwerk geleid. Soms was het beter dan de voormalige DLG en de regiodirecties van het Ministerie het zouden hebben gekund. Dat waren brave bureaucratische organisaties die doorgaans te ver van de praktijk af stonden. Het heikele punt is echter dat de provincies te vaak te weinig afstand kunnen nemen van belangengroeperingen. Zelf heb ik van dichtbij zien gebeuren dat agrarisch natuurbeheer zowel inhoudelijk als qua slagkracht aan kracht heeft ingeboet. Ik noem agrarisch natuurbeheer hier expliciet, omdat juist de ervaringen van goed natuurbeheer in landbouwgebieden een even praktisch als effectief instrumentarium kan opleveren voor de gereedschapskist van Minister van der Wal. Ecologen waarschuwden al in de jaren zeventig voor naderende problemen met overbemesting, gekoppeld aan de teloorgang van biodiversiteit. Daar was geen ingewikkeld rekeninstrumentarium voor nodig. Nu dat er is, verzandt de discussie in juridische normen die ver afstaan van wat in de praktijk werkt.
Vlaanderen als voorbeeld
Voor mijn werk op het gebied van boerenlandvogels ben ik geregeld in Vlaanderen. De Belgen zijn zich er zeer van bewust dat de Vlaamse Landmaatschappij (het DLG van België) een cruciale rol heeft in de uitvoering van het stikstofbeleid van de Vlaamse minister Zuhal Demir. Demir weet dat zij kan rekenen op deze overheidsdienst en dat de mate van beïnvloedbaarheid door de Vlaamse tegenhangers van LTO Nederland, BoerenNatuur, Vogelbescherming en bijvoorbeeld Wereldnatuur Fonds relatief beperkt is.
Ik zou Demir en Van der Wal samen in een grensstreek van Nederland en Vlaanderen een mooie wandeling willen zien maken. Ze praten in mijn droom over het belang van betrouwbare overheidsdiensten, die vanuit voortschrijdende agro-ecologische kennis samen aan de slag gaan. Samen met pragmatische ecologen, boeren die het belang van hun cultuurgronden willen dienen en relevante gebiedspartijen die oplossingen voor natuur, economie en ecologie met resultaat voor de natuur bedenken en uitvoeren. Zeker op de zandgronden zijn de ecologische problemen - naar het zich laat aanzien - omkeerbaar. Het kan, maar moet ook: economie zonder ecologie heeft geen toekomst.
We hebben al drie kostbare jaren verloren, het is tijd voor een andere uitvoering. Haal de provincies er tussenuit en laat kenners het werk op de vloer doen.
Dit artikel afdrukken
Naar mijn idee zijn de provincies een te zwakke schakel in de uitvoering van daadkrachtig stikstofbeleid; dat geldt ook in het algemeen voor hun rol als onafhankelijke regisseur van natuurbeleid. Tijdens Rutte II (2010-2012) zijn zowel Dienst Landelijk Gebied (DLG) als de regiodirecties van het Ministerie van LNV zonder noemenswaardige publieke verontwaardiging opgeheven. De provincies namen hun taken grotendeels over. Decentralisatie kan zin hebben om zaken dichter bij de bron op te lossen, maar provincies zijn voor dit soort complexe dossiers te klein voor het tafellaken en te groot voor het servet. Het zou dan ook het overwegen waard zijn om de gemaakte keuze na een grondige evaluatie terug te draaien.
Ik zou Demir en Van der Wal samen in een grensstreek van Nederland en Vlaanderen een mooie wandeling willen zien maken. Ze praten in mijn droom over het belang van betrouwbare overheidsdiensten die vanuit voortschrijdende agro-ecologische kennis samen aan de slag gaanGeen afstand tot belangen
Decentralisatie van het natuur- en landschapsbeleid - en dus ook het stikstofbeleid- van het rijk naar twaalf provincies heeft tot gevolg dat twaalf keer hetzelfde wiel moet worden uitgevonden. Dat heeft soms ontegenzeggelijk tot maatwerk geleid. Soms was het beter dan de voormalige DLG en de regiodirecties van het Ministerie het zouden hebben gekund. Dat waren brave bureaucratische organisaties die doorgaans te ver van de praktijk af stonden. Het heikele punt is echter dat de provincies te vaak te weinig afstand kunnen nemen van belangengroeperingen. Zelf heb ik van dichtbij zien gebeuren dat agrarisch natuurbeheer zowel inhoudelijk als qua slagkracht aan kracht heeft ingeboet. Ik noem agrarisch natuurbeheer hier expliciet, omdat juist de ervaringen van goed natuurbeheer in landbouwgebieden een even praktisch als effectief instrumentarium kan opleveren voor de gereedschapskist van Minister van der Wal. Ecologen waarschuwden al in de jaren zeventig voor naderende problemen met overbemesting, gekoppeld aan de teloorgang van biodiversiteit. Daar was geen ingewikkeld rekeninstrumentarium voor nodig. Nu dat er is, verzandt de discussie in juridische normen die ver afstaan van wat in de praktijk werkt.
Vlaanderen als voorbeeld
Voor mijn werk op het gebied van boerenlandvogels ben ik geregeld in Vlaanderen. De Belgen zijn zich er zeer van bewust dat de Vlaamse Landmaatschappij (het DLG van België) een cruciale rol heeft in de uitvoering van het stikstofbeleid van de Vlaamse minister Zuhal Demir. Demir weet dat zij kan rekenen op deze overheidsdienst en dat de mate van beïnvloedbaarheid door de Vlaamse tegenhangers van LTO Nederland, BoerenNatuur, Vogelbescherming en bijvoorbeeld Wereldnatuur Fonds relatief beperkt is.
Ik zou Demir en Van der Wal samen in een grensstreek van Nederland en Vlaanderen een mooie wandeling willen zien maken. Ze praten in mijn droom over het belang van betrouwbare overheidsdiensten, die vanuit voortschrijdende agro-ecologische kennis samen aan de slag gaan. Samen met pragmatische ecologen, boeren die het belang van hun cultuurgronden willen dienen en relevante gebiedspartijen die oplossingen voor natuur, economie en ecologie met resultaat voor de natuur bedenken en uitvoeren. Zeker op de zandgronden zijn de ecologische problemen - naar het zich laat aanzien - omkeerbaar. Het kan, maar moet ook: economie zonder ecologie heeft geen toekomst.
We hebben al drie kostbare jaren verloren, het is tijd voor een andere uitvoering. Haal de provincies er tussenuit en laat kenners het werk op de vloer doen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Alles goed en wel. Maar als de provincies er tussenuit gehaald worden, wie gaan dan de natuurvergunningen afgeven???
Ik heb twee vragen aan Ben Koks:
1. zijn er voldoende pragmatische ecologen om praktisch aan de slag te gaan zoals je voorstelt?
2. hoe zit de governance in elkaar? In gewone mensentaal: hoe is de macht verdeeld en wie legt verantwoording af aan wie en op basis waarvan?
'Praktische kenners' Ben Koks
Zijn dat de ecologen die vanachter hun bureau de VIRTUELE schade aan de natuur bepalen of heb je andere mensen op het oog.
In Friesland hebben we ook zo'n ecofantast; Gabriël Vriens is zijn naam en hij heeft de 'gebiedsanalyses' van de 11 'stikstofgevoelig' verklaarde gebieden in Friesland gemaakt.
Berekende schade rapporteert deze man aan o.a. Bakkeveense Heide, Weinterper Skar, van Oords mersken etc.
Hoe het werkelijk gaat met/in deze gebieden kon en kan deze man niet vertellen, ook Gedeputeerde Fokkinga moet dit antwoord dus schuldig blijven; verandering van samenstelling van de grond is niet bekend, laat staan een nul-meting.
Nou hebben ze de 'gebiedsanalyses' dus geproduceerd met daarin o.a. enkele malen ONGUNSTIG voor enkele habitattypen; niet omdat ze dit weten (kon dhr. G. Vriens mij niet aangeven) maar omdat dit volgens de landelijke regie (SVI) op ongunstig staat.
De landelijke SVI die vervolgens OOK berekende schade en dus VIRTUELE schade als uitgangspunt heeft.
Kunt u een beter voorbeeld van kringverwijzing of tunnelvisie bedenken ?
Nou wil het geval dat bijvoorbeeld het Drents Friese Wold met uitmuntende rapport cijfers voor de dag komt, ook na decennia berekende schade.
https://natura2000.eea.europa.eu/Natura2000/SDF.aspx?site=NL9803011
A= uitmuntend overigens
en de 'natuurlijke kenmerken' zijn alleen maar A, maar dan moet je ook dat gegeven uit de HR nog willen implementeren, wat een gedoe zeg....
is het een groot of een klein wonder dat deze door de EU verplichte SDF systematiek wordt genegeerd door LNV en ecofantasten.
En voor diegene die denkt dat het op hoger niveau anders gaat, komt van de (k)oude kermis thuis.
In de WSN (die ook VIRTUELE schade als uitgangspunt heeft) staat dat er een 'Onderzoek naar sociaaleconomische effecten en staat van natuur' moet komen.
De staat van de natuur dus HOE staat het er voor met de kwaliteit (conservation in SDF) of bijvoorbeeld de grondsamenstelling.
En omdat we deze niet hebben vertonen we zonder blikken of blozen (ook hier) VIRTUELE schade middels een quick scan
Het moet niet gekker worden, hoe lang is deze tunnel(visie)....
e.e.a. is te lezen op RVO en op een zienswijze moeten we dan maar even broeden.
Inzake de sociaaleconomische effecten
is onderstaande disclaimer uit het rapport veelzeggend;
"Gegeven de korte doorlooptijd van het aan dit rapport ten grondslag liggende project is de analyse
gebaseerd op beschikbare informatie. Daardoor was het niet mogelijk bijvoorbeeld door middel van een enquête de effecten voor een aantal sociaaleconomische thema’s in beeld te brengen. De sociaaleconomische analyse is op hoofdlijnen en op nationaal niveau uitgevoerd. Hierdoor blijven enkele belangrijke regionale elementen onderbelicht. Maatregelen waarbij de implementatie geconcentreerd zal zijn in enkele regio’s (bijvoorbeeld de beëindigingsregeling) of in regio’s waar toeleverende en/of verwerkende bedrijven staan, zal de impact op sociaaleconomische thema’s lokaal of provinciaal anders kunnen uitpakken. Dit zal een belangrijk effect hebben op de thema’s Leefomgeving, Arbeid en vrije tijd, Materiële welvaart en Subjectief welzijn."
Ach niet zo belangrijk die regio's.... we hebben haast....
René de jong, ik denk dat Ben Koks aanmerkelijk meer praktisch inzicht heeft dan jouw kennelijke opvatting over hem verraadt.
Ik zou hem eerst eens willen zien antwoorden op #2. Ben wil je dat doen?